‘HET MUBARAKREGIME IS HELEMAAL TERUG’

LEGER Soldaten houden de wacht bij het presidentiële paleis, dat belaagd wordt door Morsi-aanhangers.

In Egypte staan na de recente gebeurtenissen twee kampen lijnrecht tegenover elkaar. De Moslimbroeders spreken van een coup en willen president Morsi in ere hersteld zien, hun tegenstanders spreken van een revolutie en een overwinning van de democratie. Maar binnen dat laatste kamp groeit de verdeeldheid.

Niet voor het eerst was het Bassem Youssef, de ‘Egyptische Jon Stewart’, die de juiste woorden vond. ‘Dank aan al wie ondanks de overwinningsroes zijn menselijkheid heeft bewaard, aan de enkelingen die nu in geen van beide kampen welkom zijn omdat ze niet willen meedoen aan de haatzaaierij en het leedvermaak’, zei de razend populaire tv-komiek in een column in de krant Al-Shorouk.

Youssef is geen vriend van president Morsi. Hij heeft hem het voorbije jaar ongenadig belachelijk gemaakt, en hij stond zelf terecht wegens belediging van de president en de religie. Maar Youssef verzet zich tegen het klimaat dat in Egypte is ontstaan sinds Morsi op 3 juli door het leger werd afgezet, daags na massaal protest tegen diens bewind.

De Moslimbroederschap, pas nog de grootste politieke formatie in het land, wordt nu in de media routineus omschreven als terroristen, ook op CBC, de commerciële zender die Youssefs programma uitzendt. Wie het woord ‘coup’ gebruikt in plaats van ‘revolutie’ om de recente gebeurtenissen te omschrijven, is hun handlanger.

Sinds 3 juli zijn er twee Egyptes. In het ene Egypte is er een interim-president, Adly Mansour, en een nieuwe regering, waarin geen enkele moslimfundamentalist zitting heeft. Mansour praat over nationale verzoening en zegt dat de Moslimbroederschap daarbij welkom is.

In het andere Egypte is Morsi nog altijd president. Tienduizenden van zijn aanhangers houden zich nu al drie weken op bij de Rab’a al-Adawiya-moskee in Oost-Caïro. Officieel zegt de Moslimbroederschap dat over alles gepraat kan worden, zelfs over de vervroegde verkiezingen die Morsi tot het laatste moment heeft geweigerd. Op één voorwaarde: dat president Morsi eerst in ere wordt hersteld.

Bij de moskee roept men om ‘legitimiteit’ maar ook om een ‘islamitische staat’. De mensen hier zijn vastberaden. ‘Na wat ze met president Morsi hebben gedaan, is het te laat voor verzoening’, zegt de 22-jarige Mohammed Said, die op een stoeprand zit te praten met een meisje in hoofddoek. Nee, ze gaan hier niet weg, zegt Said nuchter. ‘Je sterft maar één keer, dus kun je er maar beter voor zorgen dat je dat in dienst van God doet.’

Fascisme

Aan de andere kant is de onverzettelijkheid even groot. Daar heeft men het over de ziekten die al die ongewassen Moslimbroeders van het platteland gaan verspreiden, en zeggen ze dat het toch ondemocratisch is om zomaar de straten te versperren. ‘Het fascisme van deze mensen is niet anders dan dat van de fundamentalisten die het een overwinning voor God zouden vinden als hun tegenstanders van de aardbodem zouden verdwijnen’, schrijft Youssef. ‘Alleen rechtvaardigen zij hun fascisme door te zeggen dat het in het belang van het land is. Wij zijn de fouten van de Moslimbroederschap aan het herhalen.’

Youssef staat niet alleen met zijn mening. Maar de stemmen van zij die waarschuwen voor al te veel idolatrie voor het leger, of die argumenteren dat je niet ongestraft miljoenen landgenoten aan de kant kunt schuiven, verdrinken momenteel in een zee van patriottisme.

‘Natuurlijk is dit geen revolutie’, schuimt Wael Abbas, een bekend blogger en activist die al sinds 2004 foltering en andere schendingen van de mensenrechten aan de kaak stelt. ‘In een revolutie horen leger en politie op je te schieten. In de plaats daarvan deelde de politie op 30 juni water uit aan de betogers, en vlogen legerhelikopters over met Egyptische vlaggen.’

‘Nee,’ zegt Abbas, ‘wat op 30 juni is gebeurd, was een feestje voor iets wat lang op voorhand op hoog niveau was beslist. Anders was het nooit toegelaten geweest.’

Mensen als Abbas worden nu uitgescholden voor ‘landverraders die meeheulen met de Moslimbroederschap en de Verenigde Staten’, zegt hij. ‘In de eerste plaats door mensen die niet eens hebben meegedaan aan de revolutie van 2011 en die op 30 juni voor het eerst op straat zijn gekomen.’

Maar ook veel bondgenoten van het eerste uur bevinden zich nu in het kamp van het leger waartegen ze in 2011 en 2012 zo fel hebben gevochten toen dat zich leek vast te klampen aan de als tijdelijk bedoelde macht en zich schuldig maakte aan grove schendingen van de mensenrechten.

Hassan Shaheen, een activist die te zien was in een beruchte video waarin hij en het ‘meisje met de blauwe beha’ door soldaten werden mishandeld, zegt nu op Twitter dat ‘het volk en het leger verenigd zijn in de strijd tegen het terrorisme’. De Moslimbroederschap, aldus Shaheen, moet ontbonden worden en haar leiders gearresteerd.

Abbas beschouwt Morsi ook als illegitiem, in de eerste plaats omdat hij verkozen is op basis van een kieswet die goedgekeurd werd door een parlement dat sindsdien onwettig is verklaard. Maar hij zegt dat hij het leger voor geen cent vertrouwt, ook niet nu dat leger zegt dat het deze keer geen actieve rol wil spelen in de politiek.

‘Een transitie met het leger als vroedvrouw kan nooit uitmonden in een echte democratie. Dit is een terugkeer naar het Mubaraktijdperk. Diep in hun hart weten mensen als Shaheen dat ook wel. Misschien hopen ze oprecht dat het deze keer anders wordt.’

Diepe staat

De discussie heeft een diepe kloof getrokken binnen het ‘revolutionaire’ kamp. Ahmed Maher en Esraa Abdel-Fattah, de twee oprichters van de 6 apriljeugdbeweging die mee aan de basis lag van de revolutie van 2011, schaarden zich eerst enthousiast achter de 30 junibeweging. Na de coup van 3 juli werden ze ontvangen door interim-president Mansour en beloofden ze samen op reis te gaan om aan de buitenwereld uit te leggen dat wat in Egypte is gebeurd echt geen coup is, maar een tweede revolutie.

Maar Maher veranderde van gedacht na het bloedbad bij de Republikeinse Garde, waar het leger op 8 juli minstens 51 Morsi-aanhangers doodschoot. Maher nam het woord ‘coup’ in de mond.

‘Als ik het nu geen coup noem, wat ga ik dan zeggen als ze ons opnieuw verneuken zoals in 2011?’ zei Maher in een tweet aan Abbas. Sindsdien voert Abdel-Fattah, die vorig jaar nog genomineerd werd voor de Nobelprijs voor de Vrede, campagne tegen Maher. Ook zij omschrijft de Moslimbroeders als terroristen en prijst het leger voor het redden van het land.

Een ander icoon van de revolutie is ook gesneuveld: de Facebookpagina ‘Wij zijn allemaal Khaled Said’. Said is de jongeman die in 2010 werd doodgemarteld in politiehechtenis. Het protest daartegen was een voorbode van de opstand tegen Mubarak, en de Facebookpagina, opgericht door de nu wereldberoemde Wael Ghonim, was hét vehikel waarmee in 2011 tot massaal protest werd opgeroepen.

Maar de man die destijds de Engelstalige pagina beheerde, terwijl Ghonim het Arabisch deed, heeft zich tegen de ‘revolutie’ van 30 juni gekeerd. Hij wil zijn naam niet geven, want, zegt hij: ‘Het is nu opnieuw 24 januari 2011. Het Mubarakregime is helemaal terug. De activisten die daar nog aan twijfelen, zullen dat weldra aan den lijve ondervinden.’

Gepland door leger

Zoals Abbas vermoedt hij dat het afzetten van Morsi geen reactie was op het straatprotest, ‘maar op voorhand was gepland door leger, politie en andere onderdelen van de diepe staat, met de steun van een deel van de oppositie’. ‘Als er een beetje meer druk was uitgeoefend, als er een paar dagen langer vreedzaam was betoogd, dan waren er mogelijk vervroegde verkiezingen of een andere democratische oplossing uit de bus gekomen. Een militaire coup is niet de oplossing.’

Van Ghonim is niets meer vernomen sinds hij, voorafgaand aan 30 juni, aan Morsi vroeg om zijn ‘vaderlandse plicht’ te doen door af te treden. De Arabische pagina, die door 3,1 miljoen mensen wordt gevolgd, is niet anticoup. De laatste aanmelding dateert van 3 juli, de dag van de coup, en is solidair met het leger.

Maar voor Zahraa, de zus van Khaled Said, komt Ghonims stilzwijgen sindsdien neer op verraad. ‘Ze moeten allebei ophouden mijn broers naam te gebruiken. Zij vertegenwoordigen niet langer wat er op straat gebeurt’, zegt ze aan de telefoon vanuit Alexandrië. ‘Ze zouden hun pagina beter omdopen tot ‘Wij zijn allemaal Moslimbroeders’.’

DOOR GERT VAN LANGENDONCK IN CAÏRO

‘Wat op 30 juni is gebeurd, was een feestje voor iets wat lang op voorhand op hoog niveau was beslist.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content