Een ‘pax media’ is volgens VRT-voorzitter Guy Peeters te hoog gegrepen, maar het is tijd dat alle Vlaamse zenders weer met elkaar praten. ‘Een mediaoorlog brengt niemand iets bij.’

Aan de leiding van de VRT is de rust teruggekeerd. Tony Mary is al anderhalve maand op post als nieuwe gedelegeerd bestuurder. De nummer twee, Christina von Wackerbarth, heeft naast haar verantwoordelijkheid voor de VRT-televisie extra bevoegdheden als operationeel directeur gekregen. En in het directiecomité van de openbare omroep zijn stoelen bijgeplaatst voor een directeur personeelszaken en een directeur nieuwe informatietechnologieën.

In juli dreigde het enkele weken de verkeerde kant op te gaan, omdat de Vlaamse regering aarzelde met haar beslissing over een opvolger van Bert De Graeve. Ook de ruzie met de commerciële zenders over de ‘creatieve praktijken’ van de VRT bij het werven van reclame-inkomsten stak weer de kop op. Met een klachtenbundel probeerden VTM en VT4 te verkrijgen dat de Vlaamse regering de nieuwe VRT-baas strakker aan de leiband zou houden.

Die mediastrijd was in januari fel aangewakkerd toen De Graeve en de voorzitter van de raad van bestuur van de VRT, Guy Peeters, in nieuwsjaarstoespraken van leer trokken tegen de groeiende persconcentratie in Vlaanderen. Ze haalden fors uit naar De Persgroep van Christian Van Thillo, die onder meer Het Laatste Nieuws en De Morgen uitgeeft en via de Vlaamse Media Maatschappij een stevige voet in huis heeft bij VTM en Q-Music.

Die aanval werd in de politiek niet gesmaakt, en nog het minst in liberale kringen. Dat had in het geval van Guy Peeters niet alleen te maken met diens politieke kleur, want die is alom bekend (Peeters is algemeen secretaris van het socialistisch ziekenfonds en kent zeer goed de weg bij de SP.A). Ook hij zegt nu dat ‘een agressief opbod’ het Vlaamse medialandschap niet vooruithelpt. Samen met Tony Mary wil Peeters het daarom over een andere boeg gooien.

Uit indiscreties blijkt overigens dat Mary zeker niet een tweede keuze van de Vlaamse regering was. Het bureau Hanssens & Partners, ingehuurd om de procedure mee te begeleiden, had hem na de selectie van de kandidaten als eerste geplaatst. Maar minister van Media Dirk Van Mechelen (VLD) wijzigde de volgorde omdat hij liever met Alcatel-topman Rudi Thomaes in zee wilde gaan. Maar die haakte af toen zijn naam uitlekte. Vervolgens pakte de Vlaamse regering uit met Mary als nieuwe VRT-baas, terwijl ‘de kandidaat van binnenshuis’ Von Wackerbarth een promotie binnen het directiecomité kreeg.

Guy Peeters: ‘Het belangrijkste voor mij was dat de nieuwe gedelegeerd bestuurder goed kon samenwerken met het directiecomité en dat hij geloofwaardig zou zijn voor de politiek, de publieke opinie en voor het VRT-personeel. Anders zaten we in de shit. Gelukkig is de puzzel goed in elkaar gevallen en daar hebben alle leden van de Vlaamse regering aan meegewerkt.’

U bent nooit bang geweest dat er een nieuw NMBS-scenario in de maak was?

Peeters: Na het bekendraken van het vertrek van Bert De Graeve op 28 mei heeft de raad van bestuur spontaan gemeld dat de voorkeur ging naar een opvolger van binnen de omroep. Maar we hebben toen niet gezegd dat het Christina von Wackerbarth moest worden.

Al vlug bleek dat geen haalbare kaart. De politiek, met de Vlaamse regering als enige aandeelhouder van de VRT, wilde zelf de beslissing nemen. Een belangrijk kabinetslid zei: ‘De tijd dat de keizer zijn eigen opvolger kan aanduiden, is voorbij.’ Ik heb dan gewaarschuwd dat het geen politieke benoeming kon zijn. Daarvoor waren er ook redenen, als je bijvoorbeeld kijkt naar de houding van VLD-voorzitter Karel De Gucht. Hij maakt er geen geheim van dat het herstel van het primaat van de politiek ook betekent dat er nieuwe politieke benoemingen moeten komen. Ik begrijp dat niet goed. Een volbloed liberaal moet toch beseffen dat de mensen niet willen dat de politiek de hand legt op de media of op de VRT. Maar soms denk ik dat het primaat van de politiek vooral het primaat van De Gucht is.

Daarnaast speelde mee dat er in de Vlaamse regering een consensus was dat de nieuwe VRT-baas geen kloon van De Graeve mocht zijn. De politiek wil weg uit de polarisering en uit het agressieve opbod tussen de VRT en de commerciële zenders.

Maar dat alleen verklaart niet waarom er niet binnen de omroep naar een opvolger is gezocht.

Peeters: Het was duidelijk dat de belangrijkste partij in de Vlaamse regering (de VLD) iemand van buiten de VRT wilde. Toch was er snel overeenstemming om de vacature open te stellen voor externe kandidaten, maar ook interne mensen behielden hun kansen.

Had Von Wackerbarth niet genoeg indruk gemaakt met haar prestaties als directeur televisie?

Peeters: Toch wel. De opvallende vernieuwing van de VRT-televisie is haar verdienste. Bovendien had zij al vóór het vertrek van De Graeve veel meer taken.

Het bureau Hanssens & Partners heeft correct gewerkt. En om alle misverstanden te vermijden: als voorzitter heb ik zelf gevraagd om niet betrokken te worden in de eindfase, toen er nog een shortlist met drie namen overbleef. Als de politiek zo graag zelf wilde beslissen, moest ze dat maar doen. Op die manier zou ik ook niet verantwoordelijk zijn voor eventuele stommiteiten.

Waarom is toen gezegd dat u achter de schermen probeerde te wegen op de beslissing?

Peeters: In het leven moet je ervoor opletten dat je in de realiteit niet beantwoordt aan de mythes die anderen graag over je verspreiden. Ik kan u verzekeren dat ik in dit geval die stelregel heb toegepast.

Sommige liberalen meenden dat een mogelijke as Peeters-Von Wackerbarth de lijn van De Graeve zou voortzetten. Andere liberalen dachten veel meer in partijpolitieke termen. Maar ik heb nooit de politieke voorkeur of overtuiging van de leden van het directiecomité van de VRT gekend. Het interesseert me ook niet, zolang ze maar niet tot extreem-rechts behoren. Van De Graeve werd gezegd dat hij aanleunde bij CD&V en Mary krijgt een liberale stempel. Ik weet daar niets van. Dat is een achterhaalde benadering.

Bent u in de besluitvorming over de nieuwe VRT-baas niet voor de keuze geplaatst: ofwel kon u voorzitter blijven maar dan met een externe kandidaat, ofwel mocht Von Wackerbarth gedelegeerd bestuurder worden, maar dan moest u opstappen als voorzitter?

Peeters: Een combinatie Peeters-Von Wackerbarth had volgens sommigen een te hoog De Graeve-gehalte. Volgens anderen zou dat de greep van de SP.A op de VRT te groot hebben gemaakt. Wie de openbare omroep kent, weet dat dit laatste nonsens is.

Na mijn nieuwjaarstoespraak heb ik hier en daar te horen gekregen dat ik beter kon ophoepelen. Maar in juli, bij de beslissing over de nieuwe VRT-baas, ben ik niet voor een dilemma geplaatst. In de Vlaamse regering heeft ook niemand het letterlijk geformuleerd zoals u dat doet.

Wat zou u gedaan hebben indien dat wél gebeurd was?

Peeters:(denkt lang na) Ach, iemand kan ook Koeweit de oorlog verklaren. Ik ben niet zo vlug onder de indruk als mijn ontslag wordt geëist. Mijn voorzittersmandaat duurt nog tweeënhalf jaar. Als men mij eerder weg wil en ik neem geen ontslag, dan moet men mij afzetten.

Maar een dergelijke politisering van de opvolging van De Graeve zou pas lachwekkend zijn geweest. Dan zouden we weer beland zijn bij de oude BRT. In die tijd mocht de gedelegeerd bestuurder van de openbare omroep een tsjeef zijn, als de voorzitter maar een vrijzinnige was, en omgekeerd. Ik zou wél weggaan als ik voor de keuze word geplaatst tussen een goed bestuur van de VRT en mijn voorzitterschap. Ik ben niet getrouwd met dat mandaat.

Heeft de scherpe nieuwjaarstoespraak van De Graeve zijn vertrek niet bespoedigd?

Peeters: De Graeve heeft in de eerste plaats voor zichzelf een evaluatie van zijn werk bij de VRT gemaakt en die afgezet tegen een nieuwe uitdaging bij Bekaert. Voorts was het ook duidelijk dat hij door sommige politici werd aangevallen wegens zijn kritiek op de mediaconcentratie. Hij begreep dat die hem liever kwijt dan rijk waren. Dat zorgde voor nervositeit. De Graeve was ook zeer op zijn hoede vanwege de nota van de Vlaamse regering over een ‘Beter bestuurlijk Vlaanderen’. Hij was bang dat die zou worden toegepast op de VRT en dat hij rechtstreeks onder het gezag van de minister van Media zou moeten werken.

Dat laatste probleem stelt zich niet. Het zou ook knettergek zijn. De VRT staat nu als autonoom overheidsbedrijf zes jaar verder dan veel Vlaamse openbare instellingen die nog moeten worden verzelfstandigd.

Waren er binnen de VRT zelf geen stemmen om de periode met De Graeve af te sluiten?

Peeters: Alle personeelsleden stonden achter hem. Daarover kan geen misverstand bestaan. De Graeve heeft de openbare omroep omgevormd van een ouderwets ministerie tot een modern mediabedrijf. Dat is zijn succes. Ik denk overigens dat hij als manager het beste functioneert in een periode van crisis en grote mutaties.

Maar binnen de VRT was intussen ook het besef aanwezig dat er een ander soort management moest komen. Onder De Graeve was er een autocratisch bestuur van één man die opdrachten en bevoegdheden delegeerde volgens de noodwendigheden. Nu is het management in handen van een directiecomité, waarvan alle leden duidelijk omschreven bevoegdheden hebben. Het wordt geleid door een chief executive officer die verantwoording aflegt aan de Vlaamse regering.

Is De Graeve niet te ver gegaan in de concurrentie tussen VRT en VTM? Werd het geen strijd tussen hem en Van Thillo?

Peeters: Beide kanten hebben te veel geprovoceerd. Het opvoeren van een vijandbeeld is een onderdeel van management, maar dat moet niet eeuwig blijven duren. Ook de Vlaamse regering meent dat niemand in het bestaande medialandschap gediend is met een permanente en openlijke ruzie Ze heeft oog voor de wederzijdse grieven, die van de VRT over de mediaconcentratie en die van Van Thillo over de reclame-inkomsten van de VRT. De Vlaamse regering vraagt om daarover een gesprek te voeren.

Ik spreek niet graag over een ‘pax media’, want dat begrip is al zo vaak gebruikt en misbruikt. Maar het moet wel mogelijk zijn om met alle partijen rond de tafel te gaan zitten zonder dat iemand de broek moet laten zakken. Niemand verwacht dat het ene mediabedrijf 10 of 15 miljoen euro aan reclame-inkomsten laat vallen om het andere een plezier te doen.

Is Mary geschikter om dat gesprek te voeren dan De Graeve?

Peeters: Ja, hoewel De Graeve het ook had gekund. Maar hij was toch vooral een manager die, zoals Churchill, een oorlog nodig had om goed te functioneren. Dit is geen kritiek op hem, want wij hebben zeer goed samengewerkt.

Het hangt ook niet alleen af van de VRT of van Tony Mary, die een consensusgerichte manager is, maar een even sterke ruggengraat heeft als De Graeve. Ook Van Thillo moet afleren voortdurend bij de Vlaamse regering te gaan aankloppen om de reclamegelden van de openbare omroep te claimen. Op die manier zal het evenmin lukken.

Bij zijn afscheid sprak De Graeve tegen dat hij zich bezondigd had aan ‘commerciële excessen’. Daarnaast klaagde hij dat door een plafonnering van de reclame-inkomsten het groeiperspectief van de VRT zal verdwijnen en besparingen nodig zijn.

Peeters: Er wordt inderdaad al zwaar bespaard. Dat is ook een van de redenen waarom Von Wackerbarth werk zal maken van een grotere synergie tussen radio en televisie. Door de technologische evolutie is dat trouwens logisch.

Wat klopt er van de geruchten dat er door die evolutie en door de plannen met het digitale thuisplatform e-VRT financiële gaten geslagen zijn?

Peeters: Dat is niet juist. Op financieel vlak kunnen De Graeve geen verwijten worden gemaakt. En wat e-VRT betreft: sommige kritische berichten hebben de beperkte groep gebruikers van dat experiment doen aarzelen, maar het project wordt zeker voortgezet. En het wordt bij voorkeur ook besproken met de andere zenders.

Mary kent deze materie zeer goed. Hij is ook zeer enthousiast na een rondgang binnen de omroep. Hij zegt dat hij zelden een bedrijf heeft gezien dat zo goed werkt.

Blijft de VRT als openbare zender spectaculaire evenementen programmeren en dure sportcontracten sluiten?

Peeters: Natuurlijk, anders moet de Vlaamse regering het omroepdecreet wijzigen. De VRT moet de hele bevolking in Vlaanderen bereiken. TV1 gaat dus door op de ingeslagen weg. VTM had misschien gehoopt dat de VRT alleen nog Canvas-programma’s zou uitzenden, maar dat zal niet gebeuren. De komst van Mary gaat niet gepaard met een conceptuele koerswijziging.

En voorts gaan we in de concurrentie ophouden met te schelden op andere zenders. Die denken er van hun kant stilaan ook zo over. Ook Van Thillo weet ondertussen dat harde kritiek op de VRT en driftig lobbywerk bij ministers en politieke partijen niets oplevert. Hij beseft dat een mediaoorlog ook hem niets oplevert.

Is de bewegingsruimte van Mary niet kleiner dan die van De Graeve?

Peeters: Nee. De raad van bestuur zal zich niet met méér zaken gaan bemoeien. Ik heb als VRT-bestuurder de langste anciënniteit. Ik herinner me nog de tijd dat de raad van bestuur elk programma besprak en over de onnozelste benoeming besliste. Het omroepdecreet heeft de bevoegdheden van de raad ingeperkt. Terecht, want anders denken twaalf amateurs misschien wel dat zij kunnen beoordelen wat goede en slechte programma’s zijn.

Rik Van Cauwelaert Patrick Martens

‘Soms denk ik dat het primaat van de politiek vooral het primaat van De Gucht is.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content