De zelfverklaarde wereldverbeteraar Bono probeert ook áchter de schermen zijn invloed te laten gelden. Niet zonder succes.

De honger in Afrika, het doodvonnis van Salman Rushdie, de oorlog in Ierland: hij mag er op het podium gaarne de aandacht op vestigen. Bono (geboren Paul Hewson), de zanger die wereldverbeteraar werd. De man wiens bankrekening even zwaar weegt als zijn geweten. De man die, zo blijkt, ook achter de schermen aan de touwtjes probeert te trekken.

Overal heeft hij stadions platgespeeld. Maar het kantoor van de Amerikaanse senator Orrin Hatch vormde een uitdaging apart. Bono was in november 1999 naar Washington gereisd. Zijn agenda had een laag glamour-gehalte: lobbyen bij politici (vooral Republikeinen), om hen ervan te overtuigen de bijna zes miljard dollar schuld van de derde wereld kwijt te schelden. De ontmoeting met Hatch verliep gunstig. De senator had sowieso sympathie voor het voorstel en de heren hadden nog iets gemeen: hun liefde voor muziek. ‘Hij draaide de volumeknop van zijn stereo helemaal open, en speelde de hele tijd R&B, pop en gospel’, zegt Bono. ‘Ik viel bijna achterover.’

Hatch genoot van het bezoek en de aandacht. Twee weken later steunde hij de meerderheid en werd de belofte van Bill Clinton – om de schuld van de derde wereld kwijt te schelden – goedgekeurd. Tegen het einde van het jaar had Groot-Brittannië zich daarbij aangesloten.

COMPASSIE EN KIJKCIJFERS

Die aankondiging vormde het orgelpunt van een jaar vol bizarre ontmoetingen tussen een popster en lieden die iets Hoogs doen in de wereld. ‘Het entertainment-industrieel complex’, wordt het wel eens genoemd: de virtuele plek waar beleidsbeslissingen niet alleen worden genomen uit rationele overwegingen en – eventueel – mededogen, maar waar ook de kijkcijfers meetellen. ‘Bono kan afspraken versieren met mensen die voor ons onbereikbaar zijn’, zegt Jamie Drummond. Hij rekruteerde de zanger voor Jubilee 2000, een in Londen gevestigde organisatie die ijvert voor schuldkwijtschelding op de drempel van het nieuwe millennium. ‘Als je op zoek bent naar de X-factor, is het dat we erin geslaagd zijn om de aandacht van de media te krijgen, die een zaak zoals deze gewoonlijk negeren. En dat kwam door Bono.’

Dankzij steun uit het Vaticaan en andere religieuze en politieke hoeken, heeft de campagne inmiddels zelfs resultaten opgeleverd. In juni vorig jaar beloofden de acht rijkste industrielanden ter wereld (de G8) om de spons te vegen over meer dan honderd miljard van de in totaal 356 miljard dollar aan schulden die de derde wereld nog zou moeten aflossen. De VS, Groot-Brittannië en Canada deden even later ook een inspanning, door ook de schulden die bij hén uitstaan kwijt te schelden.

Nieuw is het niet: voor het Goede Doel worden allang beroemdheden ingeschakeld om de media – en geld – te versieren. Maar dit was een nieuwe toepassing van star power. Dit ging niet om het begeesteren en in beweging brengen van de massa, maar om het beïnvloeden van echte machthebbers. Dit is een verhaal van mannen in grijze pakken en een in Versace-outfit gehulde popster – die hen over de streep hielp trekken.

EEN BRILJANTE LOBBYIST

Het verhaal begint in 1985, na het optreden van U2 op Live Aid, het wereldwijd uitgezonden benefietconcert ten voordele van Afrika. Bono en zijn vrouw trokken toen voor een maand naar Ethiopië. Wat hij daar zag, maakte indruk. Hij herinnert zich de ondervoede zuigeling in zijn armen. En de man die hem zijn kind aanbood, in een poging om het te redden van de hongerdood. ‘Je zegt wel dat je zoiets nooit zult vergeten’, zegt Bono nu. ‘Maar je vergeet het wél. Ik keerde gewoon terug naar mijn leven als rockster. Iets waarvoor ik mij niet wil verontschuldigen.’

In de lente van 1998 werd Bono benaderd door Drummond van Jubilee 2000. Met een pittig argument: de opbrengst van Live Aid bedroeg 200 miljoen dollar – evenveel als de Afrikaanse landen om de vijf dagen moeten ophoesten aan afbetalingen, en meer dan ze jaarlijks besteden aan gezondheidszorg en onderwijs. Overigens hadden sommigen destijds nóg kritiek op Live Aid: die 200 miljoen dollar, dat was het zakgeld van tieners – niet bepaald de meest geijkte instanties om de honger in de wereld op te lossen. Bono: ‘Ik zag een gelegenheid om opnieuw iets te doen – en méér dan een pleister op een houten been.’ Bono zei ‘ja’ tegen Drummond. ‘Wij dachten dat zijn bijdrage zou bestaan in opnames en concerten’, zegt Drummond. ‘Maar wat bleek? Bono is een briljante politieke lobbyist.’

Er volgden talloze telefoontjes op hoog niveau, waardoor vrij spoedig een indrukwekkend netwerk ontstond in politieke, financiële, religieuze en glamoureuze kringen. De U2-frontman belde zijn vriend Bobby Shriver, muziekproducer en familie van de Kennedy’s. Shriver stelde Bono voor aan Jeffrey Sachs, economist aan Harvard en heftig pleitbezorger van schuldkwijtschelding. Via de Amerikaanse diplomaat Holly Peterson kwam Bono vervolgens in contact met megafinancier David Rockefeller en VN-ambassadeur Richard Holbrooke. ‘Ik zei dat ik een krankzinnig voorstel had’, zegt Peterson. ‘Ik kom naar u toe om over het schuldprobleem van de derde wereld te praten. En ik breng een rockster mee met een rare zonnebril op. Aanvankelijk bleken ze sceptisch, maar binnen de vijf minuten waren ze gevloerd door Bono’s enorme kennis.’

Het netwerk breidde zich uit. Zo regelde Arnold Schwarzenegger, de schoonbroer van Bobby Shriver, een paar afspraken met politici uit het Republikeinse kamp. Via andere kanalen kwamen ontmoetingen tot stand met president Clinton, de Britse premier Tony Blair, de Duitse bondskanselier Gerhard Schröder en de paus. Niet gek voor een knaap die voor zijn vak in een bandje speelt. ‘Ik behandelde iedereen met respect’, zegt Bono. ‘Maar toen ik het Oval Office betrad, in mijn combat jeans en T-shirt, merkte ik dat de secretaris van de president mij enigszins verbijsterd bekeek. Misschien vond hij mijn Prada-boots van weinig respect getuigen, maar waar ik vandaan kom vinden ze die boots behoorlijk chique.’

IMAGO IS KAPITAAL

De invloed van figuren zoals Bono zegt veel over de huidige generatie machthebbers. ‘Ik had het gevoel dat we toegang hadden tot een generatie rock-‘n-roll-politici’, zegt Bob Geldof, die destijds Live Aid organiseerde en ook in de huidige campagne een belangrijke rol speelde. ‘Vergeet niet dat Tony Blair ook in een groepje heeft gespeeld. Een waardeloos groepje, maar een groepje.’

Voor de wat oudere heren van stand was het niet nodig dat ze Bono of U2 kenden, aldus Shriver: ‘Neem David Rockefeller: die man is 84, een echt plutocraat. Maar ineens worden al die nuchtere jongelui in zijn kantoor opgewonden omdat een kerel zegt dat hij hem wil ontmoeten. Dus denkt Rockefeller: “Wat is hier aan de hand?”‘

Dat de schuldenberg van de derde wereld in de media nauwelijks aan bod komt en dus voor politici een lage marktwaarde heeft, speelde in Bono’s voordeel. Hij kende het probleem beter dan zijn gesprekspartners. ‘Niet dat er grote oppositie was, maar wel grote geringschatting’, zegt Sachs, die heel wat bijeenkomsten bijwoonde. Politici zijn de geëngageerde klachten van verwende beroemdheden al gewend, maar Bono speelde het anders, zegt een medewerker van Clinton: ‘Het gebeurt dat celebrities langskomen om te vragen dat de walvissen worden gered. Dan zeg je gewoon: “Ja, wij houden van walvissen, walvissen zijn oké.” Maar hier stond een kerel die zo goed op de hoogte was dat je meteen merkte dat hij heel wat mensen had gesproken.’

Ronkende headlines heeft Bono intussen gekregen. Maar concreet? Het komt erop neer dat de G8 de schulden hebben kwijtgescholden die de derde wereld sowieso niet eens zou kunnen betalen. ‘Er zal nog veel onderhandeld moeten worden’, geeft Harvard-econoom Sachs toe. ‘Maar headlines zijn belangrijk. De Bono-campagne illustreert dat imago een kapitaal vertegenwoordigt.’

Momenteel zit U2 in de studio. Bono heeft veel geleerd, zegt hij: ‘Je groeit op met het idee dat politici eigenlijk niet deugen. Nu besef ik dat hun leven de kunst van het mogelijke is – en veel is er niet mogelijk.’ Zélf in de politiek stappen, neemt hij niet in overweging: ‘Politici werken harder dan ik dacht. En ze leiden een veel saaier leven dan ik.’

Copyright Newsweek/Knack

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content