Ingrid Van Daele
Ingrid Van Daele Ingrid Van Daele is redacteur bij Knack

Stop uw geld voor de rest van uw leven in een spaarkous. Of haal het eruit.

Kopen wat we niet kunnen betalen? We doen het allemaal en niet meteen op de meest bescheiden manier. De Nederlanders zijn nog de grootste schuldenaars. Ze ‘kopen’ een woning en betalen alleen de intrest op de hypotheeklening. Ze vernieuwen de hypotheek of verkopen het huis als ze er genoeg van hebben en strijken, als gevolg van de explosieve stijging van de woningwaarde in Nederland, soms ook nog een meerwaarde op. Of, en zulke Nederlanders zijn er ook, ze leggen een spaarpot aan via bijvoorbeeld een gemengde levensverzekering waarvoor ze premies betalen en storten bij uitkering het kapitaal aan de bank terug.

Dat laatste systeem kennen wij ook. Toch is het aantal Belgen dat een deel van zijn loon daartoe aan een levensverzekering besteedt, tot een minimum beperkt. De looptijd van de lening is vaak lang: meestal tot 65 jaar. Oudere leners betalen hoge premies voor de levensverzekering. Kortom, het is doorgaans een dure formule. De intrest wordt telkens berekend op de beginsom van het kapitaal en neemt niet af na verloop van tijd. Kapitaalkrachtigen die al over een onroerend patrimonium beschikken en willen genieten van een vaste intrestlast, zijn toch bereid om ervoor te betalen.

Ook het eerste systeem, zorgeloos lenen met alleen een terugbetaling van de rente zoals bij de noorderburen (waar de lener maximum 75% van de gedwongen of omgerekend grosso modo 50% van de vrije verkoopwaarde van het huis kan lenen), is niet aan de modale Belg besteed. Het systeem bestaat – het krediet op vaste termijn voor een periode van drie, vijf of uitzonderlijk zeven à tien jaar – maar staat niet in de etalage bij onze banken. De reden: één, ze vinden het risico te groot. Zal het kapitaal wel worden terugbetaald? Twee, voor de gewone Belg is het fiscaal niet interessant.

Wie de bank echter kan garanderen dat hij een aanzienlijk kapitaal verwacht uit een groepsverzekering, een effectendepot, of een kleiner of groter patrimonium, kan toch gaan aankloppen voor een krediet op vaste termijn. De gefortuneerde vijftiger-zestiger die intresten kan aftrekken ter waarde van het vaak hoge kadastraal inkomen van zijn woning(en), vindt ongetwijfeld een klankbord bij een Belgische bank.

De gewone Belg is echter doorgaans beter af met het gebruikelijke systeem: de lineaire terugbetaling van de lening via een vast maandelijks bedrag alles incluis, of de vaste maandelijkse kapitaalaflossing vermeerderd met de intrest op het nog uitstaande kapitaal. Een systeem dat hem een aardig belastingvoordeel kan opleveren: hij krijgt een belastingvermindering voor het terugbetaalde kapitaal, kan een deel van de intresten aftrekken, en geniet een belastingvermindering voor de premies van de schuldsaldoverzekering. De bank kan perfect berekenen hoeveel het voordeel bedraagt.

Voor een enige woning schommelt de belastingvermindering voor kapitaaldelging doorgaans rond de 50% van de terugbetaling van het kapitaal. Deze belastingvermindering wordt berekend op een maximale kapitaalaflossing van 67.000 frank per belastingplichtige, waarin ook de premies voor de schuldsaldoverzekering moeten zitten (het maximum van 67.000 frank geniet je maar vanaf een netto-beroepsinkomen van 1.030.000 frank). Enkel de kapitaalaflossingen voor een eerste kredietschijf van 2.221.000 frank (voor inkomsten 1999) komen in aanmerking. Bij een enige woning wordt het plafond bovendien opgetrokken naargelang het aantal kinderen ten laste. Voor wie leent voor een tweede woning zakt de belastingvermindering tot een vork van 30 tot 40%, berekend op hetzelfde maximum van 67.000 frank. De intresten worden afgetrokken van het geïndexeerde kadastraal inkomen van je woning(en). Het fiscaal voordeel bij de aftrek van de eigen woning (de woning waar je woont) is eerder beperkt. Maar onder bepaalde voorwaarden is het mogelijk nog een ‘bijkomende intrestaftrek’ te genieten, die een veel groter fiscaal voordeel zal opleveren. Het moet onder meer gaan om een enige woning en meestal om een nieuwbouw.

Opmerkelijk is, dat in tegenstelling tot vroeger de fiscale voordelen voor de kapitaalaflossingen betaald vanaf 1 januari ’98, ook toegekend worden voor leningen die niet in België, maar in een ander land van de Europese Unie zijn afgesloten. Belgen die over de grens interessantere tarieven hebben ontdekt en een bankinstelling vinden die hen een lening wil toekennen, kunnen erop intekenen zonder verlies van de belastingvermindering. Zonder tussenkomst van de Europese Commissie was dat nog steeds niet het het geval. Maar, alweer zijn ook hier een aantal voorwaarden vooropgesteld. Bijvoorbeeld: de schuldsaldoverzekering moet nog steeds worden afgesloten in ons land. Vrij verkeer van diensten en kapitaal is duidelijk nog steeds begrensd.

Belgen die wonen aan de rand van Nederland kunnen ook andere ‘leenvoordelen’ ontdekken bij onze noorderburen. De Nederlandse Rabobank in de grensstreek biedt hen de mogelijkheid een krediet op te nemen met hun huis als pand, om te reizen, huisverlaters te financieren en noem maar op. Wie bijvoorbeeld beschikt over een afbetaald huis met een waarde van 5 miljoen frank kan daarvan 3 miljoen frank lenen – ‘opeten’ zoals dat heet – en enkel de intresten afbetalen. Wanneer hij de woning verkoopt, wordt de lening afgelost met de verkoopopbrengst. Doordat het niet gaat om een hypothecaire lening voor onroerend goed is het systeem fiscaal gezien ook weer niet voordelig in ons land. Het einde van de fiscale folklore binnen Europa is nog niet voor meteen.

Illustraties Kristina Ruell

Ingrid Van Daele

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content