Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Dit jaar moet het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen definitief van start gaan.

‘Maar het agentschap functioneert al’ antwoordt, lichtjes verbolgen, adviseur Paul Coosemans van minister van Volksgezondheid Magda Aelvoet (Agalev) op de vraag wanneer het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) nu aan de slag gaat. ‘Formeel is er inderdaad nog maar één personeelslid, maar in de praktijk werken vijftienhonderd mensen onder de koepel van het FAVV. Op 22 december 2000 schreven wij een zeer belangrijk ontwerp van koninklijk besluit (KB) waarmee personeelsleden uit de diverse departementen individueel of in groep ter beschikking van het agentschap gesteld kunnen worden. Dat KB zal het begin zijn van de overheveling van het personeel van het oude kader naar het nieuwe.’

Op 29 juli 1999, in de naweeën van de dioxinecrisis, besloot de kersverse regering van premier Guy Verhofstadt (VLD) bij volmacht om het agentschap op te richten en onder te brengen bij het ministerie van Volksgezondheid. Het zou vijf instellingen vervangen – drie van Volksgezondheid en twee van Landbouw – die zich bezighielden met de controle op de voedselketen en de kwaliteit van de voeding. Van het begin af kwam er weerstand tegen het concept, vooral van ambtenaren uit de buitendiensten die hun ‘clan’ niet graag verlieten, maar de regering duwde door. De dioxinecrisis moest worden verteerd.

Het was de bedoeling dat het FAVV in januari 2000 operationeel zou zijn, maar de ambities moesten worden bijgestuurd. ‘Als de Senaat onder impuls van CVP-fractieleider Hugo Vandenberghe niet op de rem was gaan staan, hadden we probleemloos de deadline gehaald’, benadrukt Coosemans. ‘Die deadline gold trouwens niet het agentschap zelf, wel de wetteksten. Door de vertraging konden we niet onmiddellijk starten met het schrijven van de uitvoeringsbesluiten, noch met de procedures tot aanwerving. Daarenboven kozen we voor de weg van het overleg, waarbij alle betrokken diensten hun zegje mochten doen.’

Half augustus 2000 werd Luc Beernaert aangetrokken als gedelegeerd bestuurder. Er is een Wetenschappelijk Comité dat binnenkort voor het eerst vergadert. Deze week zou op de ministerraad een beslissing vallen over de samenstelling van het Raadgevend Comité, waarin onder meer consumenten en verdedigers van dierenrechten worden opgenomen. Ondertussen wordt hard gewerkt aan het juridisch kader waarin het agentschap zal opereren. Eind 2001 moet het wetgevend kader rond zijn.

EEN OMGEKEERDE WET VAN MURPHY

Maar de koepel functioneert al. Volksgezondheid stelde een aantal mensen permanent ter beschikking van het agentschap, en binnenkort doet ook het ministerie van Landbouw dat. Luc Beernaert coördineert nu de verschillende diensten, onder meer in de strijd tegen de gekkekoeienziekte (BSE): ‘BSE was voor ons een beetje een omgekeerde Wet van Murphy. De belangen zijn zo groot dat het geen probleem is om mensen uit instanties met zo’n verschillende cultuur als Volksgezondheid en Landbouw te laten samenwerken. We hoeven niet in één gebouw te zitten om als een geheel te functioneren. De verstandhouding tussen de betrokken ministers is goed, en ook op het niveau van de ambtenaren is de bereidheid groot. En voor de mensen die niet willen komen, zullen andere taken gevonden worden.’

Beernaert heeft drie prioriteiten: de structuur en de controles stroomlijnen, optimaal communiceren met de consument, en een systeem van maximale traceerbaarheid in de voedingssector uitwerken: ‘Traceren is een nieuwe technologie die veel succes heeft in bijvoorbeeld de vliegtuigindustrie, waar enkele firma’s de meeste onderdelen bouwen. Maar de voedingssector is een amalgaam van kleine en sterk verspreide bedrijven, wat het traceren van grondstoffen en eventuele problemen bemoeilijkt. Toch zullen we ook hier zo’n systeem op poten zetten.

Verder moeten de bedrijven beseffen dat ze niet langer alle schuld op de overheid kunnen afwentelen als er iets misgaat. Zelfs PCB’s moeten ze kunnen onderscheppen. Ik geloof sterk in het concept van de zelfcontrole, waarbij de producent verantwoordelijk is voor alles wat hij op de markt brengt. Ik wil dat stimuleren door goed georganiseerde bedrijven minder voor de overheidscontroles te laten betalen dan andere. Smeerpoezen zullen pech hebben.’

Dirk Draulans

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content