INFO : De auteur is gewezen redacteur van Knack.

Telewerken – bedoeld wordt telethuiswerken, want e-werken gebeurt ook, in mindere mate, in satellietkantoren of bij de klanten – lijkt overal goed voor te zijn. De talrijke promotoren begrijpen niet waarom organisatiedeskundigen en an-dere consultants er niet eerder aan hebben gedacht. Misschien deden zij dat wel, maar ze bevelen zelfs vandaag nog hoogst zelden hun klanten telewerk aan.

Het zal de e-werkgilde een zorg wezen. Telewerk heeft niets dan voordelen, de uitbreiding ervan is zonder meer noodzakelijk, heet het. Het vergemakkelijkt de combinatie van arbeid en gezin. Telewerkers wringen zich niet in het overbelaste woon-werkverkeer. Zelfs zo dat minister van Mobiliteit Kathleen Van Brempt (SP.A) er een punt van maakt in haar verse mobiliteitsplan (ze hoopt een federale ministerconferentie bijeen te krijgen om de vele hinderpalen voor telewerk weg te werken). Thuis achter hun pc hebben werknemers minder stress: geen tijdverlies in de race naar het werk, geen problemen met schoolgaande kinderen en baas in eigen kantoor, wat gegarandeerd meer arbeidsplezier geeft. De werkgever bespaart dure kantoor- en parkeerruimte, en hoeft geen reiskosten bij te passen. En samen met de hoge arbeidstevredenheid stijgt de loyauteit aan het bedrijf en de productiviteit.

Daar moeten twijfelaars voor wankelen. Niettemin: nog steeds veel geblaat en weinig wol. Niemand weet het goed te tellen, maar naar schatting zouden er een kwart miljoen telethuiswerkers zijn. Van wie de helft dat dan nog slechts een beetje is, een dagje per week. Andere Europese landen doen het beter, maar tien procent van de beroepsbevolking wordt nergens gehaald.

De promotoren hebben nog veel bekeringswerk. Zij zijn daar naarstig mee bezig. Het wordt echt druk rond telewerk. De Nationale Arbeidsraad sloot er zopas een collectieve arbeidsovereenkomst voor, die (vanaf midden volgend jaar) meer duidelijkheid en zekerheid moet scheppen in de afspraken tussen werkgever en werknemer. Freya Van den Bossche (SP.A) loodste in haar laatste dagen als minister van Werk een ontwerp van Koninklijk Besluit over thuiswerk door de ministerraad. Liberaal fractieleidster in het Vlaams parlement Patricia Ceysens, Vlaanderens e-mama, schrijft een voorstel van decreet om e-werk in de administratie mogelijk te maken. En het Nationaal Instituut voor Tele-Thuiswerkopleidingen en het Centrum voor Zelfstandig Ondernemende Vrouwen van Markant hielden in november nog een Anders Werken-conferentie in het Brussels stadhuis.

De voordelen van het telewerk worden nogal eenzijdig belicht. In werkelijkheid gaat het om een maatschappelijke revolutie, zodra het aantal telewerkers voldoende groot is. De bedrijfsorganisatorische, juridische en financiële problemen geraken wel opgelost (Telenet, Belgacom en andere lossen zelfs de technische en veiligheidsproblemen op met hun commerciële telethuiswerken).

Zo botst telethuiswerk op het ondernemingsmodel dat sinds de industriële revolutie domineert. Hiërarchie en controle en loopbanen zijn er kernelementen van. Het ‘anders werken’ maakt ongemakkelijk en veroorzaakt vrees. Werknemers die hun kantoor thuis installeren, beseffen afstand te doen van de technieken om promotie te maken. Managers voelen zich ongemakkelijk over het gebrek aan toezicht op hun werknemers-op-afstand.

Werken evolueert van een sociaal gegeven naar een individuele prestatie. De grootste klacht van telethuiswerkers is het verlies aan sociaal contact met hun collega’s – vaak een stuk van de vriendenkring. De thuiswerker individualiseert, hij mist de confrontatie met de sociale omgeving. De verzuring loert om de hoek – net zoals de teloorgang van het verenigingsleven verzuring veroorzaakte. Niet verwonderlijk dat zelfs de vakbonden telethuiswerk vrezen, omdat ze het groepsgevoel niet graag zien verdwijnen.

Niets slechts is er aan een maatschappelijke omwenteling. Ze moet wel een beetje grondiger worden voorbereid.

GUIDO DESPIEGELAERE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content