Jongeren gaan tegenwoordig op stap om te ontsnappen aan de onophoudelijke stroom van vluchtige chats, Facebook-likes en YouTubefilmpjes. Ze hebben behoefte aan rust en zoeken plekken op die geschikt zijn voor een goed gesprek. Discotheken zijn out, pop-upbars en thuisfeestjes zijn in.

Vrijdag. Het jonge koppel, vroege twintigers, lijkt op het eerste gezicht helemaal niet op zijn plaats in deze exclusieve Gentse cocktailbar. Met hun casual kleren en de festivalbandjes van Pukkelpop en Werchter om hun polsen steken ze af tegen het klassieke houten en leren interieur, en de in strak wit en zwart geklede barmannen. Ze bestellen een cocktail op basis van geuze en kalfsfond, dik tien euro op een wekelijks wisselende kaart van verfijnde cocktails. Klanten moeten hier aanbellen om binnen te raken, en het best ook reserveren willen ze zeker zijn van hun plaats in het kleine Jigger’s, een bar die lijkt weggelopen uit de jaren twintig. Terwijl hun drankjes zorgvuldig geroerd worden, komen er nog twee al even jonge duo’s binnen. Een van hen vraagt een Old Fashioned, waarna hij de barman complimenteert dat dit de beste versie van deze klassieker is die hij ooit gedronken heeft. Dat kan kloppen. Mijn eigen Martini Dry – ‘met welke gin had u die graag gehad?’ – is geweldig. Maar ik kan me niet herinneren dat ik zulke drankjes kende toen ik studeerde, of ze kon betalen. En toch blijkt dit een gepaste plek om mijn uitgaansweekend te beginnen, op zoek naar hoe jongeren vandaag feesten. Authentiek, klein, verborgen in een kelder achter een sobere gevel – alles wat het hippe jongerenhart vandaag sneller doet slaan. Al heeft dat veel minder met snobisme te maken dan dit voorbeeld laat vermoeden.

‘Wie wil begrijpen waarom exclusiviteit zo belangrijk is geworden voor jongeren, moet kijken naar de wereld waarin zij opgegroeid zijn.’ Tom Palmaerts is vennoot bij Trendwolves, een trendwatchersbureau uit Gent dat onderzoek doet naar alles wat met jongeren te maken heeft. ‘Dit is een generatie die enorm veel prikkels krijgt, veel meer dan alle vorige. De scheiding tussen online en offline bestaat niet voor hen. Het clichévoorbeeld van vier vrienden op café die allemaal met hun smartphone bezig zijn, vinden alleen volwassenen asociaal. Eigenlijk zitten ze daar met een veelvoud van vrienden. Je kunt zo’n interactie dan virtueel noemen, maar ze heeft ook de hele tijd offline-effecten. Dan zie je zo iemand plots lachen met iets wat die binnenkrijgt, wat met de anderen aan tafel wordt gedeeld, en zij sturen dat dan weer online verder. Hypes krijgen zo een enorme snelheid, en met die snelheid leven jongeren de hele tijd. Het maximale aantal vrienden die een mens kan hebben heeft altijd op 148 gelegen, zij hebben er vele honderden. De subculturen die jongeren altijd gekenmerkt hebben, zijn grotendeels opgegaan in de stroom van informatie die de hele tijd van overal komt. Jongeren zijn lid van verschillende culturele groepen tegelijkertijd. Ze hoeven nergens meer naartoe om muziek te ontdekken, ervaringen op te doen, vrienden te maken, te babbelen of te flirten. Dat doen ze de hele dag door. Maar waarom gaan mensen uit? Net om die dingen te doen. Jongeren zijn dus eigenlijk de hele dag aan het feesten, dag in dag uit. Life is a party! De uitdaging voor hen is net om uit dat constante feest te stappen. Dat is waar die exclusiviteit om draait: jongeren zijn op zoek naar waarde.’

‘Kein Zutritt’

Enkele uren later ben ik op de behoorlijk onhippe Linkeroever van Antwerpen verzeild geraakt. Daar, na een fikse wandeling langs residentiële straten en een verlaten zeilvijver, kom ik aan een verdoken barak in het niets, Bar LEFT. Een man of vijftig, twintigers, maakt het gezellig tussen enkele vuurkorven, terwijl de eerste dj van de avond een eclectische mix van techno, disco en hiphop oplegt. Ik drink een Moscow Mule met een vers stuk gember aan de rand van mijn kristallen glas – sta je vandaag met een plastic bekertje bier te fuiven, dan weet je dat je op de verkeerde plek zit. Affiches of flyers voor dit feest zijn nergens te vinden, zelfs geen aankondiging op Facebook. Ik was enkele dagen terug Peter Aerts tegen het lijf gelopen, die deze pop-upbar een hele zomer heeft opengehouden met Jan Van Den Bleeken. Hij stopte me een klein kaartje toe met de uitnodiging, en legde me uit waar het was. Verborgen is de nieuwe place to be. In Berlijn zitten hippe restaurants verborgen in fabriekspanden, compleet met de oude verbodsborden met ‘Kein Zutritt’. In New York geven aftandse pizzazaakjes via een achterdeur toegang tot feestzalen. In Barcelona zitten op die manier de cafés verborgen waar je nog binnen kan roken. ‘Mensen hebben behoefte aan mysterie’ vindt Aerts, die filmregie studeert in Berlijn. ‘En waar vind je dat vandaag nog? We willen ons publiek het gevoel geven dat het hier iets ontdekt. Niet alleen de locatie, maar ook onze mix van muziek en van mensen. De programmatie van de dj’s hebben we telkens maar enkele dagen op voorhand op Facebook gezet. Anders ben je oud nieuws tegen dat het zover is.’

Als Van Den Bleeken erbij komt, valt meteen op hoe anders de twee vrienden zijn. Aerts, 25, belichaamt de tijdgeest, een enorme mossel getatoeëerd op zijn borst. De 28-jarige Van Den Bleeken heeft een vetkuif uit de fifties, en draagt een retro ruiten hemd en een zonnebril uit de jaren tachtig. De een acteert mee in opvoeringen en performances, de ander speelt swingjazz à la Django Reinhardt. Het is een beeld dat weergeeft hoe eclectisch deze generatie is, na een eeuw van gesloten subculturen, en hoe ze tegelijkertijd teruggrijpt naar zaken uit een ver verleden. ‘In 2000 was er plots geen duidelijke jongerenstijl meer’, zegt Van Den Bleeken. ‘Informatie kwam plots van overal. Daardoor zijn we vandaag veel eclectischer in onze muziek en onze kleding, meer open-minded ook. Maar het was ook chaos, een explosie van hypes en stijlen, en dat had ook een verwarrende, frustrerende kant. Vandaar komt die liefde voor het authentieke. Voor oude waarden, akoestische instrumenten. Voor wat echt waarde heeft.’ ‘Die link met de jaren twintig is niet toevallig, hoor’, pikt Aerts in. ‘Ook dat was een periode waarin een enorme sprong is gemaakt, technologisch, demografisch, net als nu. En ook toen was er een reactie als het modernisme in de kunst, met al zijn hoeken en rechte lijnen. Duidelijkheid, die explosie samen proberen te vatten, dat is vandaag, net als toen, de uitdaging.’

‘Craftmanship, letterlijk ambacht, is weer populair geworden bij jongeren’, bevestigt Tom Palmaerts. ‘En dat zie je ook in het uitgaansleven. De perfecte cocktail maken hoort daarbij, net als de hele koffiehype, of graffitikunst. Steeds meer jongeren leggen zich toe op zo’n kunde, op single tasking. Crafters zijn de nieuwe rocksterren, ik zit echt te wachten tot Pukkelpop een podium voorbehoudt voor een publiek dat naar iemand zit te kijken die iets máákt. Een concept als Cut&Paste doet dat al. Daar kun je in verschillende landen gaan kijken naar grafische topteams die het tegen elkaar opnemen rond een uitdaging. Maak de strafste nieuwe superheld, zoiets. Er is een podium, er is dansmuziek, drank – ook dat is uitgaan.’

Een goed gesprek

Zaterdagnamiddag. Het duurt een kleine tien minuten voor ik met een kop koffie – slow coffee uit Costa Rica, zorgvuldig door een filter gegoten in een speciale houder voor één kop – kan neerploffen op het terras van de Antwerpse koffiebar Normo. De manier van werken gaat tegen alle commerciële logica in. In een behoorlijk lange rij aanschuiven aan de koffietoog in plaats van te bestellen aan tafel, wachten tot de barista vervolgens tijd neemt om zijn product klaar te maken, en daar tenslotte 3,4 euro voor neer te tellen. Maar de zaak zit, zoals altijd, vol. Jongeren vooral, thuis in double shot latte’s en doppio’s, of vers gemaakte ijsthee. Zaakvoerder Jens, pet en lange baard, staat in de hoek van de zaak de bonen te roosteren in zijn eigen branderij, ruikend aan de bonen tot wanneer ze voor hem perfect zijn. Dit is een plek voor een goed gesprek, en ook dat blijkt voor jongeren een manier om uit de stroom van vluchtige chats, Facebook-likes en filmpjes te stappen. Een diepgaandere babbel met een klein kransje vrienden. De behoefte aan rust is een vast onderdeel geworden van het uitgaansleven. Een studie van Trendwolves over de Brusselse jeugdhuizen bracht aan het licht dat jongeren vooral een plek wilden om te babbelen. ‘En dat terwijl zulke jeugdhuizen hun programma doorgaans volsteken met feestjes en optredens’, aldus Palmaerts.

Enkele straten verder loop ik eenzelfde tafereel binnen. Coffeelabs is gevestigd op de derde verdieping van een doodsaai kantoorgebouw, waar de grijze gang plots uitgeeft op een lichte ruimte vol kussens, op laptops werkende twintigers en een enorm, geïmproviseerd dakterras. De bediening is opnieuw traag maar zorgvuldig, het terras zit vol keuvelende jongens en meisjes, en als ook de barman van Jigger’s toevallig binnenloopt, wordt duidelijk hoe al die verschillende vormen van ambacht en jongerenrust met elkaar verbonden zijn. Maar ik ben hier om te zien hoe het tweede deel van deze zaterdag door het uitgaansvolk beleefd wordt – en dat is steeds vaker op feestjes thuis.

‘Als student taal- en letterkunde had ik het gevoel dat we de gin & tonics in de discotheken wel ontgroeid waren’, vertelt Maxim Meukens, die op zijn vijfentwintig al kan terugkijken op jaren van feesten organiseren. ‘Ik begon mijn vrienden uit te nodigen op mijn appartement, en al snel werden dat hevige jamsessies met mensen uit alle hoeken van het uitgaansleven. Er hing kunst aan de muren, er werd muziek gemaakt, gefeest. Ik ben er ook uitgezet, uit dat appartement, lacht Meukens. ‘Het losbollige heeft er altijd ingezeten.’ Alle ingewijden zijn het erover eens dat zulke thuisfeestjes aan een enorme opgang bezig zijn. En dat is ook logisch: met sites als Boilerroom.tv en Be-at.tv kan ik vanavond op mijn laptop skippen tussen livefeestjes met internationale top-dj’s in Miami, Ibiza, Londen, New York en Las Vegas. Zit er niets tussen wat je leuk vindt, dan zoek je je meug in het uitgebreide archief met telkens hippe gefilmde en gestreamde feestjes van over de hele planeet. Wanneer je maar wilt, het feest hoeft nooit te stoppen.

‘Het succes van die Mimosa-feestjes brak al snel uit zijn voegen, zodat we moesten verhuizen naar andere locaties’, gaat Meukens verder. ‘Nooit in een regulier kader, dat was niet spannend genoeg. Ik ben de hele tijd bezig met het zoeken van leegstaande panden, om ze te bezetten, te recupereren. In vier jaar tijd hebben we zo een vijftigtal evenementen georganiseerd. Allemaal met ‘een hoek af’. Feesten als ‘De studie van de 120 groenen’, waarbij we verschillende soorten groene verf op de vloer uitkapten, zodat iedereen tegen het eind van de nacht helemaal vol hing. Ja, ook daar zijn we eruit gezet. Een dwarsdoorsnede van de samenleving kwam daarop af – kunstenaars, muzikanten, jongeren. De bedoeling is altijd eclectisch en multidisciplinair geweest, met op oude projectoren uitgezonden films en allerhande muziek. We willen op de drempel zitten tussen de hogere kunst en de straatcultuur: straks zijn er coole en harde beats, maar eerst een beetje toneel.’

Lak aan regels

De thuisfeesten passen perfect in de trend van exclusiviteit, kleinschaligheid en verborgenheid die het uitgaansleven van vandaag kenmerken. Maar ze hebben ook een andere reden. ‘Er is een overdaad aan regelgeving rond het organiseren van feestjes. Een spontaan feest organiseren is vandaag niet meer mogelijk.’ Anna Goovaerts van De Ambrassade en Fuifpunt, dat fuiforganisatoren ondersteunt, zegt dat vooral lokale besturen vaak te streng optreden. ‘Naast de vereisten rond auteursrechten, vzw-wetgeving, veiligheid, enzovoort, leggen veel steden en gemeenten nog extra regels op die niet altijd nodig zijn. Een tapvergunning bijvoorbeeld, die federaal werd afgeschaft. Of de verplichting om professionele securitymensen in te zetten, wat handenvol geld kost. En dat terwijl er op de overgrote meerderheid van de fuiven helemaal niet gevochten wordt. Een feest organiseren brengt een hele administratie op gang, met moeilijke procedures. Ook Sabam en de ‘billijke vergoeding’ zijn enkel gericht op controle, en heel streng.’

Het gevolg is dat heel wat feesten illegaal worden georganiseerd. In achterafzalen, oudemannencafés en groezelige stripclubs, op appartementen, studentenkoten en in verlaten fabrieksloodsen, vervallen homobars en woonboten. Niemand van mijn gesprekspartners organiseerde in het begin volgens het boekje, en ze namen dat vaak als een teken van eer. Sabam? Niet mee bezig. ‘Ik sprak onlangs met iemand van de billijke vergoeding, die zei dat ze op de hoogte waren van alle feesten in Vlaanderen. Ik heb hem uitgelachen in zijn gezicht. De underground is gigantisch.’ Gregorio Willems is een van de uitgaansgoeroes van Antwerpen, met naar eigen zeggen 550 feestjes op zijn naam. Met zijn Kissingerfeesten is hij dit jaar zelfs naar New York en Berlijn getrokken, maar hij begon ze ooit op zijn eigen appartement in het Militair Hospitaal, een nieuwbouwwijk die toen nog in de steigers stond. ‘Dat was de grootste illegale club van het land’, lacht hij. ‘En ik moest wel. Het stadsbestuur wilde alle clubs uit het centrum weren. Alle macht ging naar de klagers, de vergunningen werden verscherpt. Maar in hoeverre kan een overheid efficiënt gezag uitoefenen over de nachtcultuur? De prijs die ze daarvoor betaalt, is het netwerk aan ongecontroleerde feestjes, zonder nooduitgangen of veiligheidsvoorschriften. Er gaan vannacht zeker weer een aantal feesten door in plekken waar honderden mensen als ratten in de val zitten als het fout gaat. Daar sta je dan met je repressieve beleid.’

Tegenwoordig voldoet Willems aan alle regels. Kissinger huist vandaag in een gigantische verlaten Renaultgarage, al is dat – uiteraard – geen definitieve locatie. Het thema is vanavond Vulgar/Ranzig, wat beantwoordt aan weer een andere reactie op de voortdurende informatiestroom: escapisme. In plaats van te vertragen, wordt er nog harder gefeest, absurder, op het karikaturale af. Het is een ratrace met steeds verder schuivende grenzen. Dit is het gevolg van FOMO: Fear of Missing Out. Waar je ook zit, je weet in real time waar er andere feesten aan de gang zijn, wat je mist terwijl je aan het uitgaan bent. Of niet. Palmaerts: ‘Ook gezinnen met jonge kinderen weten voortaan wat voor een plezier hun kinderloze vrienden aan het beleven zijn, terwijl ze in het midden van de nacht zelf hun huilende kind troosten.’

Fuiven zonder morgen

Zondag, op de middag. Dit is het moment waarop die gezinnen hun gram halen. In Muziekcentrum Trix aan de Antwerpse Noordersingel is rommelmarkt Bouger Bouger aan de gang. Thema: cassettes, want die vieren hun vijftigste verjaardag. Mauro komt ermee experimenteren, er zijn dj’s, biertogen en een plek om zelf je instrumenten te leren repareren. Jonge kinderen lopen door het gewoel heen. Maar ook veel twintigers zijn van de partij. Bert Vanlommel is een van de organisatoren. Een 32-jarige psycholoog, en wegbereider van de hippe NOORD Feesjes die doorgaan op de meest verdoken locaties in Antwerpen-Noord. ‘Mensen zijn vandaag gevoelig voor een verhaal. De nostalgie van cassettes, het feit dat de uitbater van een volkse kroeg ooit nog Grace Jones te gast had. Of dat het schip waar we feesten organiseren nog gebouwd werd door Hitler als bunkerboot, en vandaag dienst doet als parochiekerk voor zeelui. Wanneer dat allemaal doorgaat, is niet zo belangrijk. Ook in het midden van de dag wordt er tegenwoordig gefeest.’

Een muzikant bouwt een optreden op door allerlei vreemde geluiden boven elkaar te monteren tot een geheel. Voor zijn podium staat een retro-koersfiets, en dat is niet toevallig. Over het hele land worden retrokoersen georganiseerd, compleet met antieke Tour de France-outfits. De 222 meter in Brussel, de Alleycat Race in Gent. Op de Blauwvelokeskoers in Zwijndrecht zijn geschoren benen verboden, om te fanatieke coureurs niet de authenticiteit van het gebeuren te laten verstoren. Er komen honderden mensen op af, en toch is het een ander publiek dan bij een sportevenement. Er wordt gefeest, gedronken, uitgegaan – onder de blakke zon.

In Gent organiseren Emile De Schryver en Orrin Kastelijn, jonge twintigers, onder de naam Treehouse zulke overdagfeesten op bijzondere locaties. ‘Het aanbod in Gent is duur, beperkt en altijd hetzelfde. Wie dat nog aantrekt zijn vrijgezellenfeesten uit de rand rond Gent, niet de jeugd. Wij willen iets specialer, exclusiever. Maar dan niet in de vorm van champagne en oesters, maar door originele drankjes en straffe locaties. Of door op zondagmiddag te beginnen feesten. Voor ons is dat een sociale kwestie. Wij gaan op zoek naar locaties in achtergestelde buurten, in leegstaande panden, en we rekenen democratische prijzen. Dit zijn crisistijden. Wij worden constant om de oren geslagen met doemberichten over onze eigen toekomst. Daarom leven we ons leven heel erg in het nu. Er heerst een je m’en fou-mentaliteit onder veel jongeren. En die feesten op zondag reflecteren dat. Wij leven zoals we het willen.’

Ook Maxim Meukens ontwaart een crisismentaliteit. ‘Wij wachten niet meer op de kansen die ons gegeven worden. Wij zetten onze eigen evenementen op. Iedereen doet wat, feestjes worden georganiseerd door een hele groep jonge fotografen, dj’s, muzikanten en regisseurs. We zitten samen beneden aan de hiërarchie, en we gaan zelf boven raken.’ ‘Partycipatie’, noemt de Nederlandse jongerentrendwatcher Youngworks dat. ‘Deze jongeren zijn opgegroeid in onderhandelingshuishoudens, waarin ze altijd een eigen zeg hadden’, zegt directeur Judith Lieftink. ‘Dat krijg je er niet meer uit. Ze willen meedoen, ook in het uitgaansleven. Niks geen discotheek meer die over hun hoofden beslist wie er draait. En omdat ze betrokken willen zijn, is kleinschaligheid ook zo belangrijk. De grote massa is minder aantrekkelijk voor de grote groep jongeren, hoe paradoxaal dat ook klinkt. De grote festivals worden steeds ouder qua publiek. De jongeren neigen naar kleiner. Niches zijn het nieuwe groot.’

Zoals een rommelmarkt, op een dode zondag. Een groep komt zijn nieuwste single voorstellen, het feest gaat, een uur of acht, naar zijn einde. Morgen is het maandag. Werkdag, studeerdag. En uitgaansdag. Gewoon je smartphone openslaan en de verborgen parels ontdekken. Het sluitingsuur van het feest staat op oneindig.

DOOR JELLE HENNEMAN

De subculturen die jongeren altijd gekenmerkt hebben, zijn grotendeels opgegaan in de stroom van informatie die de hele tijd van overal komt.

Niemand organiseerde in het begin volgens het boekje, en ze namen dat vaak als een teken van eer. Sabam? Niet mee bezig.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content