Zo’n 300.000 jaar geleden gebruikten jagers van de mensensoort Homo heidelbergensis in het Europa van de ijstijden al bewerkte stokken om op watervogels en paarden te jagen. Dat blijkt uit een zorgvuldige analyse van een stok van 64 centimeter lang, gemaakt uit sparrenhout, die op een Duitse opgravingssite werd gevonden. De analyse verscheen in Nature Ecology & Evolution. Het is hoogst uitzonderlijk dat houten materiaal zo lang bewaard blijft.

Archeologe Veerle Rots van de Universiteit Luik onderzocht de stok. Met het werptuig, dat in de lucht om zijn as draaide, konden jagers een vogel verwonden of doden. Het kan ook gebruikt zijn om paarden op te jagen. De stok moet een snelheid van 30 meter per seconde gehaald hebben.

Scientific Reports berichtte over de vondst van een stukje geweven koord in een Franse grot. Vlak bij het touw werd een stenen werktuig gevonden dat nog vezeltjes droeg. Het kan dus bij het maken van touw gebruikt zijn.

Het stuk touw werd gedateerd op 50.000 jaar oud en moet dus van een neanderthaler geweest zijn. Het is met grote voorsprong het oudste stuk koord dat ooit gevonden is. De vorige recordhouder (uit Israël) was amper 19.000 jaar oud.