Bulgarije krijgt een nieuwe cohabitatie. De nieuwverkozen centrum-rechtse president Petar Stojanov staat tegenover een regering van tot socialisten hervormde communisten.

EEN BERICHT UIT SOFIA

DE VOORMALIGE Bulgaarse ambassadrice in Brussel, Lea Cohen, roert ogenschijnlijk onaangedaan in haar cappuccino. Maar ze is opgewonden, zeg maar razend, en haar gifpijlen richt ze op de socialistische regering van haar land. ?Dwergen zijn het, oplichters en leugenaars. Twee jaar geleden kwamen die ex-communisten aan de macht, maar ze deden al die tijd niks. Nu de boel in mekaar dondert, lopen ze naar alle kanten : Parijs, Brussel, Moskou. Maar ze redden het niet. Laatst hielden ze nog een brief achter, waarin de voorzitter van de Europese Commissie schreef dat hij de gevraagde noodhulp graan niet kon toezeggen. Zo laag zijn ze gevallen.?

Cohen, een goed verzorgde vijftigster, gemanicuurde handen, vlekkeloze make-up, rood mantelpak met een frivool kubistisch motief, deed vijf jaar lang en tot begin 1996 Brussel. Nu werkt ze, terug thuis, voor Radio Free Europe en schrijft ze in oppositiekranten. In haar artikelen laat ze, zoals in haar babbel op een vroege zondagochtend in de bar van hotel Sofia, geen spaander heel van het regeringsbeleid. ?We verloren zeven jaar democratie door die knoeiers. In 1994 wonnen ze de parlementsverkiezingen en sindsdien deden ze niks meer ; geen hervormingen, geen privatiseringen, gewoon niets. Wel voerden ze zuiveringen door in de media, in overheidsbedrijven, het leger, de ambtenarij. Maar zuiveringen werkten misschien twintig jaar geleden, vandaag niet meer. Ze creëerden een Frankenstein. Dat keert zich tegen hen en is ironisch genoeg gevaarlijker dan de oppositie. Nu de socialisten de verkiezingen voor het presidentschap verliezen, worden ze hysterisch. De premier gaf openlijk stemadvies, dat is niet alleen pathetisch, maar ook ongrondwettelijk.?

OPSLAG.

Bulgarije is verraderlijk, Sofia misleidend. Over de kasseien van de hoofdstad dokkeren, tussen Lada’s en een zeldzame Trabant, opvallend veel grote Japanse 4×4’s, BMW’s, Europese middenklaswagens. Er scheurt zelfs een unicum rond : de enige hemelsblauwe Mercedes coupé ter wereld met een blauw zwaailicht, bemand door twee in leer verpakte politieagenten. In de muziekwinkel ligt de nieuwste cd van dEUS. Je hebt de verplichte Benetton-zaak en de McDonald’s, Europese merkengarages met blinkend blik, een moderne goem met de meest exclusieve parfums en designkleren. Mensen op straat lopen behoorlijk gekleed, niet te vergelijken met het lompenproletariaat in Tirana of Boekarest. Plovdiv, twee uur rijden oostelijk van Sofia, oogt zelfs als een aangename stad met een keurig historisch centrum, verborgen galerijtjes, veel ontroerend dilettantisme van zondagschilders, producten van de meest uiteenlopende vormen van huisvlijt, een keurige winkelwandelstraat vlakbij het antieke, Griekse theater.

Maar er klopt iets niet. Begin dit jaar lichtte de Wereldbank zeventien voormalige communistische landen economisch door. Bulgarije kwam uit op een schamele veertiende plaats ; alleen Moldavië, Macedonië en Albanië presteerden slechter. Wat Cohen de bittere bedenking ontlokt : ?Zeven jaar democratie bracht ons de status van ontwikkelingsland. We behoren nu tot de armste twintig naties ter wereld.?

Schitterend staat Bulgarije er niet echt voor. Financieel is het gewoon een klerezooi. In mei van dit jaar gingen de Mineral Bank en de First National Bank over kop. Kleine spaarders kregen slechts een schijntje van hun tegoeden terug in intussen door inflatie aangevreten geld. In september deden liefst negen banken de deuren dicht. De regering houdt gedupeerde klanten voor dat ze hun lev misschien kunnen recupereren via de opbrengsten van nakende privatiseringen. Van de taktiek om gaten op een weinig orthodoxe manier te vullen, heeft die regering wel een handje weg, want eerder dit jaar betaalde ze een gedeelte van de schuld aan Polen terug door de uitvoer van sigaretten naar Rusland. Het deviezentekort is echter zo nijpend, dat er geen geld meer is om in het buitenland graan te kopen. Voor het eerst in de naoorlogse geschiedenis van Bulgarije dreigt er nu een hongerwinter. Door massale graanverkopen vorig jaar, bleef niet genoeg zaaigoed over, zodat de productie deze zomer onder alle prognoses bleef.

De regerende socialistische partij, ex-communisten dus, laat er zich wel op voorstaan dat ze de globale buitenlandse schuld het afgelopen jaar gevoelig afbouwde. ?Zelfs het Internationaal Monetair Fonds erkent onze inspanningen,? merkt minister van Arbeid Mincho Koralski op. Hoewel, de vermindering van de schuld van 380 miljard frank in 1993 naar 290 in 1995 valt voor het grootste stuk toe te schrijven aan een alles verterende inflatie : volgens regeringscijfers 118 procent dit jaar, maar volgens de Wereldbank zou Bulgarije tegen december op 769 procent uitkomen. De nationale bank is al lang de tel kwijt en laat de basisrente als een jojo op en neer gaan : 67 procent in april ’96, 108 in mei, 300 in september, 240 in oktober.

Volgens Koralski blijft alles onder controle, want ?we hebben pas de ambtenaren opslag gegeven en het minimumloon met bijna 50 procent verhoogd.? Maar dat moet dan een stijging compenseren van 230 procent over dit jaar alleen van de elektriciteitsprijzen of van 120 procent van primaire voeding. Tegen officiële koersen omgerekend beloopt zo’n minimumloon nu zo’n goeie 1.000 frank per maand, minder dan eind jaren tachtig toen Bulgarije nog braaf aan de leiband van Moskou liep.

Bulgarije, dat is geen duale maatschappij, maar een gefragmenteerde. Een kleine minderheid boert bovengemiddeld, maakt goede sier in restaurants in Sofia, kart in buitenlandse wagens door de hoofdstad en moet zich geen yuppie-geneugten als GSM’s of biepers ontzeggen. Maffia, weet de doorsnee burger, maar Cohen heeft geen slecht woord over voor deze nouveaux riches, ?gewoon mensen die snel begrepen hebben dat ze voor zichzelf moeten zorgen.? Dan komt een bredere laag, met veel goeie wil als middenklasse te bestempelen maar in feite de survivors ; kleine zelfstandigen, ambtenaren met een dubbele baan, kleine en grote luiden die het einde van de maand halen door zwarte, grijze of een nog meer ondefinieerbare vorm van handel in alles wat niet te zwaar of te heet is. Daaronder : een leger van lager overheidspersoneel, steuntrekkers, vervangingsinkomens. De ellende in deze kringen is volgens Lea Cohen niet te overzien. ?De verwarming van een klein appartement kost deze winter twee maandsalarissen. Een gepensioneerde heeft nu de keuze : ofwel verwarming ofwel eten. Als hij elektriciteit en verwarming laat afsluiten, kan hij per dag één liter melk en één brood kopen.?

UITSCHOT.

De kapitalistische droom is voor velen al lang vervlogen. De golf buitenlandse investeringen die begin jaren negentig over de vroegere Oostbloklanden rolde, ging Bulgarije omzeggens voorbij. De weinige multinationals die zich hier aan avonturen waagden, kunnen niet allemaal succesverhalen voorleggen. Het Britse Rover bijvoorbeeld, dat in 1995 een assemblagefabriek opzette in Varna, aan de Zwarte Zee, hield het in april voor bekeken. Torenhoge verliezen en een financier (First National) die toen op springen stond. De malaise kost nu zelfs de kop van de liberale president Zjelju Zjelev, in 1989 nog een dissident die de Unie van Democratische Krachten (SDS) oprichtte en met die kartellijst verkozen werd. In juni van dit jaar verloor hij binnen die groep de voorverkiezingen een primeur in Oost-Europa voor de run op het vijfjarig mandaat als president. Advocaat Petar Stojanov linkte Zjelev handig aan de stukke droom en de zittende president, meestal omschreven als een rustige filosoof, had het te bont gemaakt. Bij zijn bezoek aan Brussel lente 1996 schold hij de regerende socialisten nog verrot. Een verbaasde EU-voorzitter Jacques Santer kreeg te horen dat er ?heel wat uitschot in de Bulgaarse politiek beland is.? Maar Zjelev joeg niet alleen de socialisten over de kling, ook zijn eigen SDS kreeg een veeg uit de pan ; te laks, te weinig initiatief, geen valabel alternatief.

Stojanov moet het normaal gesproken vanaf januari 1997 met de hem vijandige regering van Zjan Videnov redden. Vorig jaar won die nog de gemeenteraadsverkiezingen, zodat de machtsbasis van de nieuwe president even smal blijft als die van de zetelende Zjelev ; geen steun uit regering, parlement, steden noch grote gemeenten. Echt comfortabel lijkt dat niet en de socialisten voelen er weinig voor om hun zesde regering in zeven jaar tijd voortijdig op te doeken om dan vervroegde parlementsverkiezingen uit te schrijven.

Heeft dat zoveel belang ? De 240 volksvertegenwoordigers die zetelen in een overigens klein, ordentelijk parlement, de regering en de president leiden in Bulgarije al een tijdje de dans niet meer. De impact van gladjanussen van allerlei slag en kunnen, weegt zwaarder door dan dat van een minister of een halve administratie. Maar volgens Cohen is er toch hoop. ?We zitten met veel goed geschoolde jonge mensen. Helaas allemaal werkloos, maar ontnuchterd na de euforie van begin jaren negentig ze gingen allemaal stinkend rijk worden. Die willen werken en dat is een van onze grootste troeven. Nu nog de regering weg, orde in de juridische jungle en de economie die stabiliseert, dan komt het misschien nog allemaal goed.?

Niet iedereen onderschrijft die optimistische analyse. In Brussel breekt de Europese ambtenaren die de uitbreidingsdossiers beheren het angstzweet al uit bij de gedachte aan een Bulgaarse aanvraag tot toetreding. Begin volgende eeuw zou het land nu nog een geassocieerd lid van de Europese Unie bij de Club moeten komen. En dan wenkt de Navo ook nog. Stojanov wil wel, maar van dat militair bondgenootschap liggen Bulgaren al veel minder wakker. ?Daar is een onvoorstelbare cinema rond opgevoerd,? meent Lea Cohen, die niet alleen ambassadrice was in België maar ook bij de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie. ?De wereld denkt dat Bulgarije geen Navo-lid wil worden. Van de 8,5 miljoen Bulgaren heeft er één miljoen iets met het leger te maken of te maken gehad. Die mensen voelen niet veel voor lidmaatschap. De rest van de bevolking is misleid door de socialisten. Lid worden van de Navo, dat betekende dat vreemde troepen Bulgarije zouden bezetten. En dat zouden Turken worden, de vijanden nummer één. Het is om je te bescheuren.?

Jos Grobben

Petar Stojanov maakte gebruik van het beeld van de stukke droom om president te worden.

De maatschappij is gefragmenteerd. De overgrote meerderheid vormt een armenhuis. Beeld : een meebetogend jongetje met Wij willen een toekomst in Bulgarije.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content