Kris Peeters werd de afgelopen maanden geregeld de hemel ingeprezen. Maar ondertussen is gebleken dat niet alles wat hij aanraakt in goud verandert. De komende maanden worden cruciaal voor de politieke toekomst van de Vlaamse minister-president. Vandaar wellicht dat hij deze week persoonlijk naar Detroit reist om de Antwerpse Opelfabriek te redden.

‘Vlaanderen doet wat het federale niveau niet kan’, kopten de kranten toen de Vlaamse regering vorige maand in allerijl een reddingsoperatie opzette om bank-verzekeraar KBC uit het slop te halen. Vooral Vlaams minister-president Kris Peeters (CD&V) kreeg lof toegezwaaid. In de weken die volgden, wierp hij zich voor de camera’s haast dagelijks op als de grote redder van noodlijdende Vlaamse bedrijven. Ondertussen is echter gebleken dat de populaire minister-president er toch niet in slaagt om elk dossier dat hij naar zich toe trekt tot een goed einde te brengen. Meer nog: de gemeenschapsdialoog ligt vandaag helemaal plat. Toen Peeters de communautaire onderhandelingen na het falen van voormalig premier Yves Leterme (CD&V) toegestopt kreeg, leek hij er nochtans van overtuigd dat hij een doorbraak zou kunnen afdwingen. Maar afgelopen week werd duidelijk dat er vóór de Vlaamse verkiezingen van 7 juni geen communautaire deelakkoorden meer worden afgesloten. Hoewel Peeters er alles aan doet om de bal nu in het Franstalige kamp te leggen, lijkt enig gezichtsverlies toch niet te vermijden. ‘Hij wil altijd heel snel gaan’, zegt een partijgenoot. ‘Hij voelt zich sterk en is meestal vast overtuigd van een goede afloop. Vaak is dat positief, maar soms loopt hij zichzelf op die manier voorbij.’

In 2004 haalde Leterme Peeters van de zelfstandigenorganisatie Unizo naar de Vlaamse regering, waar hij bevoegd werd voor openbare werken, energie en leefmilieu. Vooral in de Vlaamse fractie hadden nogal wat CD&V’ers het er moeilijk mee dat iemand van buiten de partij meteen naar een ministerspost werd gekatapulteerd. ‘Mijn eerste maanden en zelfs jaren bij CD&V waren allesbehalve evident’, zegt Kris Peeters vandaag. ‘Omdat ik niet in de partij ben opgegroeid, had ik daar nog geen vriendschapsbanden voor het leven gesmeed. Of toch niet in dezelfde mate als andere ministers. Bovendien namen nogal wat CD&V’ers me kwalijk dat ik het Nationaal Christelijk Middenstandsverbond destijds tot Unizo had omgedoopt en daarbij had aangekondigd dat de banden met de partij wat losser zouden worden.’

Dat Peeters geen boezemvrienden heeft in alle geledingen en afdelingen van de partij betekent ook dat hij aan niets of niemand schatplichtig is. Daardoor kan hij zich veel onafhankelijker opstellen dan veel collega’s. Zo is hij niet het soort minister dat zich constant met raad en daad laat bijstaan door de studiedienst van de partij of door de leden van de Vlaamse fractie. Wel heeft hij een open lijn met CD&V-voorzitster Marianne Thyssen, met wie hij vroeger bij Unizo heeft samengewerkt. Sinds hij de Vlaamse regering leidt, heeft hij er ook alles aan gedaan om de banden met de traditionele standen aan te halen. Zo heeft hij nauwe contacten met ACV-voorzitter Luc Cortebeeck, met wie hij als Unizotopman vaak heeft onderhandeld.

Pure gold

Terwijl veel ministers hun kabinet moeten bevolken met gouwgenoten of andere partijgetrouwen, heeft Kris Peeters zijn medewerkers haast allemaal eigenhandig geselecteerd. ‘Machiavelli zei het al: de kwaliteit van de prins herkent men aan de keuze van zijn medewerkers’, lacht Peeters. ‘Al mijn topmedewerkers heb ik zelf gekozen. Ik voel hen blindelings aan, en zij mij. Sommigen durven het niet aan om met mensen te werken die op bepaalde domeinen even goed of zelfs beter zijn dan zijzelf. Dat vind ik een fundamentele fout. Ik moet op mijn kabinet vaak op de toppen van mijn tenen staan, maar dat is alleen maar positief.’

Het applaus dat Peeters krijgt, heeft hij dan ook vaak te danken aan zijn directe vertrouwelingen: zijn kabinetschefs Koen Geens en Raf Suys. ‘ Pure gold‘, noemt minister van Justitie Stefaan De Clerck (CD&V) zijn voormalige medewerker Raf Suys. ‘Hij is een administrator die de meest complexe dossiers technisch helemaal in de juiste plooi kan leggen. Bovendien kent hij zowel de partij als het politieke spel door en door.’ Suys, die nog altijd penningmeester is van de partij, werkt dan ook al jarenlang in de coulissen van CD&V: in de jaren negentig was hij adjunct-kabinets-chef van De Clerck en van Tony Van Parys, later werd hij secretaris van de partij en van de Kamerfractie. ‘We gaan al lang mee’, is het enige was de ietwat norse Suys daarover kwijt wil. Voor Peeters is het in elk geval heel handig om een vertrouweling te hebben die met de partij vergroeid is en er ook in alle geledingen wordt gerespecteerd. ‘Samen met Hans D’Hondt had Suys Yves Leterme in 2004 door de regeringsonderhandelingen geloodst’, zegt Peeters. ‘Toen ik daarna minister werd, heb ik Yves met aandrang gevraagd of Suys, die ik van vroeger kende, naar mijn kabinet mocht komen.’

De andere kabinetschef op wie de minister-president haast blindelings vaart, is Koen Geens, met wie hij al lange tijd bevriend is. In 2007 slaagde Peeters erin om de Leuvense rechtenprofessor en zakenadvocaat naar zijn kabinet te halen. Wel liet Geens er van bij het begin geen twijfel over bestaan dat hij zijn kabinetsfunctie maar tijdelijk zou opnemen: na de Vlaamse verkiezingen keert hij terug naar het advocatenkantoor Eubelius. De kans bestaat dat hij zich dan ook in de strijd werpt om rector van de K.U.Leuven te worden.

CD&V-parlementsleden noemen Geens ‘een klasbak die soms boven zijn minister uitstijgt’. Zo neemt hij geregeld de leiding op vergaderingen waar ook Peeters aanwezig is, en daar lijkt de minister-president geen enkel probleem mee te hebben. Geens tekent op het kabinet alle communautaire plannen uit, en speelt ook de eerste viool in de grote economische dossiers. Zo was hij een van de hoofdrolspelers in de reddingsoperatie van KBC, dat hij nog kent uit de tijd dat hij als advocaat de vorming van de fusiegroep begeleidde.

Horizontaal en organisch

Zowel Suys als Geens heeft een uitgebreid netwerk, en dat is natuurlijk bijzonder handig voor de minister-president. Peeters heeft dan weer een lijvig adresboekje overgehouden aan zijn Unizoperiode. ‘Ik heb zeventien jaar bij Unizo gewerkt, en dat draag ik nu nog mee’, zegt hij. ‘Er is geen adviesraad waar ik niet in heb gezeten. Die periode heeft me een heel netwerk van ondernemers en vertegenwoordigers van de sociale partners opgeleverd.’

Sommige van die contacten worden tot op vandaag geregeld door Peeters geconsulteerd. ‘Dat is een soort extern geheugen’, zegt hij. ‘Toen ik nog op de studiedienst van Unizo werkte, probeerde ik de knowhow ook altijd te halen waar die te vinden was: aan universiteiten, in het bedrijfsleven enzovoort. Op die manier heb ik gaandeweg een netwerk opgebouwd. Als ik snel advies nodig heb over een bepaald onderwerp, weet ik dus wie te bellen.’ Een van die klankborden is Karel Vinck, de voormalige topman van Bekaert, Umicore en de NMBS. Vinck is niet alleen voorzitter van Vlaanderen in Actie, Peeters’ project om van Vlaanderen een topregio te maken, maar werd ook aangezocht om de Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel (BAM) te leiden, die verantwoordelijk is voor de gecontesteerde Oosterweelverbinding.

Geregeld duiken ook nieuwe namen op in de contactenlijst van Kris Peeters. ‘Ik probeer dan ook open innovatie toe te passen: mensen met nieuwe inzichten nodig ik uit’, zegt Peeters. ‘Als ik bijvoorbeeld lees dat de professoren Koen Algoed, Dirk Heremans en Theo Peeters een studie hebben gemaakt over de bijzondere financieringswet, bel ik hen meteen op met de vraag eens langs te komen. Meestal inviteren we dan nog een paar specialisten en voor je het weet, ontstaat er een heel interessante werkgroep over de financiering van de deelstaten.’

Er gaat dan ook geen week voorbij of op het kabinet van de minister-president komen wel een paar werkgroepen samen. Ook zijn kabinetschefs zijn overtuigd van het nut van die aanpak. ‘Het is noodzakelijk om een wisselwerking te hebben met mensen van buiten het kabinet, om vakkennis van op het terrein binnen te halen’, zegt Raf Suys. ‘Dat gebeurt ad hoc, volgens de dossiers die eraan komen.’ Voor grote thema’s die permanent op de agenda staan, zoals de staatshervorming, zijn er vaste werkgroepen geïnstalleerd die regelmatig samenkomen.

Verder wordt op het kabinet-Peeters op alle terreinen kort op de bal gespeeld. ‘Onze aanpak is horizontaal en organisch’, zegt Koen Geens. ‘De minister-president is zeer bedreven in simultaan schaken: hij heeft veel bevoegdheden, gaat bij veel verschillende mensen te rade en zorgt ervoor dat veel dossiers gelijktijdig worden behandeld. Er worden hier ook weinig instructies gegeven: veel initiatieven groeien organisch.’

Niet overdrijven

De Vlaamse ministers zijn Peeters’ snelle stijl ondertussen gewend. Aanvankelijk hadden de coalitiepartners het er nochtans moeilijk mee dat hij in de regering veel meer zijn eigen partijstandpunten verdedigt dan zijn voorganger. ‘Toen hij nog minister van Leefmilieu was, werkte het hem danig op de zenuwen dat Leterme er op het kernkabinet haast nooit in slaagde om CD&V-punten binnen te halen’, zegt een minister. ‘Vandaar wellicht dat hij dat zelf wel probeert te doen.’ Gaandeweg hebben de andere regeringsleden zich daarbij neergelegd, en nu lijken zeker sterkhouders Frank Vandenbroucke (SP.A) en Dirk Van Mechelen (Open VLD) beter met Peeters samen te werken dan met voormalig minister-president Yves Leterme. ‘Leterme verdachten we altijd van een electorale agenda’, zegt een Vlaams minister. ‘Hij leek altijd iets te verbergen, terwijl Peeters veeleer een no-nonsenseaanpak huldigt.’

Hoewel Peeters zich het voorbije jaar vaak een goede coach heeft getoond, werkt hij zich naar de zin van de andere Vlaamse ministers nog te vaak zelf in de kijker. Zeker als er zich een probleem in de economische sfeer aandient, moet en zal hij dat oplossen. Meteen presenteert hij dan in de media zijn plannen om tot een oplossing te komen, en daarbij is hij zowel zijn coalitiepartners als zijn partijgenoten keer op keer te snel af. ‘Kris Peeters heeft gewoon een zeer dwangmatige pragmatische aanpak’, zegt compagnon de route Stefaan De Clerck. ‘Hij weet als geen ander hoe hij een probleem boven aan de agenda moet zetten, en dan doet hij er alles aan om het dossier zo snel mogelijk te doen kantelen. Soms komt hij zelfs iets te snel tot een conclusie. Zijn kracht is wel dat het nooit losse flodders zijn, dat er een globale visie achter zit.’

Vooral als er bedrijven gered moeten worden, is Peeters niet te houden. Zo houden zijn kabinetsmedewerkers zich al wekenlang intensief bezig met het dossier van het kwakkelende Opel Antwerpen. Vorige week liet de minister-president zelfs weten dat hij ‘niets uitsluit’ om het bedrijf te redden. Gevolg: elk noodlijdend Vlaams bedrijf klopt nu bij hem aan. ‘De minister-president is zeer bekommerd om de bedrijfswereld’, luidt het in regeringskringen. ‘Maar hij moet opletten dat hij niet overdrijft. Want hij kan natuurlijk niet álle zieltogende bedrijven steunen. Hoe graag hij dat ook zou willen.’

Sommigen wijten zijn pogingen om de Vlaamse economie te beschermen zelfs aan een iets te goed ontwikkelde etaleringsdrang. ‘Dat ligt voor een deel in zijn aard, want hij staat graag in de belangstelling’, aldus een partijgenoot. ‘Maar daarnaast beseft hij natuurlijk ook dat hij heel moeilijke Vlaamse verkiezingen tegemoet gaat.’ Sinds het uiteenspatten van het kartel van CD&V en N-VA, waarvoor Peeters volgens sommigen een grote verantwoordelijkheid draagt, ligt de strijd om de titel van grootste partij van Vlaanderen immers weer open. Vooral Open VLD is erop gebrand om CD&V van de troon te stoten.

Als Peeters niet al te veel wil worden afgerekend op de communautaire verkiezingsbeloften van Yves Leterme uit 2007, kan hij zich niet sterk genoeg profileren. Terwijl Peeters’ gemeenschapsdialoog op een paar maanden voor de verkiezingen in elkaar is gezakt, probeert Leterme zijn vaak gênante pogingen om tot een communautaire doorbraak te komen van zich af te schudden. Dat Leterme in West-Vlaanderen als lijstduwer deelneemt aan de Vlaamse verkiezingen, zou voor Peeters veeleer een handicap dan een steun kunnen zijn. ‘Tot voor kort was het Yves Leterme die de hete adem van Peeters in zijn nek voelde’, zegt een CD&V’er. ‘Maar tegen de verkiezingen zouden de rollen wel eens helemaal omgedraaid kunnen zijn.’

De komende maanden worden dus cruciaal voor de politieke toekomst van Kris Peeters. Na zijn communautaire mislukking kan hij zich geen enkele uitschuiver meer veroorloven. ‘Hij zou de mensen vanaf nu beter geen mirakels meer beloven’, zegt een partijgenoot. ‘Als hij blijft doen alsof hij eigenhandig de Vlaamse bedrijven zal redden, zal het hem persoonlijk worden aangerekend als een ervan toch op de fles gaat. Peeters heeft tot nu toe een mooi parcours gereden. We kunnen alleen maar hopen dat hij niet te vroeg heeft gepiekt.’

DOOR ANN PEUTEMAN EN EWALD PIRONET

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content