KVS-regisseur Raven Ruëll maakte tabula rasa. Weg, woning in Brussel. Weg, Nederlandstalige theaterteksten. In de plaats daarvoor kwamen het socialisme van Luik en de stille performance De radicale verliezers. ‘En áls er al gesproken wordt, is het in het Frans.’

Hij zat nog op de schoolbanken van het RITS toen de Brusselse Koninklijke Vlaamse Schouwburg (KVS) hem vroeg om een voorstelling te maken. Zes jaar later heeft Raven Ruëll (30) met producties als Leven en werken van Leopold II, De kersentuin en het vorig seizoen fel bejubelde Missie bewezen dat hij met oud en nieuw teksttheater uit de voeten kan. Tijd om een andere weg in te slaan, vond hij zelf. Voor zijn nieuwste stuk, De radicale verliezers/Les perdants radicaux, vertrok hij bij de Luikse misdaadschrijver Simenon.

Ruëll (30) groeide op in Brussel, maar verhuisde een tweetal jaren geleden naar Luik. ‘Ik was een beetje uitgekeken op Brussel: altijd dezelfde wandelingetjes, dezelfde ontmoetingen. Ik woonde op amper vijfhonderd meter van de schouwburg. Mijn leven in en buiten het theater viel zowat samen, en dat was geen gezonde situatie. Het klinkt misschien belachelijk maar het fysieke verplaatsen nu, die dagelijkse treinrit Luik-Brussel-Luik, geeft me rust. Luik is de plek waar ik kan thuiskomen. Waar andere mensen van mijn leeftijd aan kinderen beginnen, heb ik nieuwe energie gezocht in een nieuwe stad.’ En het was liefde op het eerste gezicht: ‘Luik is hard, volks, je voelt dat het socialisme er nog iets betekent’, zegt Ruëll over de industriestad. Hij geeft er les aan de École Supérieure d’Acteurs du Conservatoire de Liège (ESA). ‘De Vlaamse theaterscène is een klein wereldje. De ontmoetingen met acteurs en regisseurs aan Franstalige kant en hun opvattingen over theater hebben me op andere sporen gezet.’

LOSBREKEN IN LUIK

‘Aan de ESA ben ik weer in contact gekomen met de leer van Artaud en Grotowski, en begrippen als “theater van de wreedheid” en “de acteur als atleet van het hart”. Tijdens de opleiding in Luik wordt veel meer aandacht besteed aan fysieke training. Ik vind het Vlaamse theater van tegenwoordig vaak vervelend rationeel, acteurs behouden vaak een relativerende afstand tegenover hun personage, ze geven zich zelden helemaal. (snel) Pas op, ik ben de eerste om daarbij de hand in eigen boezem te steken. De voorstellingen die ik tot nog toe heb gemaakt, zullen in het beste geval mensen getoucheerd of iets bijgebracht hebben, maar ze waren al bij al vrij berekend. Het was via het hoofd het hart raken, en ik ben het beu om die omweg te nemen.’

Nee, met De radicale verliezers wil hij ‘uit het hoofd breken’. Communiceren met beelden. Kreten. Schreeuwen. Raëll: ‘Geen gemakkelijke opgave, want daarvoor moet ik durven te vergeten wat ik ken – en hetzelfde geldt voor mijn cast (die naast Mieke Verdin en Jean-Benoît Ugeux bestaat uit toneelstudenten van het ESA, nvdr). Neem het woord weg van een acteur en je neemt zijn basis weg. Maar na een tijd gebeurt er ook iets. Dan gaat een speler zich rood schminken, of in de modder zetten.’

Raven Ruëllgoes performance? Hij lacht: ‘Ik kan soms jaloers zijn op theatermakers zoals Ivo Van Hove en Guy Cassiers, die een specifieke vormtaal gevonden hebben. Maar tegelijk hoop ik dat ik die zelf nooit vind. Als ik op één vlak zekerder geworden ben, dan is het wel dat ik mij in onzekere situaties durf te begeven. Kijk naar mijn verhuizing: Luik heeft mijn pad gekruist op een moment dat ik mezelf in routine dreigde vast te rijden.’

Een van de beroemdste Luikenaars leverde de inspiratie voor Ruëlls nieuwste productie: schrijver Georges Simenon (1903-1989) werd wereldberoemd met zijn detectiveromans over de pijprokende inspecteur Maigret. ‘Maar wie verwacht Witse-gewijs een moordverhaal op scène te zien, moet ik teleurstellen’, zegt Ruëll. ‘Wat vaak vergeten wordt, is dat Simenon ook – zo noemde hij dat zelf – romans durs geschreven heeft: harde romans, portretten van eenzaten in grootsteden die door middel van een radicale daad, door moord of zelfmoord, een einde brengen aan de routine waarin ze vastzitten. Ook Simenons dochter maakte voortijdig een einde aan haar leven, ze was 25. Hij heeft daaraan een boek gewijd van meer dan 1500 pagina’s, waarbij elk hoofdstuk begint met de aanhef ‘Mijn liefste dochter’. Je voelt dat het schrijven een bijna fysieke handeling wordt in een poging zijn relatie met zijn dochter te verwerken. Het raakt me. Mijn ouders hebben een kind verloren: mijn zusje is enkele maanden na haar geboorte gestorven aan wiegendood. Dat litteken is ook voelbaar doorheen veel van mijn theaterwerk. Al wil ik daar niet te veel psychologische shit rond verkopen: aan mijn eigen miserie heeft het publiek geen boodschap. Ik wil de toeschouwers tot engagement aanzetten, en ze confronteren met waarheden die ze misschien liever niet horen.’

KLEIN VERLET

Zo is De radicale verliezers een theatraal onderzoek geworden naar de plaats die de dood in onze samenleving heeft. Of beter: niet heeft. ‘De kerkhoven zijn geweerd uit het stadscentrum. In een krantenartikel las ik dat een burgemeester van een Roemeens stadje een eeuwenoud begrafenisritueel, waarbij de dode in stoet door de stad wordt gedragen, verboden heeft omdat het de toeristen zou afschrikken’, zegt Ruëll. Volgens hem is er een directe lijn tussen de kapitalistische maatschappij en de manier waarop we de dood verdringen uit het openbare leven. ‘Alles wat afwijkt van de norm en niet rendeert moet het liefst zo snel mogelijk opgeborgen worden: gekken, vluchtelingen, zieken. De gronduitsluiting die aan al die uitsluitingen vooraf gaat, is onze omgang met de dood.’

Toen Ruëll met de KVS-productie Leven en werken van Leopold II naar Kinshasa trok, viel hem op hoezeer de dood er deel uitmaakt van het publieke leven. ‘De doden werden te midden van de winkelende mensen in een open kist ten grave gedragen. Een maman liet haar tranen de vrije loop tot ze er fysiek onwel van werd. Er wordt dagenlang uitbundig geweend, gedanst en gezopen. En bij ons? Ik heb het zelf meegemaakt bij een crematie: in een kwartiertje vlug dag zeggen aan een gesloten kist terwijl de familie van de volgende dode al staat te popelen achter de deuren, het lijk de oven in, voor de nabestaanden twee broodjes kaas en los het voor de rest zelf maar op. Je krijgt één wettelijke verlofdag voor een begrafenis – de officiële term heet dan ook nog ‘klein verlet -‘, en als je langer dan één dag rouwt dan ben jij het die met een probleem zit. Het klassieke Griekse theater had de bedoeling de dialoog met een gedeeld verleden, met de doden en voorouders, aan te gaan. Wat is daarvan over in het hedendaagse theater? Hoeveel makers die Antigone opvoeren staan daar nog bij stil?’

NOORD-ZUIDVERBINDING

Theater als collectief bindmiddel, bij Ruëll strekt het zich uit over de taalgrens. ‘Drie jaar geleden gaf ik een workshop aan de Luikse theateropleiding ESA. Het jaar daarna heb ik voorgesteld om Vlaamse studenten van het RITS in Brussel en ESA-studenten te laten samenwerken’, zegt hij. ‘Zo leer je de vooroordelen die je over elkaar hebt aan de waarheid te toetsen. Er zijn nogal wat clichés over het Franstalige theater: het zou te literair en te hoogdravend zijn en niet meer evolueren. Dat is net zo veralgemenend als stellen dat er in Vlaanderen alleen maar collectieven als STAN en De Roovers bestaan.’

Onbekend is onbemind, vinden ze ook bij de KVS. Afgelopen maand toonde de schouwburg in samenwerking met het Franstalige stadstheater Théâtre National een divers palet aan Franstalige voorstellingen tijdens het festival ‘Toernee Gene-ral’. De KVS wil een positief communautair verhaal brengen, zegt de perstekst. ‘Mijn redenen om met Franstalige acteurs samen te werken zijn artistieke redenen, geen politieke’, benadrukt Ruëll. ‘Alleen al door samen te werken maak je een statement. Het is niet niks om in deze tijden binnen de KVS een voorstelling te brengen met nauwelijks woorden. En als er al woorden zijn, dan zijn ze in het Frans. Nederlands boventiteld weliswaar.’

‘DE RADICALE VERLIEZERS’ VANAF 18 OKTOBER IN DE KVS, BRUSSEL. INFO: www.kvs.be

DOOR LIV LAVEYNE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content