Rik Van Cauwelaert
Rik Van Cauwelaert Rik Van Cauwelaert is directeur van Knack.

Als een stel potentaten uit een of andere golfplatenstaat, zo moesten de leiders van de G8 in Genua schuilen voor hun woedende burgers. Ze waren letterlijk ondergedoken, alleen zichtbaar voor de televisiecamera’s, op een cruiseschip met de opmerkelijke naam European Vision – een eigenschap die de Europese leiders rond de tafel, jammer genoeg, ontberen.

Zo’n top van de rijkste zeven landen en Rusland moet elk jaar weer de wereld de indruk geven dat alles onder controle is. En daar zaten ze dan, de suppoosten van de Washington consensus. Helikopters en verkenningsvliegtuigen cirkelden in de lucht. Rond de luchthaven stond een batterij luchtafweerraketten. Patrouilleboten doorkruisten de haven. Twintigduizend politiemensen en soldaten controleerden de stad. Al dat wapentuig, al die ordehandhavers hielden de morrende menigte ver van de European Vision, buiten de rode zone die was afgezet met een ijzeren gordijn van containers en stalen hekken.

Op de Europese top in Göteborg, waar ook al op demonstranten werd geschoten, konden de Europese staatshoofden en regeringsleiders, onder wie een wat opgewonden premier Guy Verhofstadt, de betogende anti-globalisten nog wegwuiven als een rondreizend circus van maffe luddites, machinebestormers, herrieschoppers en hooligans die de westerse leiders en hun centrale bankiers het leven zuur maken door ze continu te achtervolgen, van Seattle tot Göteborg.

Als ze het over de anti-globalisten hadden, gingen de oud-68’ers aan het Europese roer plots praten als Charles de Gaulle die het in de meidagen van 1968 had over de chienlit die Parijse betogers aanrichtten.

In Genua was dat al iets moeilijker. Want in de grote betoging daar liepen ruim honderdduizend ontgoochelde, boze Europese burgers, vakbondslui, vertegenwoordigers van sociale organisaties, consumentenverenigingen, milieuactivisten, ontwikkelingswerkers, religieuze groeperingen, studenten. Ontgoocheld waren ze over de manier waarop de wereldleiders – want zo laten die van de G8 zich gewillig bestempelen – de ongeremde globalisering propageren ten nadele van de derde wereld en ten koste van veel menselijke waardigheid. Boos, omdat er op geen enkel moment naar hen wordt geluisterd.

Op bijeenkomsten zoals in Genua komen de leiders van de rijkste landen telkens hun geloof in de vrijhandel benadrukken en beloven ze plechtig de overheid en vooral de heffingen verder te zullen terugdringen. Want zo hoort het volgens de Washington-consensus. Wie daar niet in gelooft, zoals die honderdduizend in de straten van Genua, behoort ongetwijfeld tot een gevaarlijke sekte.

Maar, zo staat in het slotcommuniqué van Genua, betogingen noch geweld, zelfs geen dodelijk slachtoffer, zullen de G8 afbrengen van het voornemen om de globalisering uit te bouwen.

Trouwens, geen enkele overheid heeft recht op een afwijkende houding. Alle Europese regeringen, ook de sociaal-democratische, hebben van de globalisering hun zaak gemaakt. ‘De sociaal-democratie heeft compleet geabdiceerd’, stelt de Franse socioloog Pierre Bourdieu vast. ‘Ze is verworden tot een theatervorm.’

Zelfs de Britse premier Tony Blair, die meende een derde weg te hebben ontdekt, gedraagt zich als een Thatcher in lange broek – het beeld is van Eric Hobsbawm. Hij predikt mee de globalisering, terwijl zijn steden in brand staan als gevolg van rassenrellen en zijn onderwijs en gezondheidszorg voort aftakelen. Blair heeft geen keuze.

Hans Tietmeyer, voormalig voorzitter van de Bundesbank, was ooit heel duidelijk: ‘Politici moeten maar eens begrijpen dat ze voortaan onder de controle staan van de financiële markten en niet langer van hun nationale vergaderingen.’ En die financiële markt flitst langs een wereldwijd netwerk dagelijks 1,5 triljoen dollar, met de snelheid van het licht, de aardbol rond.

Belangrijke beslissingen worden niet langer op het nationale en zelfs zelden op het Europese niveau genomen. Over onze lonen wordt vandaag in Seoul, morgen in Peking beslist. En zo hoort het, wordt ons uitgelegd.

De globalisering heeft de arbeidersorganisaties gekraakt en dwingt nu de werknemer tot de grootst mogelijke buigzaamheid – al klinkt flexibiliteit beter.

Jill Andresky-Fraser berekent in haar White-collar sweatshop dat tachtig miljoen Amerikaanse bedienden, ondanks een grotere flexibiliteit en langere werkdagen, slechts evenveel verdienen als hun collega’s dertig jaar geleden. Bovendien genieten ze merkelijk minder zekerheid, want ze werken voor bedrijven die nooit aarzelen meteen te ontslaan om hun balansen op te blinken en zo de gunst van de Wall Street-analisten te verwerven.

De meer dan honderdduizend in de straten van Genua hebben dit maar al te goed begrepen. Buitendien heeft het beeld van de doodgeschoten anarchist Carlo Giuliani ze pijnlijk duidelijk gemaakt dat de bewakers van de globalisering afwijkende meningen genadeloos zullen smoren.

Rik van Cauwelaert

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content