Op termijn dreigen crisissen in Iran, maar momenteel kan niemand de knokploegen van het regime aan.

Het is zomer en warm in Teheran, dus kwamen de studenten op straat om te protesteren over studentendingen. Tegen privatiseringen van de universiteit en zo. Ze doen dat het eerst op de campus, en vervolgens op straat, waar de jonge werklozen massaal geïnteresseerd zijn in al wat op protest lijkt tegen het regime van de islamitische republiek en haar ‘leider’ Ali Khamenei. Dit jaar gebeurde het in de week van 9 tot 16 juni, en de ‘onrust’ stak na Teheran ook andere steden aan: Isfahan, Shiraz, Ahwaz… Toen gingen een paar honderd studenten de stad in en ze vonden algauw een paar duizend sympathisanten, wat resulteerde in verkeerschaos en toeterende autokaravanen. Want het regime van Khamenei heeft haast geen enkele steun meer bij de Iraanse bevolking.

Maar het regime van de ‘hervormers’ rond de tweemaal verkozen president Mohammed Khatami – van langsom duidelijker machteloos en opgesloten in hun parlement dat niet in staat is er een reformistisch getinte wet door te krijgen – is nu bijna evenzeer uit de gratie. Opnieuw hebben de hervormers twee wetsvoorstellen ingediend die de president meer armslag moeten geven en de macht van de ‘leider’ aan banden moeten leggen. Maar juist de door de leider gecontroleerde Voogdijraad moet die wetten goedkeuren.

Bij de laatste, lokale, verkiezingen, is nog twaalf procent van het electoraat komen opdagen, zelfs in Teheran werden de reformisten weggeveegd. Het dubbele regime Khatami/Khamenei glijdt al maanden op een grote crisis af, maar aangezien er geen gestructureerd alternatief voorhanden is, lijkt die crisis zich niet te kunnen kristalliseren.

Dus stuurde het regime zijn knokploegen de straat op. Een paar slaapzalen werden bestormd en vernield, studenten in elkaar geslagen. Een paar honderd mensen opgepakt, studenten meestal prompt weer losgelaten. Een aantal gewonden, meestal niet ernstig. Het regime weet hoe impopulair het is, het balanceert tussen te hard slaan – dat isoleert Iran in de wereld – en niet hard genoeg, waardoor de mensen niet meer bang zijn. Toen is VS-president George W. Bush de ayatollahs te hulp gekomen, door de studenten te steunen ‘die vreedzaam hun politieke mening uitten’. Dat was genoeg om het hele Iraanse establishment, studenten, conservatieven en reformisten, willens nillens in één patriottisch anti-Amerikaans blok bijeen te brengen.

Komt daarbij dat de VS Iran op hoge toon beschuldigen van de aanmaak van atoomwapens, of toch pogingen daartoe, en ze de Europese Unie daarin dreigen mee te slepen. De EU praat al een tijd met Teheran over een handelsakkoord, waarover in grote lijnen al een overeenkomst bestaat. Nu zet de Unie Iran onder druk om de inspectie van de atoomwaakhond IAEA toe te laten, wat Teheran natuurlijk toezegt, en dan in de praktijk weigert. Niets nieuws dus, crisis in de maak op langere termijn.

Maar er is een derde element, dat de vergelijking interessanter maakt. Nu de sjiieten in Irak in principe vrij zijn om te doen en te denken wat zij willen – en zij willen vaak géén regime zoals in Iran -, zal men benieuwd zijn welke richting het religieus-politieke denken dáár uit gaat. In Najaf, waar altijd al het echte centrum van het sjiisme zat, zouden de ayatollahs hun collega’s van Qom in Iran weleens het tapijt vanonder de voeten kunnen trekken. Ook dáár is op termijn een crisis in de maak.

Sus van Elzen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content