Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Minister van Buitenlandse Zaken Louis Michel dweilde vijf moslimlanden af met de boodschap dat voor Europa terrorisme en islam niet hetzelfde zijn.

De eerste keer dat België het voorzitterschap van de Europese Unie (EU) waarnam, in 1993, was het volop oorlog in de Balkan. Toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Willy Claes (SP) dacht dat hij zich nuttig kon maken door de leiders van de strijdende partijen namens Europa te gaan aanmanen de wapens neer te leggen. Maar de Servische leider Slobodan Milosevic vond het zelfs niet nodig om Claes te ontvangen – een belediging van formaat.

Dat overkwam huidig minister van Buitenlandse Zaken Louis Michel (PRL) niet. De agenda van zijn voorzitterschap werd grondig verstoord door de terroristische aanslagen van 11 september in de Verenigde Staten (VS) – een godsgeschenk voor wie zich internationaal wil profileren. Michel liet de kans niet liggen en stelde op de Europese Raad van 21 september zelf voor om in het Midden-Oosten het standpunt van Europa inzake de strijd tegen terrorisme te gaan uitleggen.

In drie dagen tijd werd hij ontvangen door de staatshoofden van vijf landen: Pakistan, Iran, Saudi-Arabië, Egypte en Syrië. Jordanië kon niet aan het lijstje worden toegevoegd, omdat de koning in de VS op bezoek was. Libanon liet weten dat het ook graag zijn gedacht zou zeggen, zodat er deze week een kort vervolg aan de queeste wordt gebreid.

Michel sleepte een zeventigkoppige delegatie mee, onder wie zijn opvolger als Europa’s minister van Buitenlandse Zaken, de Spanjaard Josep Picque die geen woord zou zeggen, en de Hoge Vertegenwoordiger (zeg maar de chef buitenland) van de Europese Unie Javier Solana. De drie vormen momenteel de nieuwe versie van wat de Europese trojka heet. Ook Europees commissaris voor Externe Betrekkingen Chris Patten (een Brit) was van de partij. Zijn woordvoerder kwam al vlak na het vertrek in de persmeute klanten ronselen voor een gesprek met zijn baas, ‘voor als het in goed Engels moest zijn’.

De eerste halte was de Pakistaanse hoofdstad Islamabad. Nadat de Verenigde Arabische Emiraten en Saudi-Arabië hun diplomatieke betrekkingen met het Afghaanse Taliban-regime hebben opgezegd – jammer genoeg iets te vroeg om Michel toe te laten mee verantwoordelijkheid te claimen voor deze demarches -, is Pakistan het enige land dat nog relaties met de Taliban onderhoudt. De lijn wordt opengehouden om een minimum aan communicatie met de Afghaanse leiders mogelijk te maken.

EEN DIPLOMATIEKE ENCLAVE

Om drie uur ’s ochtends checkte de delegatie in het hotel in. Minister Michel trok vervolgens naar de bar voor een laatste briefing door zijn medewerkers. Daarna keek hij in zijn kamer – als delegatieleider had hij de presidentiële suite gekregen – naar een film. Vanaf vijf uur begon hij zijn medewerkers uit hun bed te bellen voor een nieuwe informatieronde. Hij had geen seconde geslapen voor hij aan de zware driedaagse begon. Zijn manier om zijn hoofd op de missie af te stemmen.

De doortocht in Islamabad speelde zich grotendeels af in de ‘diplomatieke enclave’: een oase van rust in een stoffige stad vol mensen en wouwen – notoire aaseters. ‘U moet zich niet blind staren op de betogingen pro de Taliban en tegen de VS’, bezwoer Pakistans minister van Buitenlandse Zaken Abdul Sattar. ‘Hier wordt elke vrijdag betoogd en nu komen er minder mensen op straat dan anders. De fundamentalisten vormen een kleine minderheid in het land.’

Dat de massa journalisten die in Pakistan op iets spectaculairs zitten te wachten zich grondig verveelt, bleek uit de enorme belangstelling voor Michels eerste persconferentie. Alleen toen de Britse minister Jack Straw beslist had om de onder huisarrest geplaatste voormalige Chileense dictator Augusto Pinochet uit Engeland te laten vertrekken, had Michel, die zich in dat dossier geëngageerd had, meer volk getrokken.

Voor de eerste keer legde Michel uit wat de trojka kwam doen: het actieplan tegen terrorisme van de Europese Raad toelichten, de noodzaak bepleiten van een samenwerking op lange termijn en op globaal niveau, en benadrukken dat Europa geen automatische link tussen islam en terrorisme legt. Specifiek inzake Pakistan moest er natuurlijk een beloning komen voor de ‘moedige houding’ van het land in deze crisis. De Europese Commissie (EC) schudde 20 miljoen euro uit de mouw voor noodhulp – een peulschil, maar ’t is maar een begin.

‘We moeten van de gelegenheid gebruikmaken om een reeks stilgevallen dialogen weer op gang te trekken’, vertelde Michel na zijn onderhoud met Pakistans sterke man Pervez Musharraf, die twee jaar geleden na een militaire staatsgreep aan de macht kwam. Michel had een positieve indruk van de generaal die zichzelf tot president benoemde: geen bloeddorstige dictator, maar een kalme man met een visie die goed naar de mensen uit zijn omgeving luistert.

Musharraf buit de sleutelpositie waarin Pakistan terechtkwam handig uit om zich internationaal te laten aanvaarden. Hij verklaarde zelfs dat hij in oktober 2002 verkiezingen wil organiseren. Maar wat de Taliban en hun eventuele opvolging betreft, was hij voorzichtig – de Taliban werden in feite in Pakistan ‘gemaakt’. Misschien moet er een soort ’tussenregering’ komen met gematigde Taliban – als die zouden bestaan.

EEN KWESTIE VAN DEFINITIE

Dat was echter onaanvaardbaar voor het tweede land op Michels reis: Iran, dat andere grote buurland van Afghanistan. Voor Irans minister van Buitenlandse Zaken Kamal Kharazi moeten de Taliban eruit. Hij stelt de verjaagde president Burhanuddi Rabbani, die het verzet van de Noordelijke Alliantie tegen de Taliban steunt, voor als alternatief. Helaas is dat onaanvaardbaar voor Pakistan.

En er doken nog fundamentele problemen op. De hele reis werd er oeverloos geëmmerd over de definitie van terrorisme. Voor Iran is de vanuit Libanon opererende Hezbollah die tegen Israël vecht geen bende terroristen, maar een bevrijdingsbeweging die een bezetter wil verjagen. Iran vindt het wel een schande dat Europa niet erkent dat de MKO (‘een zootje communistische moedjahedien’) die Iran vanuit Irak aanvalt, een terroristische organisatie is.

Michel liet het niet aan zijn hart komen. Het zal jaren duren voor de diplomatie daaruit is. Hij maakte zich evenmin druk over de Brit Straw, ten tijde van de Pinochet-crisis op Binnenlandse maar nu op Buitenlandse Zaken, die hem de loef wou afsteken door net voor de trojka Iran en Egypte aan te doen – iederéén wil scoren. Alleen de ‘Hollanders’ hadden het verkorven: de enigen die hadden dwarsgelegen tegen Michels initiatief voor de reis. Ze konden het niet verkroppen dat België weer eens in de internationale schijnwerpers zou staan.

Tijdens een barbecue op de Belgische ambassade in Teheran, een door een hoge muur met prikkeldraad omgeven burcht, zonk Michel eventjes knikkebollend weg. Tot een telefoontje binnenkwam met de melding dat de Italiaanse premier Silvio Berlusconi had gezegd dat de westerse cultuur superieur was aan de islam. Lijnrecht tegen de stelling die Michel in het Midden-Oosten kwam verkopen. Zijn verontwaardiging joeg weer adrenaline in zijn aders.

Opvallend was dat zijn reactie in het Nederlands – Michel was in een vorig leven leraar Nederlands – heftiger was dan die in het Frans of het Engels. Hij is niet vergeten dat vooral de Vlaamse pers zijn uitvallen naar extreem-rechtse politici als de Oostenrijker Jörg Haider en de Italiaan Umberto Bossi ‘ironiseerde’. ‘Zeer erg, onaanvaardbaar, onjuist, onrechtvaardig, cultureel ouderwets, barbaars, oerdom.’ Er kwam geen eind aan Michels verbolgenheid over Berlusconi – ‘nochtans een charmante man, maar hij denkt niet na’. De obers waren de stoelen en tafels om hem heen al aan het weghalen voor hij was uitgeraasd. Vervolgens zat hij urenlang op zijn kamer te telefoneren – Michel slaapt gemiddeld maar een uur of drie per nacht. ‘Toppolitiek impliceert een sterke selectie tegen slaap’, grinnikte een diplomaat.

‘Niet alleen zijn fysieke energie maakt van Michel een toppoliticus met hoofdletter’ vertelde Europa’s Solana die het zichtbaar goed met de Belg kan vinden. ‘Hij heeft ook veel intellectuele energie. Hij vindt de perfecte balans tussen het radicalisme in zijn ideeën en een soepele manier om ze te verkondigen. Ik vermoed dat de gesofisticeerde politiek in België jullie politici veel ervaring geeft. De efficiëntie waarmee het Belgische voorzitterschap de crisis van 11 september in haar programma opnam, wekte bewondering.’

MACHIAVELLI EN MOHAMMED ALI

Terwijl de rest van de delegatie hopeloos vast kwam te zitten in de verkeerschaos van Teheran, scheurde een select gezelschap onder politie-escorte naar Irans president Mohamad Khatami. Die vond dat de ‘bitterheid gebruikt moest worden om de gemeenschappen tot een consensus te laten komen’. Hij stelde ook dat er een onderscheid moest worden gemaakt tussen de gebeurtenissen van 11 september met de link naar Afghanistan enerzijds en de Palestijnse kwestie anderzijds. Belangrijk, want het conflict met Israël hangt als een slagschaduw over een grote internationale coalitie tegen terrorisme. Khatami kreeg prompt de belofte dat er snel meer economische samenwerking tussen Iran en de EU zal komen.

‘Een uitermate verfijnde en boeiende man’, zei een tevreden Michel achteraf. Het gesprek verliep heel filosofisch. De president citeerde zowel Machiavelli als de bokser Mohammed Ali die ooit zei dat je geen overwinning moest nastreven met onrechtvaardige tussenkomsten. Hij waarschuwde ervoor dat de gezamenlijke strijd tegen terrorisme moest lukken, want dat anders het extremisme nog versterkt zou worden. Wat dezelfde dag werd bevestigd door Khatami’s tegenpool, de geestelijke leider Hoseini Khamenei, die voor een uitzinnig publiek dat ‘Dood aan de Amerikanen’ schreeuwde, uitriep dat ‘Iran nooit zou toestaan dat de VS een noodlijdend volk aanvallen, zelfs niet onder de vleugels van de Verenigde Naties (VN)’.

Een diplomaat probeerde Khamenei’s oprisping wat te kaderen door erop te wijzen dat hij ze had gedaan voor een bijeenkomst van weduwen uit de revolutie. De meerderheid van de Iraanse bevolking zou hopen dat de crisis tot meer openheid en democratie leidt. Of dat ook gold voor de bevolking van Saudi-Arabië, de derde stop op de reis, wist men in de lokale Belgische ambassade niet goed. Een hermetisch land, de basis van het moslimfundamentalisme, en een demografische tijdbom die het Saudische koningshuis bijna verplicht de steun van de VS te aanvaarden als het aan de macht wil blijven.

Minister van Buitenlandse Zaken Saud Al Faisal doet geregeld alsof hij dwarsligt, onder meer met zijn weigering om Amerikaanse troepen in Saudi-Arabië raids op Afghanistan te laten uitvoeren, maar iedereen verwacht dat hij te gelegener tijd zal bijdraaien. De discussie met kroonprins Abdallah Al Saud, het feitelijke staatshoofd, werd als ‘niet echt flitsend’ bestempeld, hoewel de man zei dat wij er nog van zouden staan te kijken als zou uitkomen wie er achter de aanslagen in de VS zat, en welke banken hun medewerking aan het onderzoek weigerden.

STIJLVOLLE EXECUTIES

Het (enige) voordeel van op heel korte termijn meerdere landen aan te doen, is dat de contrasten extra scherp worden gesteld. Michel en zijn delegatie werden overal in saaie vip-ruimtes met ongemakkelijke fauteuils ontvangen, maar in Saudi-Arabië waren die uiteraard groter en luxueuzer dan elders. ‘Zelfs de publieke executies zijn hier stijlvol’, vertelde een Belg monkelend. Michel kreeg vanuit Riyad een lift naar de Egyptische hoofdstad Caïro in het kroonprinselijke vliegtuig met een ruim salon, een chique badkamer en een sauna waarvan hij dankbaar gebruikmaakte.

Hij mocht zelfs foto’s nemen van het interieur, die hij aan zijn collega van Defensie André Flahaut (PS) zou overhandigen met de vraag of de Airbus van het Belgisch leger niet op dezelfde manier kon worden ingericht. Tijdens een van de vluchten kwam de jonge steward van het toestel plotseling ontzet de keuken uit gelopen. Michel was er zich komen omkleden, want de toiletten waren te krap voor zijn corpulente lijf. ‘Het was geen gezicht’, vond de militair.

De minister heeft een hekel aan protocol. Rookverbod in een vliegtuig? Als collega Luc Van den Bossche (SP) in zijn ziekenhuis sigaren mag roken, dan mag Michel in zijn vliegtuig een pijp opsteken. Lijfwachten probeert hij te vermijden, en tot verbijstering van diplomaten kletst hij graag met journalisten en niet per se met hen.

Zo heeft de Belgische ambassade in Washington het momenteel naar verluidt verkorven. De sfeer was al verpest toen Michel het woord ‘ rude‘ (grof) gebruikte om zijn collega Colin Powell tijdens hun eerste ontmoeting diets te maken wat hij van de Amerikaanse houding inzake de klimaatakkoorden vond. De ambassadeur probeerde dat te verzachten door toe te lichten dat Michel eigenlijk ‘ one-sided‘ (eenzijdig) bedoelde, maar Michel snoerde hem de mond en herhaalde dat hij wel degelijk ‘ rude‘ zei. Nu was Michel weer (een beetje) slechtgeluimd, want bij zijn bezoek aan Powell twee weken geleden had de ambassade hem ook veiligheidsadviseur Condoleezza Rice opgesolferd, terwijl hij liever niet met ‘haviken’ geassocieerd wordt.

De harde taal van president George W. Bush na de aanslagen dient om zijn geschrokken en verbolgen burgers te sussen, maar internationaal moet er omzwachtelder worden gereageerd. Europa bevindt zich in de juiste positie om dat in Amerika’s plaats te doen. Een bezoek aan grote moslimlanden als Saudi-Arabië en Egypte was daarbij essentieel. Een wereldwijde coalitie tegen terrorisme zonder deze reuzen zou de indruk wekken dat het toch om een strijd van het Westen tegen de islam zal gaan.

De Egyptische president Hosni Moebarak sprak over de groeiende moeilijkheden met het fundamentalisme in zijn land: vele mensen hadden gejuicht na de aanslagen in de VS. Ook moslimlanden hanteren een ander discours voor het eigen volk dan voor de internationale diplomatie. Moebarak pleitte ook voor een VN-conferentie over terrorisme. Een idee waar Michel, de moeilijkheden op de VN-bijeenkomst over racisme in het Zuid-Afrikaanse Durban indachtig, niet enthousiast over was: ‘Soms hebben goede ideeën nefaste gevolgen.’ Want op zo’n conferentie zou er gegarandeerd weer over Israël worden gebakkeleid.

MAAI DIEPSTE FEELINGS

It reached maai diepste feelings‘, vertelde Michel in Caïro over zijn bezoek aan de Palestijnse Gaza-strook tegen secretaris-generaal Amre Moussa van de Arabische Liga. Vooral als hij moe was raakte Michels Engels doorspekt met Vlaamse of zelfs nieuwe woorden. Hij benadrukte dat terrorisme geen wortels had in de conflicten van het Midden-Oosten, want anders zou het gerechtvaardigd kunnen worden, en dat is uitgesloten. Vervolgens kwam er de zoveelste persconferentie met de beginzin dat de onderhandelingen vruchtbaar waren geweest en in een vriendschappelijke sfeer waren verlopen. Hoe vermoeider Michel werd, hoe langer hij sprak en hoe minder hij zijn collega’s aan het woord liet – een gedragsaanpassing mee ingegeven door de vaststelling dat CNN zijn vragen systematisch aan de internationaal bekendere Solana stelde.

Na de zware veiligheidsmaatregelen in Saudi-Arabië en Egypte was het een verademing om rustig door de Syrische hoofdstad Damascus te kunnen rijden. Als terroristen een internationale delegatie willen aanvallen, zullen ze dat daar of in Iran moeten doen. De Syrische president Bashar Al Assad beklemtoonde tot veler verbazing dat Syrië ervaring had in de strijd tegen terrorisme, want het had de Koerdische leider Abdullah Öcalan uit het land gezet. Minister van Buitenlandse Zaken Farouk Al Sharaa zeurde op zijn beurt over wat een terrorist was, maar werd terechtgewezen door de Brit Patten met de boodschap dat in Syriës concept de ETA in Spanje of de IRA in Groot-Brittannië géén terroristische organisaties waren.

De sfeer bleef echter constructief, en de laatste avond werd Michel meegetroond naar een optreden van een gemengd christelijk en moslimkoor, als bewijs dat zijn boodschap over evenwaardige culturen goed was doorgekomen. In Syrië was niets aan het toeval overgelaten. De hele tijd stond een Belgisch restauranthouder in stand-by, voor het geval de minister midden in de nacht een steak bearnaise zou willen. Maar Michel eet tegenwoordig (iets) gezonder dan vroeger.

Op de afsluitende persconferentie, de ochtend van de terugreis, waren een grappen makende Michel en een vrolijk fluitende Solana aanwezig vóór de meeste journalisten. Ze waren uitermate tevreden. De trip was nuttig geweest, had vertrouwen gewekt, zou het begin zijn van dialoog en consensus. Michel had geleerd dat, anders dan in 1993, Europa vandaag een belangrijke diplomatieke toegevoegde waarde te bieden heeft. Alle bezochte landen zouden een internationale coalitie tegen terrorisme steunen, en op Syrië na ontzegde geen enkel land de VS het recht om, onder bepaalde voorwaarden, te reageren op de aanslagen van 11 september.

‘Maar we gaan dat hier niet in een paar jaar veranderen’, waarschuwde Michel. ‘We hebben geleerd dat er een belangrijke discrepantie is tussen wat de leiders zeggen en wat er leeft bij het volk. Daarom moeten we de wortels van het terrorisme zoeken en uitroeien.’

Stilzitten is niets voor Michel. Er wordt gefluisterd dat hij ‘binnen afzienbare tijd’ het isolement van Irak zou willen doorbreken middels een officieel bezoek. Ondertussen wil hij Afrika niet verwaarlozen. Over enkele weken zou hij eventjes naar zijn lievelingscontinent overwippen. In vijf dagen tijd zou hij er elf landen aandoen. Dat moet zelfs voor hem een record zijn.

Dirk Draulans

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content