De regering-Michel I is dus een feit. Het is het eerste ‘rechtse’ kabinet sinds de rooms-blauwe regeringen van Wilfried Martens in de jaren tachtig. De voorbije dertig jaar is er amper één ernstige poging geweest om ‘rechtsom te gaan’, zoals dat in Nederland heet: toen Yves Leterme in 2007 een landslide-overwinning behaalde met het Vlaamse kartel van N-VA en CD&V, en MR groter werd dan de PS. Ook toen werd er lang en vaak heftig onderhandeld over de vorming van een rechtse regering zonder socialisten.

Maar toen ging alles mis wat mis kon gaan. Ook zonder PS raakte men het niet eens over de agenda: de communautaire spanningen verziekten elke politieke discussie. ‘Centrumrechts’ mislukte door haar eigen tegenstellingen.

Dat debacle bracht niet alleen de PS weer aan de macht, maar leidde in Vlaanderen tot een merkwaardige ontwikkeling waarbij de kleine N-VA groter en machtiger werd dan alle andere partijen. Van die evolutie is dit kabinet het eindpunt. Vandaar dat Michel I, ook al is het de tweede opeenvolgende regering met een Franstalige premier, zonder enige overdrijving het geesteskind van Bart De Wever kan worden genoemd. Vandaar ook het harde verwijt van de uitgerangeerde PS: Michel I is voor de Franstalige socialisten een ultrarechtse regering.

Het blijft een woordenspel: wat is het reële verschil tussen ultrarechts, centrumrechts of gewoon rechts. Maar tegelijk stelt het de zoeker op scherp. Hoe definieert dit kabinet zichzelf? CD&V’ers zeggen: centrumrechts. Maar klopt dat als gewezen Unizovoorman Kris Peeters de meest linkse stem in de regering is? Feit is dat de regering sociaal-economisch kiest voor een programma dat de werkgevers al jaren bepleiten. Dat is uitgesproken liberaal.

Wie de meer ‘maatschappelijke’ hoofdstukken van het regeerakkoord uitvlooit, leest over de bouw van nieuwe, gesloten asielcentra, over de stijging van het militaire budget, de beoogde aankoop van straaljagers en drones, de langere levensduur van kerncentrales. Het uitgebreide justitieluik vormt een intrigerende mengeling van strengere aanpak (voor Syriëstrijders, extremisten, krakers en druggebruikers, voor wie zich vergrijpt aan minderjarigen), en meer flexibiliteit (voor politiemensen die bijzondere opsporingstechnieken willen toepassen, voor wie bewakingscamera’s wil plaatsen, voor wie gebruik wil blijven maken van de ‘afkoopwet’ in gerechtszaken). Het is juist, zo’n regeerprogramma bestempelt men doorgaans als ‘rechts’.

Kun je dit rechtse regeerakkoord zomaar ‘asociaal’ noemen? Er is niets mis met nieuwe wetten die de naamgeving van doodgeboren kinderen mogelijk maken, met het voornemen om pleegouders een wettelijk statuut te geven, met het opstellen van een federaal klokkenluidersstatuut of met de wil om de kunstcollecties van de federale musea te ontsluiten voor een groter publiek – om maar een paar voorbeelden op te sommen.

Deze regering heeft een andere kijk op wat ‘sociaal’ is dan het vorige kabinet. Dat zorgt voor boeiende vragen. Volgens het nieuwe regeerakkoord schrijft België zich weer expliciet in de NAVO-strategie in: leidt dat tot een veiliger Europa en een rechtvaardigere wereld, of juist niet? Tast de verplichte minimumdienstverlening bij stakingen van het NMBS-personeel de sociale rechten van de werknemers aan, of is ze noodzakelijk om tot een betere dienstverlening voor de reizigers te komen? Hoe realistisch of oprecht is de ambitie van een regering die elke vorm van racisme en discriminatie wil bestrijden, ook in de arbeidsmarkt, maar wel zo dat ‘bij uitvoering van dit beleid, erover gewaakt zal worden dat geen bijkomende lasten worden gecreëerd’?

Dat is alvast een eerste verdienste van Michel I: deze regering heeft een lijn getrokken en keuzes gemaakt. Aan de oppositie en de meerderheid om de burger te overtuigen of hij het daarmee eens is, of niet. Zelden zag de toekomst van het politieke debat er zo boeiend uit.

WALTER PAULI is redacteur bij Knack

Sociaal-economisch kiest de regering voor een programma dat de werkgevers al jaren bepleiten.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content