Vorig jaar groeide Stive Vermaut in de Tour uit tot Bekende Vlaming. Nu houden hartproblemen hem van de fiets en valt het af te wachten of hij ooit nog in het peloton terugkeert: ‘Als Lance Armstrong een Belg was geweest, zou hij niet meer koersen.’
Met een onblusbaar temperament reed Stive Vermaut zich vorig jaar in de Ronde van Frankrijk in de harten van vele wielerliefhebbers. Hij zocht de confrontatie in de cols, mengde zich in een paar vluchten en kreeg zo steeds meer aandacht van de media. Met zijn ontwapenende eerlijkheid en gevatte opmerkingen wist Vermaut (‘Ik was vroeger het stilste jongetje van de klas’) zich uitstekend te verkopen. De West-Vlaming eindigde uiteindelijk 36e in de Tour. Een onverwachte prestatie van de Lotto-renner die één jaar daarvoor in het US Postal-team van Lance Armstrong had gereden, maar te licht werd bevonden.
Dit jaar wilde Stive Vermaut bevestigen in de Ronde van Frankrijk. Maar wanneer het peloton zaterdag in Luxemburg de weg op wordt gestuurd voor drie weken van labeur, zit hij werkloos thuis. Hartproblemen houden hem al sinds maart uit het peloton. Vermaut trok naar Amerika waar specialisten uit North Carolina na grondig onderzoek het licht op groen zetten, maar de Belgische dokters keurden hem onverbiddelijk af voor topsport. Dat vervulde Vermaut met een gevoel van bitterheid. Hij tuimelde in een diepe put en leefde wekenlang tussen hoop en wanhoop. ‘Thuis zitten en je energie niet kwijt kunnen, dat was verschrikkelijk’, zucht hij. Tot wielermecenas Noël Demeulenaere, voormalig financieel topman van tapijtengroep Beaulieu, zich eigenhandig met de zaken bemoeide: hij stalde Vermaut voor de rest van het seizoen bij de ploeg Palmans-Collstrop. Maar eerst moet de Torhoutenaar, die een A1-graduaat elektronica heeft, een nieuwe medische check-up ondergaan: in een gespecialiseerde kliniek in München. Omdat de dokter met de Duitse nationale ploeg op het WK zat, kan dat pas de volgende weken gebeuren.
Stive Vermaut: ‘Ik weet nu waar ik aan toe ben. Dat is een opluchting na alle onzekerheid van de voorbije weken. Als ik weer mag koersen, moet ik bij Palmans-Collstrop bewijzen dat ik mijn vroeger niveau weer bereik. Dan neemt Lotto me eventueel terug. En als de diagnose in München negatief is, heeft de directie van Lotto beloofd me aan werk te helpen, me weer in het gewone leven te lanceren. Ik hoop dat ik weer mag koersen. Ik ga iedere dag trainen, ik voel me eigenlijk uitstekend. Maar diep in mij zit er nog een gevoel van woede. Vooral dan tegen Daniël De Neve, de ploegdokter van Lotto. Die heeft verklaard dat ik me door vijf dokters liet onderzoeken en dat vier van hen een negatieve diagnose stelden. Zo ontstond de indruk dat ik compleet ongeschikt was om verder te rijden. Terwijl ik precies twee grondige onderzoeken heb ondergaan: één in Leuven waar ze me afkeurden voor de wielersport, en één in Amerika waar ze vonden dat ik wel weer mag fietsen.’
Wanneer zijn de problemen begonnen?
Vermaut: Tijdens de Trofee Laigueglia, de openingswedstrijd in Italië, eind februari. Toen voelde ik iets wat niet klopte. Mijn hart trok heel raar samen, ik kreeg een heel harde slag. Ik rij al van toen ik 16 was met een hartslagmonitor en ik zag die plots van 175 naar 220 vliegen. De dokter dacht aan een virale infectie. De medicijnen schenen te werken. Ik reed Parijs-Nice en dat liep goed. Maar toen de behandeling werd stopgezet, waren de stoornissen meteen terug. Toen heb ik me laten onderzoeken in Leuven. Daar kwamen ze na verschillende tests tot de conclusie dat er iets mis is met mijn hart. De rechterkamer is te groot. Dat zorgt voor die schommelingen. Ze raadden me aan te stoppen met wielrennen. Dat was een vreselijke klap, maar ik legde me daarbij neer. Ik wil mijn gezondheid niet op het spel zetten. En Lotto gaf me te verstaan dat ze me aan een baan wilden helpen. En dat ze mijn contract in ieder geval zouden uitbetalen. Dat was toch een troost in moeilijke dagen.
Maar toen vertrok je in mei plots naar Amerika voor verder onderzoek.
Vermaut: Dat kwam door George Hincapie, met wie ik in 2000 bij US Postal had gefietst. Die kende de dokter die Bobby Julich en Nico Mattan, die ook met hun hart sukkelden, had geholpen. Ik stuurde al mijn gegevens op en toen belde die dokter me op: hij wilde dat ik naar Amerika kwam, hij dacht dat hij me kon helpen. Zoiets moeten ze in dat soort omstandigheden maar één keer zeggen. Daar hebben ze de diagnose van Leuven helemaal onderuitgehaald. Ze hebben een speciale scan gedaan, mijn hart werd cel per cel bekeken, om zo na te gaan of mijn hartstructuur veranderd was. Toen bleek dat mijn hart atletisch gezien normaal is. Alleen blijkt een bepaalde zone in mijn hart overgevoelig voor adrenaline. Als ik een hevige inspanning lever, wordt er een chemische stof vrijgemaakt en dat veroorzaakt in die zone dan een storing. Ze hebben dat daar gewoon opgelost door medicatie. Vervolgens werden er weer verschillende tests gedaan, maar met die middelen, die ik nu nog altijd neem en die niet op de verboden lijst van de UCI staan, viel er niets meer te zien.
In het medisch verslag stond dat de keuze aan mij was, maar dat ik met een licht verhoogd risico zou blijven zitten in vergelijking met iemand die nog nooit iets gevoeld heeft. Bij andere sporters ligt het percentage op twee procent, bij mij op vijf procent. Zij zelf vonden dat ik weer mocht koersen en dat er absoluut geen gevaar bestond.
Met die diagnose kwam je dan terug naar België.
Vermaut: Ik voelde me op dat moment helemaal bevrijd. Ook al omdat ze me in Amerika bijzonder goed hadden opgevangen. Dat is een wereld van verschil met de mentaliteit van dokters hier. Je wordt daar niet als nummer bekeken, die mensen staan daar echt klaar om je te helpen, hun motivatie en engagement is ongelofelijk groot. Ik heb daar heel veel geleerd als mens. Als ik ooit weer eens koers, ga ik zeker terug naar ginds, om me mentaal op te laden.
Ik ben als een ander mens teruggekeerd, maar toen begon de ellende pas goed. Ze hebben het dossier van Amerika naast zich neergelegd. We zijn op aanraden van Lotto naar een cardioloog gegaan en die zei gewoon: er staat niet in dat je weer mag koersen. Ik antwoordde: er staat ook niet in dat ik níét mag koersen. Die dokter vond het niet eens nodig om me opnieuw te onderzoeken, laat staan een nieuwe scan te maken. Als de ploeg echt gemotiveerd zou zijn om met mij als renner door te gaan, dan zou ze op zijn minst geprobeerd hebben met die Amerikaanse specialist contact te zoeken. Maar dat is nooit gebeurd. De Amerikaanse artsen hebben dan later zelf gebeld, met manager Christophe Sercu en ploegdokter Daniël De Neve. Om te zeggen hoe zij de situatie zagen, om alles te verduidelijken.
Maar dat viel in dovemansoren?
Vermaut: De Neve antwoordde dat ze in België ook de nodige apparatuur hebben om een hartkwaal te onderzoeken. En Christophe Sercu scheepte hen af met de mededeling dat er nog niets was beslist. Terwijl de dag nadien in de krant stond dat ze het risico niet wilden nemen om met mij door te gaan. Dat moest ik via de media vernemen, of via teletekst. Ik werd vervolgens uitgenodigd voor een vergadering met Sercu en de ploegdokter, maar ik heb een mail gestuurd dat ik niet wilde komen. Ik wist: ik heb toch maar alles te verliezen. Toen heeft de Nationale Loterij zelf contact opgenomen, vanuit het directiecomité, ze lieten me weten dat ze de zaak zelf wilden afhandelen. Ik werd uitgenodigd voor een gesprek met directeur Romain Schollaert. Die vertelde me dat er nieuwe tests zouden komen in München. En dat die erover zullen beslissen of ik het seizoen uitdoe bij Palmans-Collstrop en eventueel kan terugkeren naar Lotto of niet.
Maar in het slechtste geval moet je stoppen. Ondanks het positieve advies uit Amerika?
Vermaut: Als de diagnose uit Duitsland negatief is, zal ik niet anders kunnen, vrees ik. Maar ik wil gewoon iedere kans grijpen. De dag dat ik weer problemen krijg, stop ik onmiddellijk. Ik ben echt niet zo gek dat ik mijn gezondheid op het spel wil zetten. Daarom ook ben ik zo boos op dokter De Neve. Als hij tegen de pers zegt dat vier van de vijf dokters die ik heb geconsulteerd me afkeuren voor topsport en de mensen lezen dat, dan gaan ze zich terecht afvragen wat voor een stomme ezel die Vermaut wel moet zijn. Natuurlijk wil ik voor mezelf zo’n risico niet nemen. Je mag de waarheid niet verdraaien. Daarom heb ik een perscommuniqué naar Belga gestuurd om de juiste toedracht van de zaak te geven. Kijk, ik ben normaal niet haatdragend, maar als ik dokter De Neve zie, kookt mijn bloed. De Neve heeft later ook gezegd dat hij zijn goede reputatie niet op het spel wilde zetten om mij opnieuw te laten koersen. Dat vond ik heel egocentrisch. Alsof het alleen om zijn naam gaat, maar niet om mij.
Valt De Neves redenering anderzijds niet te begrijpen? Als je weer koerst en er overkomt je iets, dan krijgt hij iedereen op zijn dak. En dan kan de ploeg zelfs schuldig verzuim worden aangewreven.
Vermaut: Dat is waar. Maar dat De Neve dan meteen klare wijn schenkt. En gewoon zegt, ik kan het ethisch niet verantwoorden om Vermaut verder te laten rijden. Punt uit. Maar in België wordt er altijd maar weer rond de pot gedraaid. Het is nooit rechttoe, rechtaan. Het ene moment zegt Christophe Sercu tegen mij: het ziet er goed uit, we gaan alles doen om je te helpen. En een week later zegt hij tegen mijn vrouw: het staat er niet te best voor. Maar dat is een beetje typisch voor de gang van zaken bij Lotto. Er gebeuren dingen waarvan je je afvraagt: hoe kan dat nu?
Neem nu dat geval met Andrei Tchmil. Na zijn val wist iedereen dat hij in de Ronde van België z’n rentree zou maken. Maandenlang was het onmogelijk het nodige geld te vinden om hem in de ploeg te houden. Toen liet Tchmil horen dat hij zou stoppen. Een uur nadat hij z’n afscheid had aangekondigd, komt men zeggen dat er toch geld is. Dat is toch een beetje belachelijk.
Hoe verklaar je zoiets?
Vermaut: Ik zal het op communicatiestoringen houden. Meneer Schollaert weet heel goed wat er verkeerd gaat, hij heeft me gezegd dat hij een aantal dingen gaat veranderen.
Is Christophe Sercu verantwoordelijk voor die manke communicatie?
Vermaut: Niet rechtstreeks, het zou niet fair zijn om Christophe daarvoor de schuld te geven. Het heeft met meer dan één persoon te maken. Het probleem is dat er binnen de ploeg te weinig overleg wordt gepleegd, waardoor sommigen hun eigen gang kunnen gaan. De ploeg heeft behoefte aan een communicatieadviseur. Nu zit iedereen op een eiland en zegt de ene dit en de andere dat. Dan maak je een heel onprofessionele indruk.
Hoe moeilijk wordt het om zaterdag de Ronde van Frankrijk te zien vertrekken?
Vermaut: Heel moeilijk, vrees ik. Ik wilde me echt toeleggen op die Ronde. En ik voelde dat er nog vooruitgang mogelijk was. Ik ben nu zesentwintig, ik zit in m’n beste jaren. Als ik dat bijvoorbeeld vergelijk met m’n periode bij US Postal, dat is een verschil van dag en nacht. Toen was ik er mentaal eigenlijk niet klaar voor. Zeker niet in zo’n ploeg waar de druk enorm is. Vooral als Lance Armstrong meerijdt. Dan voel je de stress, dan loopt iedereen op de toppen van zijn tenen. Ook het personeel, ook de sportdirecteurs. Zelfs Johan Bruyneel is veel zenuwachtiger als Armstrong meedoet.
Wat is de grote kracht van Lance Armstrong?
Vermaut: Zijn fysieke kwaliteiten natuurlijk. En zijn perfectionisme. Ik heb nog nooit iemand ontmoet die zo voor zijn vak leeft als Armstrong. En die zoveel zelfvertrouwen uitstraalt. Maar dat is typisch Amerikaans: ze laden je daar op een dusdanige manier op dat je door een muur zou lopen. Armstrong is een exponent van de Amerikaanse kweekschool. En zo veeleisend, dat hou je niet voor mogelijk. Als iets hem niet aanstaat, krijg je dat ook te horen. Dan kan hij ’s avonds aan tafel beginnen te roepen. Sommige renners zijn bang voor hem. Ik gaf hem in de Dauphiné eens per vergissing een drinkfles met fruitsap terwijl hij water had gevraagd, toen werd ik wel even aangepakt. Van de andere kant: als je op een col kilometers lang voor hem werkt, dan geeft hij je ’s avonds wel een schouderklopje. Maar de hele ploeg draait rond Armstrong, hij en hij alleen is US Postal. Zijn wil is wet. De stemming wordt bepaald door zijn prestaties. Ik zou er niet graag bij zijn als Armstrong in de Tour eens op vijf minuten wordt gereden. Als Armstrong goed presteert, dan heeft iedereen zoiets van: oef. Ook Johan Bruyneel.
Terwijl je wel eens hoort dat de inbreng van Bruyneel niet te onderschatten valt.
Vermaut: Bruyneel kan alleen bijsturen als Armstrong daar zelf in gelooft. Maar als Armstrong het anders ziet, dan praat niemand hem om. Dan doet de ploeg wat hij vraagt. Dat is de realiteit. Maar ik mocht Armstrong wel, vooral om zijn ongelooflijke stielliefde, om de manier waarop hij die kanker overwon. Ik denk dat zijn passie voor het vak na zijn ziekte nog groter is geworden. Maar als Armstrong een Belg was geweest, dan zou hij nu niet meer koersen. Dan zouden ze hem na zijn ziekte hebben gezegd dat hij maar beter een andere job kon zoeken, dat hij al blij mocht zijn dat hij nog leefde. In Amerika gaan ze in alle omstandigheden uit van het positieve. Als je ziet hoe Armstrong daar nu op een voetstuk is geplaatst omdat hij na zijn ziekte drie keer de Tour heeft gewonnen. Terwijl sommige journalisten hier mij vroegen: heb jij misschien iets gepakt, hoe kan het anders dat je die problemen krijgt? Toen heb ik toch even moeten slikken. Het zegt alles over het mentaliteitsverschil.
Werkt de drang om weer te koersen niet verblindend? Er blijft toch wel een licht verhoogd risico?
Vermaut: Ik ken de signalen die mijn lichaam uitzendt als het weer verkeerd gaat. En dan stop ik meteen. Ik heb gezonde ambitie, geen zotte ambitie.
Jacques Sys
‘Ik ben niet haatdragend, maar als ik dokter De Neve zie, kookt mijn bloed.’