Het strand als natuurlijk podium

HENDRIK TRATSAERT 'Als kunstencentrum is het je plicht om maatschappelijk relevant te zijn.' © Tine Declerck
Els Van Steenberghe
Els Van Steenberghe Els Van Steenberghe is theaterrecensent.

Van 4 tot 6 juli kunt u in Oostende terecht voor een zomerse portie dans en kunst op Expeditie Dansand! Artistiek leider Hendrik Tratsaert heeft maar één wens: dat u komt meedoen.

U wil de drempel verlagen, onder meer door buiten het theater te gaan werken. Waarom is dat voor u zo belangrijk?

HENDRIKTRATSAERT: Al vanaf de eerste editie in 2008 was dat heel belangrijk voor me. In een wereld die steeds kritischer naar de kunsten kijkt, wordt de relatie met het publiek almaar directer en intenser. Het publiek is geen willekeurig vee dat moet stilzitten en zwijgen. Daarom maken veel kunstenaars – onder wie Samuel Lefeuvre, die het publiek ’s nachts het bos in stuurt – van de toeschouwer een deelnemer. Anderen, zoals Anne Teresa De Keersmaeker en haar studenten, maken graag een outdoorversie van hun werk. Dat maakt de ervaring nog intenser.

Dansand-toeschouwers zien amper de binnenkant van een zaal. Hoe komt dat?

TRATSAERT: Dansand ontstond vanuit de behoefte om dans een platform aan de kust te geven. Er waren toen geen uitgeruste theaterzalen in Oostende, dus kozen (curator) Katleen Van Langendonck en ik voor het strand als natuurlijk podium. Dat werkt niet alleen drempelverlagend – mede dankzij de vele gratis voorstellingen -, zo heeft je festival meteen een kleine impact op het milieu. Tijdens deze editie staat er bijvoorbeeld geen metalen tribune meer op het strand, maar een uit zand geconstrueerde, natuurlijke tribune.

En u palmt het Groen Lint, de groene zone rond Oostende, in.

TRATSAERT: Daarom voegden we ‘Expeditie’ aan de festivalnaam toe. Naast de creaties op het strand willen we het publiek per fiets en te voet op een avontuurlijke expeditie langs het 35 kilometer lange Groen Lint vol kreken, weilanden en nieuw bos meenemen. Het idee kwam er na gesprekken met Eli Devriendt (de landschapsarchitect van Oostende, nvdr.), een bezoek aan het Oerolfestival en aan Marseille 2013, én onder impuls van de VRT-wedstrijd Atelier de stad die wij – samen met vier andere projecten – wonnen. Atelier de stad wordt een vijfdelige documentairereeks waarin de VRT toont hoe bewoners en artiesten werken rond een stadsthema. Wij onderzoeken hoe stad en natuur naar elkaar toegroeien en op elkaar inwerken dankzij, bijvoorbeeld, de creaties op dit festival. We houden ook een masterclass waar landschapsarchitecten, ingenieurs, denkers en kunstenaars samen plannen maken voor dat Groen Lint. Als kunstencentrum is het je plicht om maatschappelijk relevant te zijn en voorstellen te formuleren voor de samenleving van de toekomst.

Waar kijkt u het meest naar uit?

TRATSAERT: Naar de voorstelling die Cindy Van Acker – choreograaf bij onder meer Romeo Castellucci – met 53 dansers van P.A.R.T.S. maakt. En naar Saturn, een installatie van Karl Van Welden, die je door enorme telescopen naar het landschap laat kijken, waarin je kleine performances zult ontdekken. Ook de geluidswandeling van Stijn Dickel of het parcours langs ingrepen in het landschap van An Verstraete, zijn aanraders. En de First Dates, natuurlijk. Daarin prikkelen we kunstenaars – zoals sopraan Elise Caluwaerts en danser Moonsuk Choi – om samen te werken en we hopen dat er uit die eerste keer een volgende keer groeit. Daar willen we in de toekomst sterker op inzetten.

Info: www.vrijstaat-o.be

Els Van Steenberghe

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content