De herneming van Tristan en Isolde in de Munt.
De poes ligt er nog altijd, spinnend en zich onbewust van het drama dat zich rond haar zal afspelen : het kwellende en uitzichtloze liefdesverlangen tussen Tristan en Isolde. Poezen kennen zulke amoureuze kwellingen gelukkig niet. Dit is één van de talrijke scènebeelden uit Wagners beroemde opera die mij van de première drie jaar geleden scherp zijn bijgebleven. Naast de poes rust Isolde op een naar de zaal toe wegsmeltende sofa. Het is een prachtig tableau op dat dek van Tristans schip, met de zee die je achteraan vermoedt, met die geraffineerde belichting en het palet-spel van kleuren. Dat alles omspoeld door Wagners gedreven muziek. Het ademt sfeer en die blijft de vier uur lange opera door.
Vreemd toch, hoe je je na drie jaar enkel maar de regie van een opera herinnert, in feite een deel van het geheel. De regie van Tristan en Isolde is van Achim Freyer. Niet iedereen juicht erover, maar ik vind ze heel knap. ?Het is er één van intimiteit?, zo schreef ik in ’94, ?zonder drukdoenerij en zonder modieus geactualizeer?. Mijn mening er over is nu versterkt. Er gebeuren verrassende dingen. Zo raken ondanks de erotisch geladen compositie de twee verliefden elkaar niet aan, behalve in de dood. Ik heb nu ervaren hoe subliem deze fysieke afstand het onmogelijke verlangen naar lichamelijke vereniging accentueert. Freyer maakt het de acteurs wel moeilijk ; hij stuurt duidelijk aan op spaarzame, soms mime-achtige gebaren. Maar het moet kunnen.
Met één geslaagd onderdeel ben je er in een opera niet. De rest moet ook kloppen en dat was niet helemaal het geval. Het stukje ontgoocheling situeert zich bij enkele vertolkers. Och, echt negatief is het nergens, want wat ze doen is allemaal oerdegelijk, echt een prestatie. Maar we willen nu eenmaal het onderste uit de kan. Wat ik miste, is de emotie waar je op wacht. Ondanks zijn mooie stem gaf Ronald Hamilton bijvoorbeeld niet de gedroomde figuur van Tristan weer. Er is wel degelijk een toverdrank nodig om verliefd op hem te worden. Van Sue Patchell als Isolde had ik dezelfde indruk. Prachtstem, maar koud en koel acterend. Het orkest presteerde gelukkig uitstekend en dirigent Antonio Pappano beheerst het werk tot en met (voor de drie nog resterende voorstellingen heeft Lothar Zagrosek de muzikale leiding).
Van aanwezigen hoorde ik dat ze erg blij waren met de boventiteling. Nuttig, want behalve bij een overigens voortreffelijke en expressieve Oddbjorn Tennfjord als koning Marke, was de verstaanbaarheid van de tekst niet altijd evident. Met zo’n boventiteling kan iedereen de inhoud volgen. Zeker bij Wagner is dat belangrijk.
Fons de Haas
?Tristan und Isolde?, De Munt, Brussel. Nog op 8, 12 en 15/2 om 18 u.30 (!). Plaatsbespreking : 02/229.12.11.
Tristan en Isolde : sober, maar heel veel sfeer.