Een brutale boef houdt de gecriminaliseerde Ierse samenleving een spiegel voor. John Boorman over zijn zwartwitfilm “The General”.

De Britse veteraan John Boorman (65) valt in zijn jongste film “The General” met de deur in huis: terwijl hij naar zijn auto stapt, wordt de protagonist Martin Cahill brutaal door een Ira-moordenaar neergeknald.

In flashbacks krijgen we de levensloop te zien van deze echt bestaande boef uit Dublin die tot aan zijn dood in 1994 met zijn rooftochten en inbraken de goegemeente provoceerde en met zijn schelmenstreken elk tribunaal in een circusvertoning veranderde.

Cahill schept er een plezier in alle vormen van gezag belachelijk te maken: politie, kerk, gerecht, establishment, zelfs het Ira – wat hem uiteindelijk zuur opbreekt. Boorman schildert de legendarische Martin Cahill als een vat van tegenstrijdigheden: uitbundig, ijdel, kwetsbaar, archi-brutaal, anarchist in hart en nieren, onverbeterlijk opstandig. Een boef die soms genereus uit de hoek kon komen en in een maatschappij die zo vergiftigd is door wantrouwen en verraad onvermijdelijk aan allerlei anti-sociale reflexen appelleerde. Hij kon dan ook op de sympathie van de gewone man rekenen. Cahill stal toch vooral van de rijken: zijn roof van een zeldzame kunstcollectie, waaronder een Vermeer, deed zijn ster snel rijzen.

Maar de regisseur van “Deliverance”, “Zardoz” en “Hope and Glory” toont ook de psychotische kanten van zijn omstreden held: wanneer hij een kompaan ervan verdenkt (ten onrechte) een goudstaaf te hebben achterovergedrukt om zijn drugs te bekostigen, kruisigt hij de man op een biljarttafel. Ook met lastige getuigen maakt hij korte metten.

Precies omdat Boorman brutaal switcht van het menselijke in het monster naar het monsterachtige in de mens en hij Cahills criminele exploten op een quasi documentaire wijze voor de lens brengt, lijkt “The General” soms een Ierse versie van “GoodFellas” van Martin Scorsese.

Een film als “The General” staat of valt met de vertolking. In de buiten Ierland vrijwel onbekende Brendan Gleeson vond Boorman een authentiek acteertalent voor het neerzetten van deze bigger than life crimineel, die in het publiek altijd zijn hand voor zijn tronie houdt om zich tegen fotograferen te beschermen.

Het gesprek met Boorman had plaats op het festival van Cannes, aan de vooravond van het referendum dat ruime steun zou geven aan het Noord-Ierse vredesakkoord.

Waarom draaide u “The General” in zwart-wit?

John Boorman: Omdat het om echt bestaande personen en waar gebeurde incidenten gaat, wilde ik de film wat losmaken van de alledaagse werkelijkheid. Zwart-wit geeft aan een film een mythische kwaliteit. Ik moet daarbij altijd denken aan die prachtige tekening van Magritte: “Ceci n’est pas une pipe”. Op dezelfde manier zeg ik met de zwartwitfotografie: dit is geen realiteit maar een film over realiteit. Kleurenfilm stelt de dingen ook mooier voor dan ze zijn. Dat heb ik willen vermijden. Als je de kleur wegneemt, is het alsof je de huid aan het wegpellen bent. Een zwartwitportret van een gezicht onthult meestal meer over het karakter van die persoon dan een kleurenportret. Kleuren leiden af van de essentie.

Eerlijk gezegd is de belangrijkste reden waarom de film in zwart-wit kon gedraaid worden dat het om een onafhankelijke productie gaat. We leenden het geld van een bank: er was geen distributeur of studio om me te verplichten in kleur te draaien.

In welke mate houdt Martin Cahill de Ierse samenleving een spiegel voor?

Boorman: Hij was alle instituties vijandig gezind: de kerk, de politiek, de politie, de ambtenarij. Door zijn levensverhaal krijg je een snapshotversie van het hedendaagse Ierland.

Interessant is dat u de twee kanten toont van zijn persoonlijkheid, op gevaar af de toeschouwer te desoriënteren?

Boorman: Ik wilde het portret tekenen van een complex figuur, zonder te moraliseren. Ik laat zijn tegenstrijdigheden met elkaar botsen. Ik hoop dat het publiek meegesleept wordt door zijn levensverhaal, zich vereenzelvigt met hem, zelf bijna crimineel wordt. Sommigen vinden dat heel verontrustend. Hetzelfde gebeurde destijds met “Peeping Tom”: Michael Powell werd door het slijk gesleurd, niet zozeer om wat zijn film vertelde, maar omwille van die gênante gevoelens die hij opriep bij de toeschouwer.

Het is moeilijk te geloven dat Cahill zo dom was het Ira voor schut te zetten. Besefte hij niet dat hij daarmee zijn doodvonnis tekende?

Boorman: Je zou het zijn death wish kunnen noemen. Martin Cahill sluit aan bij een archetypische figuur in de Ierse geschiedenis, van de Keltische hoofdmannen tot Michael Collins: de rebel die ten strijde trekt tegen de samenleving. Hij is roekeloos, sluw, intelligent, geestig. Hij haalt zich de haat van de hele samenleving op de hals en stuurt aan op zijn eigen dood, ensceneert in zekere zin zijn eigen destructie. Cahill moet zeker geweten hebben hoe het zou eindigen.

Dit archetype is ontsproten uit een gekoloniseerde maatschappij, uit de strijd tegen de overheerser en de verdrukking door de kerk. Ik heb altijd gevonden dat Ierland fundamenteel een heidens land is waar het christendom een dun laagje vernis heeft op aangebracht. Geregeld manifesteren die heidense krachten zich, bijvoorbeeld in figuren als Cahill.

Naast de politiek-sociale achtergrond steken er ook een aantal merkwaardige seksuele aspekten in het verhaal: Cahill wordt als kind misbruikt; zijn beste vriend is een pedofiel; dan is er die ménage à trois tussen Cahill, zijn vrouw en haar zuster, met wie hij ook kinderen had.

Boorman: Zoals overal elders werd ook in Ierland pedofilie lange tijd verdrongen en komt het nu massaal boven water. Het seksueel misbruik van minderjarigen door priesters gebeurde op zo’n grote schaal dat je het echt niet meer kan minimaliseren. Het is als een sluipende ziekte. In “The General” zit een scène waarin Martin tegen Gary zegt: weet je nog die priester uit onze kindertijd? Dat heeft je seksleven om zeep geholpen, dat kan je nu inroepen voor je verdediging. Waarop Gary zegt dat die priester toch een nice old boy was en hij hem niet in opspraak wil brengen. Dan merk je dat hij niet eens beseft welke letsels dit bij hem heeft teweeggebracht en hoe dit verband houdt met hoe hij nu zijn eigen dochter misbruikt.

Die ménage à trois is helemaal iets anders. Cahill lapte alle regels van de maatschappij aan zijn laars. Cahill en zijn trawanten leefden ook erg in zichzelf gekeerd, hadden weinig contact met de normale buitenwereld. Voor Cahill was die dubbele verhouding met zijn vrouw en zijn schoonzus ook geen big deal, het kwam gewoon vanzelf. Het moeilijkst om te schrijven was de scène waarin Tina, de ochtend nadat ze naar bed gegaan is met Cahill, haar zus Frances opbelt met haar bedgeheimen. Gewoon twee vriendinnen die roddelen over een vent die ze gedeeld hebben, het rare is dat de meisjes hier zusters zijn en één de echtgenote is van de man in kwestie.

Veel van uw films bezitten een dromerige, sprookjesachtige kwaliteit die geassocieerd wordt met de Ierse ziel, wat we ook zien in de films van Neil Jordan. Die dimensie ontbreekt in “The General”?

Boorman: Inderdaad. Omdat ik me strikt aan de feiten wilde houden. Ik zette de moord op Cahill aan het begin van de film, zodat dit een schaduw werpt op alles wat eraan voorafgaat en er een tragische dimensie aan geeft. Cahill was een tragische figuur: had hij niet voor de misdaad gekozen, dan had hij zich zeker op een waardevolle manier kunnen onderscheiden.

Eamonn Owens, die in “The Butcher Boy” van Neil Jordan de hoofdrol speelt, speelt in “The General” de jonge Martin Cahill. “The Butcher Boy” gaat over die jongen die geïsoleerd en achtergesteld is en zich kennelijk alleen maar kan uiten in uitzinnig psychopathisch gedrag. Uiteindelijk vermoordt hij een vrouw met een bijl. Ik zag de film pas nadat ik de opnamen van “The General” had voltooid, maar plotseling besefte ik dat die knaap uit “The Butcher Boy” had kunnen opgroeien tot Martin Cahill.

Het lijkt wel alsof de politie het Ira laat begaan bij het liquideren van Martin Cahill.

Boorman: De ware toedracht van deze aanslag blijft voor controverse zorgen in Ierland. Wat zich toen heeft voorgedaan, is niet zo overduidelijk als ik in de film toon. Oorspronkelijk waren er negentig politiemannen om Cahill te schaduwen, hun aantal werd geleidelijk gereduceerd. Maar zelfs het Ira zou niet in Dublin bij klaarlichte dag een moord plegen, tenzij men wist dat er geen politie in de buurt was. Vandaar mijn suggestie dat er misschien een heimelijke verstandhouding was.

U hebt in uw films verschillende werelden en culturen verkend. Is “The General” een terugkeer naar uw roots?

Boorman: Het zijn niet echt mijn roots: als kwart Ier ben ik zelf een outsider in Ierland. Alhoewel ik er al bijna dertig jaar woon, heb ik toch niet het gevoel dat ik deel uitmaak van het Ierse leven. Ik zie me meer als een gretige observator.

Het was zeer aangenaam om voor de verandering eens een film te kunnen maken waarbij ik ’s nachts in mijn eigen bed kon slapen. Ik woon in de Wicklow mountains, veertig kilometer ten zuiden van Dublin. Toen ik in de jaren zestig films ging maken in Amerika was dat erg bevrijdend voor iemand die opgegroeid was in Engeland, waar alles zo kleingeestig en negatief was en het klassensysteem bijzonder verdrukkend was. Amerika betekende voor mij de vrijheid. Na enkele jaren besloot ik dat ik geen Amerikaan wilde worden. Ik was verliefd op Amerika, maar wilde niet trouwen met Amerika, als u ziet wat ik bedoel. Ik had ook geen zin om terug te keren naar Engeland. Ik draaide toen de film “Excalibur” op locatie in Ierland en werd verliefd op dit landschap dat appelleerde aan iets heel dieps in mij, in spirituele zin. Ik ben er veeleer toevallig gebleven, omdat ik er een huis kocht waar ik zoveel geld moest insteken dat ik gedwongen werd er ook in te wonen! In die mythische landschappen die je ziet in “Excalibur” had ik eindelijk mijn thuis gevonden, de plek waar ik kon leven in harmonie met mijn omgeving.

“The General” was een aangename ervaring, maar ik ben altijd geïnteresseerd geweest in het draaien van een film op afgelegen locaties, dat kan de Amazone zijn maar ook een rivier in Georgia. Wat me bezighoudt, is hoe mensen reageren in extreme situaties. Zelf vind ik het ook stimulerend om films te draaien in moeilijke omstandigheden, die me dwingen tot het uiterste te gaan.

Hoe belangrijk is het voor u om precies in volle vredesproces “The General” gemaakt te hebben?

Boorman: Voor mij was dat heel belangrijk. Het is fascinerend wat er nu aan het gebeuren is: niemand is echt gelukkig met het akkoord en zowel unionisten als nationalisten zullen moeten leren leven met de consessies die gemaakt werden. Het romantisch idee om voor Ierland te sneuvelen, moet worden opgeborgen. Wat zeker een vacuüm zal doen ontstaan omdat de houding van opstandigheid doorgedrongen is tot in de vezels van de Ierse samenleving. Het hele land is gecriminaliseerd. Cahill maakt daar trouwens een toespeling op als hij zegt dat Ierland voldoende misdadigers telt om hem verkiesbaar te maken. De essentie van de Ierse maatschappij is de oppositie tegen de onderdrukker. Ik vraag me af wat er zal gebeuren als dit wegvalt. Kijk wat er gebeurde met Spanje na Franco: het land viel in slaap.

Met uw film “Point Blank” (1967) vernieuwde u het film-noirgenre door Europese avant-garde esthetiek in een Amerikaans misdaadgenre te verwerken. Hoe is dit concept ontstaan?

Boorman: Het is langzaam gegroeid. Het oorspronkelijk scenario van “Point Blank” was vreselijk, maar ik vond de protagonist fascinerend. Lee Marvin had één voorwaarde voor het maken van de film: dat we het script uit het raam gooiden en helemaal opnieuw begonnen. Ik zag de film in de eerste plaats als een studie van Marvin. Tijdens de oorlog raakte hij zwaargewond in de Stille Zuidzee en werd hij voor dood achtergelaten nadat zijn patrouille in een hinderlaag werd gelokt en volledig werd uitgemoord. Lee leed aan survival guilt. De brutaliteit van de oorlog heeft hem voor het leven getekend. In de ultraviolente rollen die hij daarna speelde, probeerde hij zijn demonen uit te drijven en zijn verloren menselijkheid terug te winnen. Wat precies ook de thesis is van “Point Blank”. Lee’s personage, Walker, wordt in het begin neergeschoten en voor dood achtergelaten. Hij verrijst uit de dood, lijkt geen menselijke emoties meer te hebben, maar beetje bij beetje komt hij terug in de wereld van de levenden.

Het ritme en de spaarzaamheid van de dialogen waren sterk beïnvloed door Pinter. En de versplinterde verhaalopbouw heb ik een beetje van Resnais gejat.

Er komt nu een remake van “Point Blank”?

Boorman:: Ja, de film is al gedraaid, met Mel Gibson. Alhoewel ik er verder niks mee te maken heb, kreeg ik wel het nieuwe script onder ogen en merkte dat het heel sterk geleek op het oude script dat Lee Marvin uit het raam kieperde!

Patrick Duynslaegher

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content