In Hongkong is het Chinese communistische schrikbeeld vervangen door de nachtmerrie van de economische crisis.
We zijn een jaar verder: per 1 juli is Hongkong een jaar deel van de Chinese Volksrepubliek, het moederland of “het Vasteland” of hoe de verdere eufemismen luiden mogen. We zijn een jaar verder en wat is er veranderd?
Niets, eigenlijk. Of, op een ironische manier die niet te voorspellen viel, alles: het oude Hongkong is er nog, met z’n instellingen quasi intact en z’n wetssysteem bijna ongemoeid, met z’n regels en z’n rijken en z’n liberalisme, de Star Ferry naar de city-torens van Central en Wanchai, z’n nieuwe luchthaven die komende maand opengaat en die de grootste, de modernste, de duurste, de intelligentste van de hele wereld zal zijn, zolang als het duurt, met haar nieuwe bruggen (de langste, de mooiste, de duurste…), haar nieuwe spoorlijn, haar autoweg, haar eigen nieuwe stad zelfs, met ziekenhuizen, scholen, postkantoor, woningen… In de inkomsthal zijn ze de al te blinkende zwarte tegels aan het mat maken, omdat iemand bang was dat de Italianen er onder de rokken van de dames komen kijken. Waarom de Italianen?
Als om het allemaal te vieren en nog wat kracht bij te zetten, had de Speciale Autonome Regio (SAR) Hongkong het, zoals trouwens in de tijdschema’s van de afspraken en de Basic Law voorzien, zo geregeld dat nu ook nieuwe verkiezingen voor de plaatselijke wetgevende vergadering gehouden werden. Op 24 mei was dat, en nog geen week later liet de regering weten, bij monde van de minister van Financiën Donald Tsang, dat ze voor het jaar twee van Hongkong in het moederland niet meer de grote economische groei voorzag die iedereen hier normaal vond, maar een economische inkrimping van twee procent. Het was alsof de SAR een andere wereld binnenstapte – een waaraan de heren in de Volksrepubliek echt geen schuld hadden.
CONSENSUS VEREIST
Die verkiezingen werden dus met brio gewonnen door de “Democraten” rond Martin Lee, Emily Lau, Christine Loh, dat wil zeggen de lieden die ze de vorige keer ook gewonnen hadden, volgens het door de “laatste gouverneur”, Chris Patten, tegen de zin van Peking in ingevoerde kiessysteem. Na de handover had China dat parlement ontbonden en er een nieuw laten aanduiden, de Provisional Legislature, die nu weer vervangen wordt door de nieuwe Legco. Hier heeft men te maken met enkele subtiliteiten die misschien nog niet allemaal zichtbaar zijn: aanpassingen in de tekst van reglementen, in de vertegenwoordiging, in de hiërarchie. In de ogen van pragmatische ex-maoïstische Chinezen die bovendien oud zijn, is het verschuiven van een ex-kolonie van één macht naar een andere misschien geen wereldschokkende operatie, toch zijn er tussen de Chinese instellingen en die van het Britse Imperium verschillen van nadruk, details en naamgeving die soms niet met een pennenstreek gelijkgeschakeld worden.
Zo het gebruik van het woord crown in de Hongkongse wetteksten, de kroon dus, de koningin. In Peking is er geen koningin, al zijn er oude mannen die op hun manier ook veel macht hebben. Een aantal wetten moeten aangepast worden, en een aantal noties eveneens. Dat gaat niet altijd even vlot, en sommige commentaren in Hongkong hebben het over een nieuw kolonialisme: Peking dat het kolonialisme van Londen gewoon wil overnemen, en al doende nog meer macht over Hongkong en z’n mensen verwerven dan Londen al had. Wetteksten die op die manier een slag krijgen zonder dat dat onmiddellijk woeste reacties van eeuwen jurisprudentie oproept. Veel hiervan is bijkomstig, maar niet alles.
Professor Peter Wesley-Smith, aan de rechtsfaculteit van de universiteit van Hongkong, kijkt met enig leedvermaak naar de groeiende onenigheid over de minigrondwet van Hongkong, de Basic Law, waar nu zo mee geschermd wordt. In die Basic Law staat het tijdschema voor democratisering ingeschreven, tot 2007, waarna alles verandert. Voor de regering en C.H. Tung staan de opkomst en de resultaten van de verkiezing voor de steun van het volk aan de Basic Law. Voor de oppositie staan die juist voor de wil van het volk om de Basic Law te wijzigen; om het tijdschema te versnellen, zodat reeds in 2000 op een volledig democratische manier gekozen kan worden. Omdat alle partijen het zogenaamd eens zijn over de democratie, en alleen over het tempo ervan discussie zou zijn.
Mooie discussie, zegt Peter Wesley-Smith, maar ze hebben de annex van de Basic Law niet gelezen, waarin de regels voor na 2007 uitgespeld staan. Op dat punt gekomen immers, als de Legco voor de helft rechtstreeks verkozen is, moet men verder kunnen gaan, en daartoe moet die Basic Law veranderd worden. Maar die verandering, voor de Legco, is maar mogelijk als er een tweederde meerderheid voor is, plus het akkoord van de chief executive (die door Peking benoemd wordt) dat moet voorgelegd worden aan het Standing Committee van het Volkscongres in Peking, zij het niet ter goedkeuring. Het komt erop neer dat er een consensus nodig is om die amendementen erdoor te krijgen, ook in Peking. En de Legco is dan nog niet eens belangrijk.
SLECHTE FENG SHUI
De rechtstreekse verkiezing van de chief executive, eveneens na 2007, is veel belangrijker. En zoals de zaken nu liggen, komt die er ook niet. Daarvoor is immers al het bovenstaande vereist: tweederde in de Legco, het akkoord van de chief executive zelf, het akkoord deze keer ook van het comité in Peking, en dan is er nog niets gezegd over de selectie van de kandidaten. “Om dat mogelijk te maken, moeten de omstandigheden grondig veranderen”, zegt Wesley-Smith. “Als de Chinezen zich op hun gemak en zelfzeker voelen, dan laten ze het misschien wel toe. Hun fundamentele zorg tot nog toe was de angst voor afscheiding. Dat was de hoofdreden waarom er tijdens de Britse periode ook geen democratisering mogelijk was. Maar als, in een moderner China, onafhankelijkheid of een grotere autonomie voor Hongkong gewoon niet op de agenda voorkomt, dan kunnen ze het misschien overwegen.”
Maakt dat de eisen van de Democraten zoals Martin Lee irrelevant? Misschien niet eens, zegt de professor, er zal hoe dan ook tijd nodig zijn om de implicaties van het nieuwe wetssysteem onder de knie te krijgen. De juristen in Hongkong zijn de Basic Law lang nog niet meester – het Britse systeem, waarin ze min of meer opgeleid zijn, kent geen geschreven grondwet. En tegen de tijd dat ze alles op een rijtje hebben, zal misschien ook in China weerom het een en ander veranderd zijn.
Het onderscheid in belang dat Wesley-Smith maakt, tussen zogenaamd parlement en wel degelijk bestaand executief, heeft de Hongkongse politiek altijd al getekend. De Legco ( Legislative Council) wordt met veel bombarie verkozen, net of het is echt, maar heeft in feite helemaal niet zoveel in de pap te brokken. De echte beslissingsmacht zit bij de chief executive, vroeger de gouverneur van de kroon, nu C.H. Tung, die door Peking benoemd wordt om de zaken lokaal te beredderen. Dat maakt van het hele gebeuren natuurlijk nog wel wat meer dan een veredeld schepencollege, gezien het statuut van SAR en de notie “een land twee systemen”, maar men kan er Tung toch van verdenken dat hij de specificiteit van Hongkong niet al te ernstig neemt. “Hij denkt wellicht meer in termen van één land dan van twee systemen”, grinnikt Wesley-Smith, die eraan toevoegt dat Tung zo’n verschrikkelijk slechte feng shui heeft. Pech. C.H. Tung is een pechvogel, en dat is in Hongkong misschien het laatste wat je mag zijn.
Was het niet begonnen met de handover zelf, een jaar geleden, die het slechtste weer in jaren over Hongkong had gebracht? Was dan de kippengriep niet gekomen? En de Aziatische financiële crisis? En nu die verkiezingen, drie keer had hij de datum gewijzigd wegens slechte feng shui (de wind- en waterelementen waarmee Chinese waarzeggers de gunstige of ongunstige conjunctuur proberen te meten). En toen die verkiezingen gehouden werden, zijn ze bijna letterlijk weggespoeld door een zelden geziene waterhoos.
KWETSBAARHEID NEEMT TOE
De Chinezen hebben hun woord gehouden, daarover is iedereen het eens. Zwartkijkers zien in de wetgeving over subversie die op het programma staat later dit jaar het begin van een strakkere aanpak – maar dat moet nog komen, en niets is zeker. Maar terwijl de angst voor Peking afnam, de Chinese militairen in het stadsbeeld onzichtbaar bleven en de kranten precies bleven schrijven wat zij daar allemaal van dachten, is de conversatie van de mensen geleidelijk verschoven naar nieuwe zorgen. De werkloosheid die Hongkong voor het eerst ernstig aantast, leidt nog niet tot sociale onrust. Maar wat nog niet is, zal komen.
De Aziatische Tijgers die ook voor Hongkong met hun centen de kip met de gouden eieren waren, zijn bijna failliet en komen niet meer, kopen niet meer. De Zuid-Koreanen, de Thais, de Taiwanezen blijven weg. De Japanse toeristen zijn zo goed als uit het stadsbeeld verdwenen. Hoewel de Hongkongse vastgoedmarkt – die erg van speculatie te lijden had – ineengestort is, zodat de prijzen met veertig procent verminderd zijn en Hongkongers tegenwoordig al liever een eigen flat gaan kopen dan er aan een vergelijkbare prijs een te leasen van de regering en aan allerlei regels gebonden te zijn, blijft Hongkong een zeer dure plaats in Azië. Zodat hotels onderbezet zijn, dure winkels verdwijnen, antiquairs de tijd nemen om eindelijk met vakantie te gaan. En in de chique galerijen van de hotels ongewone, bijna spookachtige stiltes kunnen vallen, waar de handel is dichtgekleefd met krantenpapier. De Aziatische crisis is over Hongkong gekomen – eigenlijk was ze er al, maar de arme C.H. Tung had hem nog niet gezien.
“Maakt niet uit,” zeggen Hongkong-veteranen, “we komen er wel uit. Twee jaar en we zijn er wel weer bovenop, we hebben al eerder klappen gehad.”
Dat zal wel zo zijn, maar voor de eerste keer sinds het grote goudrapen begon, lijkt Hongkong wat minder dynamisch te worden, kwetsbaar bijna, als je niet wist dat het op rots gebouwd is.
En wat de politiek aangaat, zijn de meesten het er wellicht in grote lijnen over eens: alles zal afhangen van wat er tussen dit en tien jaar in China gebeurt. Dat beweegt nu snel en onvoorspelbaar genoeg om in 2007 al zelf aan het hervormen te zijn, of misschien ook helemaal niet. In Hongkong doet de regering daar geen uitspraak over, pragmatisch als ze is, en de administratie ook niet, en de heersende oligarchie van rijke heren ook niet: tot 2007 de Basic Law zoals ze is, en dan zien hoe het in China staat. En ons, tot dan, met rust laten.
Dat laatste, dat zou, gezien de slechte feng shui van C.H. Tung, wel eens een wensdroom kunnen zijn.
Sus van Elzen