Zo’n 25 miljoen jaar geleden verloren onze verre voorouders hun staart. Volgens onderzoek gerapporteerd in New Scientist gebeurde dat niet gradueel, maar vrij plots. Dat blijkt uit een vergelijkende studie van 31 staartgenen van apen (die nog een staart hebben) en mensapen (zonder staart). In een van de genen was er een plek die een insertie van een stukje parasiterend DNA te verwerken kreeg – dat is DNA dat zichzelf voortplant maar niet in eiwitten wordt overschreven.

In normale omstandigheden zou dat stukje tijdens het overschrijvingsproces in eiwitten weer weggeknipt zijn, maar dat gebeurde hier niet, waardoor het staartaanmaakmechanisme stilviel. Mogelijk viel het staartverlies samen met gedragsveranderingen van onze voorouders, waardoor het een voordeel werd in plaats van een nadeel. De staart was voorgoed weg, met uitzondering van het staartbeentje.

In Science Advances leggen wetenschappers uit dat de staart van dinosaurussen niet uitsluitend, en misschien zelfs niet in de eerste plaats, fungeerde als een tegengewicht voor een vrij zware kop, maar als een equivalent voor de bewegingen die wij met onze armen maken om efficiënt te wandelen. De staart zou stappen 18 procent efficiënter hebben gemaakt.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content