Het succes van de complotdenkers

Waarom geloven we zo graag in complottheorieën? Moeten we ze weglachen? Ze vrezen? Of kunnen we er iets uit leren? ‘De neiging is groot om complotdenkers af te doen als een bende malloten of halve garen, maar dat moeten we vooral niet doen.’

Bij grote rampen of schokkende gebeurtenissen komen ze massaal uit hun holen gekropen: de aanhangers van complottheorieën. Ook nu weer, na de crash van het Germanwings-vliegtuig in de Franse Alpen. Op het internet gonsde het meteen van de geruchten. Niet een zelfmoordactie van copiloot Andreas Lubitz zou de 150 inzittenden de dood hebben ingejaagd, nee, de Amerikaanse inlichtingendienst CIA zou het toestel uit de lucht hebben geschoten met hun High Energy Liquid Laser Area Defense System. Het toestel had een van de Franse kerncentrales moeten raken, om een oorlog met Rusland uit te lokken. Andere mogelijkheid: de Franse president François Hollande zou erachter zitten. Zijn Parti Socialiste had twee dagen voor de crash een zware verkiezingsnederlaag geleden, hij zou een manier hebben gezocht om zijn populariteit op te krikken, en een troostende staatsman scoort. ‘Vrienden en sympathisanten’ van Lubitz richtten zelfs een Facebookpagina op (‘Wir sind gegen die Hetzjagd’ of ‘Wij zijn tegen de heksenjacht’) waarop de ‘leugenachtige pers’ ontmaskerd moet worden en waarop sindsdien (de gekste) alternatieve verklaringen naar voren worden geschoven.

Hetzelfde gebeurde begin dit jaar bij de aanslagen op Charlie Hebo in Parijs; ook toen lieten complotdenkers zich niet onbetuigd. De CIA zou de moordpartij op de Franse cartoonisten hebben georganiseerd. Of anders wel de Israëlische Mossad. Het zou een poging geweest zijn om haat tegen moslims te zaaien. Of het was een wraakoefening van Israël, omdat Hollande de vorming van een Palestijnse staat steunt. Complotdenkers theoretiseerden erop los, en beriepen zich zoals steeds op ‘inconsistenties’ of ‘onwaarschijnlijkheden’ die ze meenden te zien. Hoe verklaar je dat de broers Kouachi hun identiteitsbewijzen in hun vluchtauto vergaten? Hoe verklaar je dat er geen bloed te zien was in het filmpje waarin agent Ahmed op straat werd neergeschoten? Omdat het hele voorval in scène gezet was door hogere machten, zeiden de complotdenkers. Omdat Ahmed nog leeft. Omdat de officiële versie van de feiten ons een rad voor de ogen draait. ‘Kennelijk mogen wij de waarheid niet weten.’

Terechte vragen

‘De neiging is groot om complotdenkers af te doen als een bende malloten of halve garen, maar dat moeten we vooral niet doen’, vindt de Nederlandse onderzoeker Jelle van Buuren. Hij is verbonden aan het Centre for Terrorism and Counterterrorism in Den Haag, en doet onderzoek naar de maatschappelijke functie van complotconstructies. ‘Natuurlijk lopen er in de complotgemeenschappen individuen rond die mentaal totaal niet sporen. Je treft er ook lui die misschien niet echt een psychiatrisch probleem hebben, maar die wel heel apart in elkaar zitten. Maar daarnaast zitten er veel betrokken burgers tussen die lastige maar terechte vragen stellen bij de officiële versie van de waarheid. Complottheorieën worden in de wetenschap omschreven als gecodeerde sociale kritieken. Een van de vragen die voortdurend terugkomen is: wie bepaalt wat wel en wat niet waar is? Wie bepaalt wat wel of niet valide kennis is? En ook: hoe legitiem is de macht in de samenleving? Hoe integer zijn onze instellingen? Dat betekent niet dat het antwoord dat complotdenkers geven daarom klopt – vaak is het onzinnig -, maar de vragen die ze stellen zijn vaak heel legitiem.’

Volgens Van Buuren neemt de aantrekkingskracht van complottheorieën toe naarmate de macht en de controle in een samenleving minder helder georganiseerd zijn. ‘De Europese Unie is daar een treffend voorbeeld van. Mensen vragen zich – terecht – af hoe democratisch het nog is wat daar gebeurt. Waarom worden ons vanuit Brussel allerlei dictaten opgelegd zonder dat we daar eens over geconsulteerd worden? Hetzelfde als je kijkt naar de macht van de financiële markten. Kijk naar de ultralinkse partij Syriza in Griekenland. Je kunt het oneens zijn met haar standpunten, maar ze is door het Griekse volk democratisch verkozen. Haar beleid wordt nu afgeblokt door Europa en de banken. Hoe zit dat? De macht was toch aan het volk? Wij waren toch de macht? Dat leidt tot een “cultureel onbehagen”. En naarmate dat onbehagen toeneemt, ontstaat er ruimte voor alternatieve verklaringen. Dan ligt het pad open naar verdachtmakingen van grotere machten die het achter de schermen voor het zeggen zouden hebben.’

Stef Aupers, hoogleraar mediacultuur aan de KU Leuven, ziet ‘een radicaal democratisch element’ in complotdenken. ‘Je kunt niet algemeen stellen dat complotdenken fout is. We mogen en moeten kritisch denken over onze eigen regeringen en instellingen.’ Volgens Aupers is complotdenken de afgelopen decennia steeds populairder geworden, en is het ook inhoudelijk veranderd. ‘Vroeger gingen complottheorieën hoofdzakelijk over een soort “exotische ander” buiten onze samenleving – denk aan de Joden of de communisten. Nu gaan ze steeds vaker over onze eigen instellingen: de overheid, de democratie, het moderne kapitalisme, de medische industrie, de bankiers et cetera.’

De omslag situeert Aupers grofweg in de jaren zestig, bij de complottheorieën die ontstonden over de moord op president John F. Kennedy in 1963. ‘Naast het gerucht dat Lee Harvey Oswald een communist zou zijn geweest, die in opdracht van Cuba gehandeld zou hebben, ontstonden meteen speculaties over de betrokkenheid van de CIA, de FBI – de eigen overheid dus. Ook het Watergate-schandaal, waarbij president Richard Nixon de Democraten liet afluisteren, heeft een grote rol gespeeld bij de omslag. Dat was een écht complot, en dat is ook de ironie: een belangrijke verklaring waarom steeds meer mensen in complotten geloven, is dat de media aantonen dat er in de ivoren torens van de macht wel degelijk gekonkeld wordt. Denk ook aan Wikileaks en alle verhalen daaromheen. Ook tv-series dragen bij tot de verspreiding van het complotdenken. Mensen zijn verslingerd aan Homeland, House of Cards en 24. Allemaal series waarin met een heel kritische bril naar de overheid wordt gekeken, en waarin de democratie eerder tegenover de burger staat dan dat ze hem representeert.’

De nieuwe zingeving

Aupers gebruikt de term ‘anomie’ als synoniem voor het ‘cultureel onbehagen’ waar zijn collega Jelle van Buuren naar verwijst. ‘Anomie is een begrip van de klassieke socioloog Emile Durkheim. Hij stelde dat het afbrokkelen van onze gemeenschappen en sociale banden bij mensen tot een gevoel van zinloosheid en onvrede leidt, tot anomie. Neem een dorp in de jaren 1950. Iedereen kende de burgemeester. Je kon hem een hand geven, je kon hem in de ogen kijken. Maar tegenwoordig zijn burgers het contact met de politieke macht kwijt. Het bestuur is steeds minder lokaal georganiseerd, het is Europees en zelfs transnationaal geworden. Dan kun je als burger niet meer controleren wat voor vlees je in de kuip hebt. Daardoor zoeken mensen waar de macht écht ligt, en grijpt het wantrouwen om zich heen. Dat is goed gedocumenteerd, er bestaan allerlei statistieken die aantonen dat het wantrouwen sinds de jaren 1960 is toegenomen, en dat leidt natuurlijk tot excessen. Veel mensen staan nu ook erg kritisch tegenover de wetenschappen en experts. Je hoort vaak “dat wetenschap ook maar een mening is”.’

‘Elke complotdenker scoort hoog qua wantrouwen,’ zegt Aupers, ‘maar dat betekent niet dat iedereen die wantrouwt ook een complotdenker is. Het is vaak heel moeilijk om een duidelijk onderscheid te maken tussen een kritisch denkende burger en een irrationele pathologische complotdenker. In veel complottheorieën zitten ook plausibele argumenten die moeilijk te ontkrachten zijn. Zelfs de allerwildste complottheorieën zet je niet zomaar weg. Een van de meest excentrieke complottheorieën is tegelijk een hele bekende: de Britse oud-BBC-commentator David Icke hangt het idee aan dat onze wereldleiders geen mensen van vlees en bloed zijn, maar shape shifting aliens, buitenaardse wezens die proberen om onze planeet over te nemen. De gemiddelde burger zal zeggen dat het totale onzin is, maar het punt is natuurlijk dat we zijn theorie niet op ervaringsniveau kunnen toetsen. Ik heb Vladimir Poetin, George Bush of Barack Obama nooit ontmoet.’

Volgens Van Buuren bieden complottheorieën een vervangende ideologie. ‘Ze vult de leegte op die is ontstaan nu traditionele politieke ideologieën en religies veel van hun zin- en betekeniskracht hebben verloren. Religies en ideologieën verklaarden waarom de wereld in elkaar zit zoals hij in elkaar zit. Ze boden ook alternatieven: hoe zou een betere wereld er kunnen uitzien, en hoe kun je die realiseren? Vandaag zijn religies en ideologieën op hun retour, zeker in het Westen. De traditionele politieke partijen bieden ook geen alternatief meer, omdat ze steeds meer naar hetzelfde midden zijn gekropen. Waar zitten dan nog je keuzemogelijkheden en je alternatieven? Complotconstructies vertellen simpel en schematisch wie goed is en wie fout, ze definiëren vriend en vijand. Ze bieden een groot verhaal dat complexe gebeurtenissen kan verklaren, en ze dragen de belofte in zich dat het anders kan.’

Het culturele onbehagen en de zoektocht naar zingeving zijn dus belangrijke verklaringen van ‘de sociale verbeelding die vandaag zo actief is’, zoals Stef Aupers het verwoordt. Maar nieuw zijn complottheorieën natuurlijk niet. Mensen hebben altijd graag hun eigen waarheid bij elkaar gedacht. Het zit ingebakken in onze psychologie om dat te doen. Van Buuren: ‘Veel mensen vinden het lastig om te accepteren dat er dingen gebeuren die schijnbaar zinloos en toevallig zijn. Ze vinden het een ondraaglijke gedachte dat het leven ook een chaos is, waarin prettig gestoorde dingen kunnen gebeuren maar ook hele vervelende, zonder dat je daar iemand de schuld van kunt geven. We willen graag heldere verklaringen, zeker als het gaat om gebeurtenissen die een grote indruk maken of belangrijk zijn. Dat geeft je het idee dat je ze enigszins kunt behappen, en het voedt de hoop dat je er weer wat controle over kunt hebben. Neem het neerschieten van vlucht MH-17 boven Oekraïne vorige zomer. Daarover ontstonden ook meteen de wildste complotconstructies, zoals dat het een plannetje was van de CIA om een oorlog met Rusland uit te lokken. Als dat zou kloppen, zou dat betekenen dat je zo’n gebeurtenis in de toekomst zou kunnen voorkomen, als je die inlichtingendiensten eruit zou weten te krijgen.’

Amusant tijdverdrijf

Kun je een profiel opstellen van de gemiddelde complotdenker? Is hij oud of jong, hoog- of laaggeschoold, links of rechts georiënteerd? Van Buuren: ‘Het is een heel gemengd gezelschap. Je kunt niet zeggen dat het uitsluitend iets van laaggeschoolden is. Er lopen ook intelligente en goed opgeleide mensen rond in complotgemeenschappen die voor de rest een erg redelijke positie innemen. Sommige mensen vinden het gewoon ook spannend om te onderzoeken en te puzzelen. Voor velen is het niet meer dan een amusant tijdverdrijf.’

Ook Stef Aupers vindt het moeilijk om ‘de gemiddelde complotdenker’ te schetsen, ‘maar er zijn wel wat cijfers over’, zegt hij. ‘Daarin zie je toch dat laagopgeleiden iets vaker in complotten geloven. De verklaring is volgens mij dat zij meer last hebben van het feit dat onze wereld complex wordt. Uit onze tellingen blijkt ook dat rooms-katholieken meer in complotten geloven dan atheïsten, en atheïsten meer dan protestanten. Een aardig weetje, maar ik kan het niet verklaren. Wat de politieke gezindte betreft, vind je de complotdenkers net zo goed bij links als bij rechts, maar ze omhelzen andere complotconstructies. Linkse mensen zullen bijvoorbeeld eerder theorieën bevestigen over financiële instellingen en bankiers. Mensen aan de rechterzijde dan weer eerder over climate gate, het idee dat het linkse wetenschappers zijn die het idee in stand houden dat we de natuur tegen de industrie moeten beschermen. En onder jongeren leven complottheorieën enorm. Een hele populaire theorie is dat popsterren als Rihanna en Jay Z in contact staan met de Illuminati, dat zij voor veel geld hun ziel hebben verkocht aan dat geheimzinnige genootschap, dat vaker opduikt in complottheorieën.’

Volgens Van Buuren kun je niet zo makkelijk zeggen dat het aantal complottheorieën toeneemt – daar is hij het oneens met zijn collega Aupers. ‘Moeilijk te zeggen’, vindt Van Buuren. ‘Sinds de komst van het internet en de sociale media is het veel makkelijker geworden om je complotconstructies gepubliceerd te krijgen; dat speelt zeker mee. Vroeger kregen de kranten ook allerlei lezersbrieven, maar die verschenen gewoon niet. Vandaag kan iedereen online zijn eigen ingezonden brief publiceren, of zelfs zijn boek. Complotdenkers zijn vandaag schrijver, hoofdredacteur, recensent en uitgever in één. Het kost allemaal geen geld meer, en je hoeft ook niet heel technologisch geschoold te zijn om je eigen blog te hebben. Daardoor is er een bredere circulatie van allerlei complotconstructies gekomen. En dankzij de techniek van het internet kun je heel makkelijk doorlinken en de gekste theorieën met elkaar verbinden. Maar dat betekent niet noodzakelijk dat er momenteel meer mensen geloof aan hechten.’

Dan blijft nog de vraag: moeten we bang zijn voor complotdenkers en hun theorieën? En hoe moeten overheden reageren? Volgens Van Buuren moeten we vooral niet te paniekerig worden. ‘We moeten zeker niet iedereen die half in een complottheorie gelooft in de beklaagdenbank zetten, want daar schieten we niets mee op. Het klopt dat er voorbeelden zijn van complotdenkers die in het leven op een zijspoor zijn beland, die soms mentale problemen hebben, en daarna tot drieste daden zijn overgegaan. Anders Breivik (die in 2011 77 jongeren doodschoot op een Noors eiland, nvdr.) verwerkte complottheorieën en gebruikte ze om zijn geweld te legitimeren. Maar het risico dat het vaker gebeurt, is niet erg groot. Wat overheden wel moeten onderkennen, is dat het geen goede ontwikkeling is als ontzettend veel mensen het politieke bestel en de instellingen niet meer vertrouwen. Als vrij grote groepen in parallelle werkelijkheden gaan geloven, kan dat de samenleving ontwrichten en fragmenteren. Zij onttrekken zich zo veel mogelijk aan het systeem en kiezen voor een soort interne migratie. Maar nogmaals, we moeten geen heksenjacht voeren tegen complotdenkers. Al bij al functioneren onze samenlevingen nog altijd min of meer op dezelfde manier als jaren geleden.’

Overheden hebben de reflex om bij complotbeschuldigingen meer informatie te geven. Daar los je het probleem niet mee op, vindt Aupers. ‘Het maakt het vaak alleen maar érger. Kijk naar de speculaties na de Mexicaanse griep van 2009. Complotdenkers geloofden dat het een strategie was van farmaceutische bedrijven om meer vaccins te verkopen, waar overheden gewillig in meestapten. Het helpt niet om daar bewijzen van het tegendeel tegenover te plaatsen, want sommigen zien in die informatie net een bevestiging van hun theorie dan een verwerping ervan. Nee, je moet jongeren leren om een onderscheid te maken tussen wat een mening is en wat een goed en wetenschappelijk onderzocht feit is. Complotdenkers zoeken alleen naar bevestiging van ideeën die ze al hebben. Op het internet gaat dat makkelijk, en het kan een eerste stap naar radicalisering zijn. Je blijft pas een goede kritische burger als je je eigen ideeën blijft toetsen aan alternatieve interpretaties en visies.’

DOOR ILSE DEGRYSE

Complotconstructies vertellen simpel en schematisch wie goed is en wie fout, ze definiëren vriend en vijand. We houden van duidelijkheid.

‘Vroeger gingen complottheorieën over een “exotische ander”: Joden of communisten. Nu gaan ze over onze instellingen: de overheid, de democratie, de bankiers…’

‘Overheden die krampachtig meer uitleg geven, maken de complotvermoe-dens alleen maar erger.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content