Een Vlaamse identiteit en meer gemeenschapsvorming: dat zijn de rode draden in een manifest van Geert Bourgeois voor een nieuwe partij in het tijdperk na de Volksunie.

Het manifest, dat in de lente van 2002 verder wordt uitgewerkt op een congres, beschouwt Vlaanderen als ‘eerste referentiepunt’. Voorts ventileert het stellingen over onder meer democratie, een kwaliteitsvol bestuur, milieu en mobiliteit, integratie en inburgering, veiligheid, onderwijs en werk.

Geert Bourgeois: Wij zijn een programmapartij. Ons aanbod stoelt op twee grote breuklijnen. Ten eerste brengen we een nieuw Vlaams verhaal, dat de eigen identiteit plaatst tegenover de globalisering. We passen dat toe op Europa als een lab van mondialisering waarvan we de impact dagelijks ervaren. Larry Riesentop beschrijft in zijn boek Democracy in Europe hoe Europa een zeer technocratisch en betuttelend systeem is. Onze sleutel voor de democratie is het volk dat bestuurt en dat met zijn identiteit aan een groter geheel deelneemt. De Bretoense zanger Alan Stivell verwoordde dat ooit in Dranouter heel goed: ‘Ik ben een wereldburger, maar ik ben ook van ergens.’

Daarnaast hebben we een maatschappelijk verhaal op de breuklijn tussen hyperindividualisme en de combinatie van vrijheid en verantwoordelijkheid. Mensen zijn vrijgevochten, maar de samenleving is doorgeslagen. De verbanden zijn verdwenen en het middenveld is niet langer een bindende factor. Toch gaat de slinger weer stilaan naar de andere kant. We geloven in de kracht van een verenigingsleven dat mensen in wisselende netwerken samenbrengt; in oudercomités, buurtorganisaties, jongereninitiatieven, enzovoort. Dat maakt de begrippen verantwoordelijkheid en gemeenschapsvorming concreet.

Wat doet u denken dat die opstelling het politieke landschap kan veranderen?

Bourgeois: Hugo Schiltz verwijt ons dat we een retrohouding hebben. Ik kan alleen maar vaststellen dat we in Antwerpen zijn weggezakt van 22 naar 3 procent en dat we ons in de voorbije jaren hebben afgesneden van onze natuurlijke basis van kiezers. De splitsing van de Volksunie brengt intussen iets op gang. Ik geloof niet dat dit zal uitmonden in twee leefbare componenten. De Toekomstgroep zegt post-Belgisch en postideologisch te zijn. Wij staan daar lijnrecht tegenover. Met uitzondering van het onderwijs krijgen alle dossiers van de jongste weken _ de sociale zekerheid, justitie en veiligheid, de werkgelegenheid _ hun beslag op het Belgische niveau. Telkens hebben Vlamingen en Walen andere inzichten en ambities. De paarse lijn van Guy Verhofstadt (VLD) is postideologisch, maar door de economische en budgettaire problemen brokkelt zijn synthese nu snel af. De ideologische tegenstellingen tussen liberalen, socialisten en groenen worden weer actueel.

Wij zitten in een segment tussen de machts- en de antipolitiek. Door een postterminologische opstelling _ zonder holle retoriek over vernieuwing en met een inhoud die belangrijker is dan de verpakking _ kunnen we uitgroeien tot een middelgrote partij. We krijgen veel positieve reacties: van politiek daklozen en jongeren; van mensen die naar het Vlaams Blok zijn uitgeweken maar graag terugkeren; van kiezers die teleurgesteld zijn over de Vlaamse daadkracht van de VLD.

Johan Sauwens betreurt dat de VU-aanpak _ maatschappelijke verandering door meer Vlaams zelfbestuur _ verloren gaat. Hij denkt ook dat er door de concurrentie met het Vlaams Blok en met de Vlaamse liberalen en christen-democraten weinig ruimte overblijft voor een partij die de nadruk legt op het Vlaams-nationale.

Bourgeois: Ons manifest zet de ongebonden lijn van de VU voort en bevat een sterk maatschappelijk programma. Samen met Danny Pieters, Frieda Brepoels en anderen maak ik daarvan ook dagelijks werk in het parlement. Tegelijk maken we een band met een goed bestuur. Daarom is het Vlaamse algemeen belang ons waarmerk. Vlamingen en Walen zijn verschillende volkeren met een eigen cultuur op het gebied van gezondheidszorg, justitie, werkgelegenheid, ambtenarij. Wallonië heeft een overheidseconomie. Veertig procent van de mensen daar werkt in de publieke sector, tegenover 25 procent in Vlaanderen. We zijn niet tegen solidariteit, maar wel tegen onrechtvaardigheid. Vlaanderen moet de sleutels van zijn welvaart _ fiscale autonomie, het beleid wat betreft de arbeidsmarkt, de lonen en de sociale zekerheid _ in eigen handen hebben.

In een nieuw boek zegt Sauwens precies hetzelfde.

Bourgeois: Helaas heeft Vlaanderen zijn gunstige uitgangspositie niet gebruikt in de jongste ronde van de staatshervorming. Mede dankzij het werk van Johan in het Vlaams parlement hadden we een goede bundel en Wallonië stond financieel met de rug tegen de muur. Wat hebben we bereikt? Een overdracht van nog meer consumptiemiddelen zonder meer financiële verantwoordelijkheid. Het is jammer dat we hetzelfde zeggen als Sauwens, maar toch zo moeilijk tot een bundeling van de krachten komen.

Het ‘Vlaamse algemeen belang’ moet ‘stapsgewijs’ gerealiseerd worden. U aanvaardt dus compromissen, maar die zijn de VU in het verleden vaak zuur opgebroken.

Bourgeois: Wij geloven niet in het Vlaams-Blokverhaal van alles of niets. Een Vlaams minister-president roept niet op een dag de Vlaamse onafhankelijkheid uit. We sturen aan op wezenlijke stappen die Vlaanderen meer bevoegdheden en middelen geven om zijn welvaart te bestendigen. Onderhandelingen blijven onderhandelingen en de kiezer moet ons nadien maar beoordelen.

Als het van u afhangt, dan wordt Brussel een stadsgewest met lokale bevoegdheden.

Bourgeois: Over Brussel blijven dagdromen heeft geen zin. Brussel is nu geen Vlaamse stad. Onze stelling is: reduceer Brussel tot wat het is, zorg dat de Vlamingen Brussel echt kunnen meebesturen, en haal de banden tussen Vlaanderen en de Brusselse Vlamingen aan.

In een ‘republiek Vlaanderen’ pleit u voor een sterkere volksvertegenwoordiging en heeft u een groot voorbehoud bij referenda en rechtstreekse burgemeestersverkiezingen.

Bourgeois: We moeten opletten voor schijndemocratie en populisme. Vlaanderen is al uniek in Europa, met politici die ook entertainers zijn. Communicatiespecialisten zoals Noël Slangen beslissen wat ministers vertellen. Voor ons is democratie een keuze maken tussen verschillende oplossingen en daarover publiekelijk alle argumenten uitwisselen.

In het manifest staat dat ministers moeten worden beoordeeld ‘op wat ze doen en niet op de partij waarvan ze deel uitmaken’. Wat bedoelt u daarmee?

Bourgeois: De balance of power, het evenwicht tussen wetgevende en uitvoerende macht, is het grootst in de Verenigde Staten. Daar werkt een president met zijn eigen administratie. Zijn beleid kan stoten op een neen van het Congres. In ons land kunnen we alvast een beschot tussen regering en parlement maken. Een minister die dan aftreedt, kan zijn of haar plaats in het parlement niet meer opnieuw innemen.

In een democratie wordt een macht altijd gecontroleerd door een tegenmacht. Dat geldt ook voor de media. Een deontologische code moet kunnen worden afgedwongen voor een hoge raad en redacties moeten een statuut krijgen dat hun onafhankelijkheid waarborgt. Ook voor de VRT moet er een democratische controle komen. Door de beheersovereenkomst kan nu zelfs niet meer worden geïnterpelleerd over de openbare omroep. De VRT moet wegblijven uit de spiraal van de kijkcijfers en niet de concurrentie met commerciële omroepen aangaan.

Het stoort u dat debatten over democratie steeds over het Vlaams Blok gaan. U wilt dat een Europees Hof voor de Democratie oordeelt over het democratisch gehalte van een partij en over de vraag of zij de mensenrechten respecteert.

Bourgeois: Het cordon sare als strategie is contraproductief. Het versterkt het beeld dat al wie ontevreden is of tegen het establishment wil reageren, alleen voor de underdog kan kiezen. Voorts legt het een taboe op thema’s die door het Vlaams Blok zijn aangekaart: de allochtonen en de veiligheid. Ten derde wordt de aandacht afgeleid van punten die in de democratie voorrang moeten krijgen. Ik denk bijvoorbeeld aan Europa. Nu hebben we in het parlement geen enkele invloed op wat in de Europese ministerraden wordt beslist.

Het afzweren van het cordon betekent niet dat wij met het Vlaams Blok willen samenwerken. Daarvoor zijn onze programma’s te verschillend. Als alle andere partijen dat ook doen, hebben we hetzelfde resultaat. Maar de perceptie die het Vlaams Blok tot inzet van verkiezingen maakt, verdwijnt. En laat verkozenen niet over andere verkozenen oordelen, maar geef die opdracht aan een neutrale Europese instantie. Dat is een consequente, wettelijke aanpak die willekeur vermijdt.

Veiligheid is voor u een grondrecht. In het manifest staat dat in Vlaanderen moet worden ‘voorkomen dat criminele bendes nog langer zouden heersen over straten, pleinen, bedrijfssectoren en handelszaken’. Overdrijft u niet een beetje?

Bourgeois: Bel met het parket van Antwerpen en je zult horen dat daar wekelijks drie, vier moorden en moordpogingen plaatsvinden in het criminele milieu. En in Wallonië erkennen nu ook PS-kopstukken dat hun economisch herstel wordt tegengehouden door de onveiligheid De leefkwaliteit is wat veiligheid betreft fel gedaald. Dat is een realiteit en geen kunstmatig gevoel.

Voor allochtonen volgt u twee sporen: geen discriminatie en verplichte inburgering.

Bourgeois: Ons vertrekpunt is een burgerlijk nationalisme. Vlaming zijn heeft niets te maken met etnische afkomst, maar met het deelnemen aan de Vlaamse samenleving. Op die manier verwerft iemand de Vlaamse identiteit. Daar staat iets tegenover: mensen zijn verplicht om in te burgeren. Ze moeten participeren aan een Vlaamse publieke cultuur.

En wat is dat?

Bourgeois: Het gaat om een verzameling van geschreven en ongeschreven regels die ons samenleven ordenen. Dat betekent in eerste instantie ook taalverwerving. Hoe wil je een samenleving opbouwen en mensen integreren als ze niet met elkaar kunnen spreken? Met een vrijblijvende inburgering bewijs je niemand een dienst. Bovendien moeten we de politieke correctheid overstijgen en ook thema’s zoals de gelijke rechten van vrouwen en mannen of de besnijdenis van jonge vrouwen durven aankaarten.

U opent de deur voor een ‘geordende immigratie’, met Europese quota en bureaus in de emigratielanden. Wie zich daar meldt, moet wel heel veel geluk hebben. ‘Ons eigen belang’ en een loting zullen bepalen wie wordt toegelaten.

Bourgeois: Er mag niet alleen worden gekeken naar hooggeschoolden. Ook lagergeschoolden en economisch zwakkeren verdienen een kans. Daarbij moeten we afwegen wat we demografisch en economisch aankunnen. Dat is het eigen belang. En het lot laten bepalen is objectiever dan voorwaarden formuleren die altijd aanvechtbaar zijn.

Is het manifest niet te belerend? Mensen móéten werken. Mensen móéten inburgeren. Mensen móéten correct Nederlands spreken.

Bourgeois: Dat laatste zeggen we niet. Publieke instellingen zoals de VRT mogen niet een verkavelingsvlaams promoten. En mensen moeten de standaardtaal kunnen leren. Dat is een kwestie van gelijke kansen. Daarnaast menen we dat een individu niet alleen keuzes kan maken voor zichzelf. Wie tot een samenleving behoort, heeft ook verantwoordelijkheden, rechten en plichten. We passen dit bijvoorbeeld toe voor de arbeidsethos. We stellen ook voor om van alle jongeren gedurende enkele maanden een gemeenschapsdienst te vragen. Dat versterkt de samenhorigheid. Misschien maken we ons met die ideeën niet bij iedereen populair. Maar een samenleving met alleen maar ego’s kan niet behoorlijk functioneren.

Patrick Martens

‘Vlaanderen moet de sleutels van zijn welvaart in eigen handen hebben.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content