De Brit Misha Glenny over de wereldwijde toename van de georganiseerde misdaad en zijn maffiaboek.

Tot twintig procent van ’s werelds economie komt uit misdaadkapitaal, zo schat de Britse journalist Misha Glenny. Als correspondent voor de BBC in Zuid-Oost-Europa, volgde hij onder meer de ontbinding van Joegoslavië. Hij zat er goed gepositioneerd om het uitzwermen van maffiose groepen over de wereld te volgen. Daarover maakte hij een boek, McMafia: A Journey Trough the Global Criminal Underworld.

Waarom heeft uw boek een titel die doet denken aan een fastfoodketen?

MISHA GLENNY: De georganiseerde misdaad is sinds 1990 wereldwijd gegroeid en in bondgenootschappen gestapt. Enkele groepen, zoals de zeer gevreesde Tsjetsjenen, staan anderen zelfs het gebruik van hun naam toe, om tegenstanders te intimideren. Het zijn bijna franchisegevers zoals de hamburgerbraders.

Bestaan er wereldomvattende misdaadorganisaties?

GLENNY: Niet in de strikte zin. Maar in de cocaïnehandel is er best wel een hoge organisatiegraad, die van de productie tot in het afnemerland reikt. Zo ontmoetten eind 1992 Colombiaanse cocaïnekartels en Europese gangsters elkaar op het Caribische eiland Aruba, om de cocaïnesmokkel naar Europa uit te breiden – en dit op uitnodiging van Italiaanse advocaten uit Brazilië.

Is de Italiaanse maffia dan nog altijd zo machtig?

GLENNY: De Calabrische ‘Ndrangheta heeft toch tijdig zijn winsten uit de ontvoeringen geïnvesteerd in de cocaïnehandel en werd daarmee onmetelijk rijk. Nu is het zo dat na de val van de Sovjet-Unie ongelofelijk veel nieuwe potente groepen op de markt kwamen, die anders functioneerden dan de klassieke Italiaanse maffia. De nieuwe groepen is het alleen te doen om het profijt.

Hebben ze de maffia verdrongen?

GLENNY: Nee, want die nieuwe groepen waren in de eerste plaats in eigen land actief. Met de instorting van het communisme verdween niet alleen een ideologie, de hele staat werd ontbonden. Bulgarije alleen al ontsloeg 14.000 medewerkers van zijn veiligheidsdiensten. Die stonden plots op straat en konden niets anders dan smokkelen, bewaken en netwerken opbouwen.

En daarom hebben veel van die landen nog niet de structuren van een rechtsstaat opgebouwd?

GLENNY: Men mag toch ook niet vergeten dat die bendes de opbouw van het kapitalisme pas mogelijk hebben gemaakt.

Hoe bedoelt u dat?

GLENNY: Ze waren de vroedvrouwen van het nieuwe economische systeem. Bij gebrek aan een functionerende politie en rechtspraak legden de criminelen de spelregels vast en zorgden ervoor dat ze gerespecteerd werden. Zo was het in Rusland en ook in Oekraïne.

In het Westen heerste toen de angst dat Oost-Europese bendes zich hier konden uitbreiden. Was die vrees ongegrond?

GLENNY: Die zijn toch niet gek. Ze wilden hier geen gedoe, maar hun kapitaal veilig beleggen. Sinds het einde van de Koude Oorlog vloeide tussen de 200 en de 300 miljard dollar uit Rusland weg. Dat geld werd vooral belegd in de westerse industrielanden.

Allemaal maffiageld?

GLENNY: Voor een deel wel, maar het onderscheid is moeilijk te maken. Het geld kwam vooral uit de olie- en gasbusiness, en werd via Israël, Cyprus, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk gewassen.

Dan heeft de globalisering de georganiseerde misdaad een handje geholpen?

GLENNY: Zonder meer. Met de enorme toename van de internationale goederen- en kapitaalstromen steeg ook het aandeel van criminele gelden, zonder dat er mogelijkheden waren om te controleren.

Waarom keek het Westen werkeloos toe?

GLENNY: Iedereen was belust op de poen, en Rusland was tot diep in de jaren negentig een blinde vlek. Niemand wist wat daar gebeurde. Tegelijk raakten Russische maffiosi langs Boedapest en Praag probleemloos in de Europese Unie.

Hoe groot is de invloed van criminelen in het voormalige Oostblok?

GLENNY: Enkele staten waren op z’n minst een tijd in handen van criminelen. Zo vormde zich, onder de dekmantel van de oorlog in ex-Joegoslavië, een pan-Balkanmaffia die over alle confessionele tegenstellingen heen West-Europa voorzag van drugs, prostituees en goedkope sigaretten.

©Der Spiegel

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content