Morgen wordt het beter, belooft de Franse premier Alain Juppé. Maar (bijna) niemand gelooft hem nog. ?Hij zit onder de Prozac.?

VOLGENS DE VAKBONDEN was het niet meer dan een algemene repetitie. Na werkonderbrekingen van journalisten, artsen, vrachtwagenchauffeurs en bankemployés (?Ieder zijn staking?, schreef Le Figaro) ging vorige week donderdag ook de publieke sector plat. Er werden onmiddellijk vergelijkingen gemaakt met de sociale onrust, die vorig jaar in november en december het hele openbare leven lam legde. Het viel mee : de bussen en de metro reden vrijwel normaal, de Parijzenaars hoefden niet op de fiets of op roller blades naar hun werk. Van de meer dan vijf miljoen ambtenaren staakte slechts 35 procent (op de eerste actiedag in 1995 was dat 57 procent).

Terwijl premier Juppé vorig jaar nog met zijn spierballen rolde (hij sprak toen over ?lui vet? dat moest worden weggesneden), probeerde hij nu de zaak te sussen. Zijn minister van Openbaar Ambt Dominique Perben beloofde dat er in 1997 een einde komt aan de loonstop en nodigde de vakbonden uit voor onderhandelingen. Ook de secretaris-generaal van de socialistische vakbond CFDT Nicole Contat goot olie op de golven. Zij riep haar achterban op tot een compromis met de regering (tegenstanders noemen haar ?de vijfendertigste minister van Juppé?), omdat ook zij vindt dat de Fransen zich inspanningen moeten getroosten om straks tot de voorhoede van de Economische en Monetaire Unie te behoren. De CFDT steunt de acties wel, maar niet van harte. Tijdens een demonstratie in Parijs werd Contat door leden van de communistische vakbond CGT bespuwd en met blikjes bekogeld : ?Salope, retourne à tes cuisines?. Enig seksisme is ook het lijdend en strijdend proletariaat niet vreemd.

MAASTRICHT.

Ondanks de magere opkomst op de eerste actiedag, mag Juppé zich zorgen maken. Uit opiniepeilingen blijkt dat nog slechts 21 procent van de Fransen ?min of meer tevreden? is over de premier een record dat in het verleden alleen door Edith Cresson is geëvenaard. Juppé is de gijzelaar van de verkiezingsbeloften die Jacques Chirac vorig jaar tijdens de campagne voor de presidentsverkiezingen rondstrooide : de gaullisten zouden van de strijd tegen de werkloosheid en de ?uitsluiting? hun eerste doelstelling maken en tegelijkertijd het begrotingstekort terugbrengen tot de drie-procentsnorm van Maastricht. Ook al probeert Juppé de moed erin te houden (?volgend jaar zullen wij de vruchten plukken van ons beleid?), de Fransen vertrouwen hem voor geen sou. ?Hij zit onder de Prozac,? sneerde een socialistisch parlementslid. De economische groei (1,3 procent) valt tegen, het gat in de sociale zekerheid bedraagt dit jaar 300 miljard Belgische frank en vooral : de werkloosheid blijft stijgen. Meer dan drie miljoen Fransen zit nog altijd zonder baan. De tanende populariteit van de gaullisten komt vooral extreem-links en extreem-rechts ten goede : bij tussentijdse verkiezingen in Gardanne, een voorstad van Marseille, streden een communist en een kandidaat van het Front National afgelopen zondag om de zetel van Bernard Tapie.

In 1998 moeten de Fransen een nieuwe Assemblée kiezen. Bij ongewijzigd beleid kan dat alleen betekenen dat de coalitie van gaullisten en liberalen haar meerderheid verliest en dan breekt een nieuwe periode van cohabitation aan dit keer met een rechtse president in het Elysée en een socialistisch premier. Chirac weet uit ervaring hoe ongemakkelijk zo’n situatie kan zijn (hij was ooit premier onder François Mitterrand) en dus moet hij handelen.

Hij kan natuurlijk vervroegde verkiezingen uitschrijven, maar dat zou in de gegeven omstandigheden niet echt een slimme zet zijn. Onder de Vijfde Republiek is het in Frankrijk usance dat de premier de pispaal is. Geen enkele voorganger van Juppé heeft zijn ambtstermijn ooit volgemaakt. Als de president onder druk komt te staan, stuurt hij de regering de laan uit. Chirac houdt weliswaar vol dat hij vierkant achter Juppé blijft staan, maar de weddenschappen zijn geopend.

Logischerwijze zou de populaire gaullistische voorzitter van de Assemblée Philippe Séguin de opvolger van Juppé moeten worden. Ironisch genoeg lijkt Séguin, die ten tijde van het referendum over Maastricht het kamp van de nee-stemmers aanvoerde, de enige politicus die in staat is om de tegenstanders van de eenheidsmunt te paaien. Maar Séguin bepleit ook een voorafgaande devaluatie, terwijl Chirac zweert bij stabiele wisselkoersen en een sterke Franse frank. Een liberale premier uit het UDF ( Union pour la Démocratie Française) dan maar ? Ook dat is weinig waarschijnlijk. In Parijs circuleert nu het scenario dat Chirac erover zou peinzen om zijn oude vriend (en sinds de presidentsverkiezingen zijn aartsvijand) Edouard Balladur van onder de mottenballen te halen. Er mag al eens gelachen worden.

P.P.

Ambtenarenstaking in Nice : algemene repetitie ?

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content