Deze week stemt de Kamer opnieuw over de gezondheidswet, die een einde moet maken aan het financiële gemors in de gezondheidszorg. Apotheker Maya Detiège en huisarts Yolande Avontroodt over bange patiënten, overenthousiaste voorschrijvers en de angst voor de kiwi.

Onze gezondheid kost te veel. De voorbije jaren veroorzaakte dat meermaals wrijvingen tussen de coalitiepartners SP.A, die in de vorige regeerperiode de bevoegde minister leverde, en VLD, die blijft roepen dat het budget binnen de perken moet worden gehouden. Sinds een paar maanden drijft SP.A-voorzitter Steve Stevaert, al dan niet geflankeerd door minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Rudy Demotte (PS), geregeld de spanning op met klinkende voorstellen. Zijn strijd tegen het escalerende gezondheidsbudget focust vooral op dikbetaalde specialisten en vetgemeste geneesmiddelenfabrikanten.

Zodra ieders aandacht op de gezondheidszorg was gericht, vroeg Demotte vrij spel om korte metten te kunnen maken met het financiële gemors. De zogenaamde ‘gezondheidswet’ geeft hem een volmacht om misbruiken tegen te gaan, de uitgaven strikter te controleren en zowel de bezoldiging van artsen als de terugbetaling van geneesmiddelen bij te sturen. Het was de bedoeling dat zijn volmacht op 1 april zou ingaan (en zou gelden tot 31 december), maar de wet raakte voor het paasreces niet meer goedgekeurd in de Kamer. Volgens de CD&V-oppositie was de wet technisch niet goed genoeg, de parlementsleden maakten daar amok over, Kamervoorzitter Herman De Croo (VLD) kreeg in de wandelgangen woorden met de CD&V’ers en uiteindelijk werd afgesproken dat het ontwerp weer naar de commissie Volksgezondheid werd gestuurd. ‘Belachelijk dat het midden in de nacht uiteindelijk tot die afspraak komt’, zegt Kamerlid Maya Detiège (SP.A). ‘Ik zie niet in waarom de wet, mits er een paar kleine aanpassingen worden gedaan, deze week niet zou worden goedgekeurd.’

Detiège is apotheker en zat tot ze parlementslid werd in de Commissie Terugbetaling Geneesmiddelen (CTG). Net als haar collega Yolande Avontroodt (VLD), die huisarts is, zal ze minister Demotte de komende acht maanden geen minuut uit het oog verliezen. Volmacht of niet. Dat geldt ook voor de farmaceutische industrie, die opgelucht kon ademhalen na lectuur van het wetsontwerp. Het gevreesde kiwimodel, dat de Wetstraat in Nieuw-Zeeland ging halen, is namelijk opvallend afgeslankt. In de klassieke versie schrijft de overheid voor elk nieuw geneesmiddel een aanbesteding uit. Het middel dat wint, wordt bijna volledig terugbetaald, terwijl de concurrenten het met een kleine terugbetaling moeten stellen. Maar de kiwi die uiteindelijk in de wettekst terechtkwam, is bijlange niet zo groen als de Nieuw-Zeelandse: er wordt alleen met aanbestedingen gewerkt voor geneesmiddelen die niet meer onder patent zijn. Zolang er een patent is, mag een merkgeneesmiddel niet worden nagemaakt, zodat het bedrijf de kans krijgt de kosten voor onderzoek en innovatie terug te winnen. Na 15 jaar vervalt het patent, en komen er vaak exacte kopieën op de markt: generica.

Medicijnen die nog onder patent zijn, ontsnappen dus aan de aanbestedingen. Die toegeeflijkheid van de overheid krijgt de farmaceutische industrie niet voor niets. Zo worden oudere geneesmiddelen al goedkoper na twaalf jaar in plaats van na vijftien jaar zoals vandaag het geval is. Daarnaast kunnen ze ook niet langer doodleuk uit het terugbetalingssysteem stappen als ze zin hebben om hun prijzen op te drijven. De bevoegde minister kan hen dat binnenkort weigeren.

Detiège: ‘Oef. Vorig jaar nog zeiden de belangrijkste producenten van de anticonceptiepil dat ze hun producten uit de terugbetaling zouden halen. En dat kon zo maar! Dus moesten we er wel met een wet voor zorgen dat zoiets zich niet meer kan herhalen.’

Avontroodt: ‘Toch niet voor middelen die een meerwaarde bieden voor de gezondheid van de bevolking. Minister Demotte zal nu een lijst moeten opstellen met dergelijke middelen, en het lijkt me evident dat ook de pil daarop zal staan. We mogen nooit aanvaarden dat de pil voor een groep vrouwen niet langer betaalbaar zou zijn.’

Bent u teleurgesteld dat er zo’n mager kiwimodel uit de bus is gekomen?

MAYA DETIÈGE: Dat is een misverstand. Je kunt nooit een systeem van het ene land volledig naar het andere overplanten. In België gebeurt de distributie van geneesmiddelen bijvoorbeeld anders dan in Nieuw-Zeeland, en wij moeten rekening houden met de Europese wetgeving. Met ons kiwimodel lopen we wel het risico dat bedrijven een geneesmiddel zullen ‘vernieuwen’ kort voor het patent vervalt, waardoor het wéér voor vijftien jaar beschermd is. Dat gebeurt nu al vaak. Daarom staat in de nieuwe wet dat de bevoegde commissie mag onderzoeken of het wel degelijk om een echte vernieuwing gaat.

YOLANDE AVONTROODT: Je kunt toch niet ontkennen dat het kiwimodel aanvankelijk anders is voorgesteld? Steve Stevaert (SP.A) en andere politici deden alsof we voor álle geneesmiddelen met aanbestedingen zouden werken, en dat was het ultieme doembeeld van de farmaceutische industrie. Als we zo’n systeem hadden ingevoerd, dan waren we ongetwijfeld terechtgekomen in een kluwen van aanvechtingen, procedureslagen en inbreuken op de Europese regelgeving. Bovendien zouden degenen die zich dat kunnen veroorloven misschien naar het buitenland getrokken zijn om dure geneesmiddelen te kopen, waardoor een geneeskunde met twee snelheden was ontstaan. Ik ben dan ook tevreden dat er alleen aanbestedingen zullen worden uitgeschreven voor geneesmiddelen die niet meer onder patent zijn. Dat zal op korte termijn de meeste winst opleveren. En dát is uiteindelijk de bedoeling.

Volgens de vereniging van producenten van generische geneesmiddelen Febelgen zal die winst heel mager zijn omdat alleen de generica tegen elkaar worden uitgespeeld.

DETIÈGE: Ik heb een brief van Febelgen gekregen…

AVONTROODT: Ik ook! Ontmaskerend!

DETIÈGE: Zodra er een maatregel wordt genomen die impact zou kunnen hebben op hun concurrentiepositie, is het kot blijkbaar te klein. Sommige bedrijven dreigen zelfs uit België weg te trekken. Kijk, de overheid wil met aanbestedingen werken om de gezondheidszorg betaalbaar te houden. Onvermijdelijk zullen alle betrokkenen zich moeten aanpassen. Laten we niet vergeten dat de producenten van generica in de eerste plaats bedrijven zijn die winst willen maken. Al kun je niet voorbijgaan aan hun belangrijke rol: als het patent van een geneesmiddel vervallen is, daalt de prijs van dat origineel, en de generica moeten 30 procent goedkoper zijn.

AVONTROODT: Ik vind de woede van die sector helemaal niet terecht. Ze krijgen verdorie nog altijd een voorkeursbehandeling van de overheid. Ook met de nieuwe gezondheidswet zullen artsen worden beloond als ze generica voorschrijven. We zouden dat veel beter koppelen aan de hoeveelheid goedkope geneesmiddelen die een arts voorschrijft, en dat is lang niet altijd hetzelfde.

De producenten van generica zijn natuurlijk vooral boos omdat hun marktaandeel enorm was gestegen en ze nu een kentering vrezen door de invoering van het kiwimodel. Er worden vaak trouwens te snel generica voorgeschreven. Of beter: doordat er generica op de markt zijn, worden er soms te veel medicijnen voorgeschreven. Voor de terugbetaling van maagzuurremmers, die nogal duur zijn, moet er bijvoorbeeld een gastroscopie worden uitgevoerd en moet de adviserend geneesheer van het ziekenfonds zijn fiat geven. Voor sommige generische equivalenten was zo’n onderzoek totnogtoe niet nodig, en dus werden die door veel artsen veel te vlot voorgeschreven als een patiënt met maagklachten kwam aanzetten. Correct is dat natuurlijk niet. Als arts schrijf je alleen pillen voor als de patiënt die echt nodig heeft, of een doosje nu 5 of 50 euro kost. Dat Demotte nu ook een gastroscopie wil voor de eerste terugbetaling van generische maagzuurremmers, is een goede zaak.

Wéten de meeste patiënten eigenlijk dat er dure en goedkope versies van hetzelfde geneesmiddel bestaan?

DETIÈGE: Eigenlijk zou een zieke mens zich daar niet mee moeten bezighouden. Onlangs kreeg ik een brief van een vereniging van mucoviscidosepatiënten. Het ging over een antibioticum dat ze via een aërosol kunnen krijgen en waardoor de traditionele inspuitingen overbodig worden. Dat verandert het hele leven van zo’n patiënt. Dat middel is geschikt voor 150 van de ongeveer 1000 mucopatiënten in België. Dat middel heeft in ons land al een verlaagde prijs. Nu maken die patiënten zich zorgen dat de prijs nog zal dalen door de nieuwe gezondheidswet. Ze vrezen dat de producent zijn medicijnen dan naar het buitenland zal exporteren en het niet meer in België zal aanbieden. Dat is toch niet serieus?

AVONTROODT: Hadden we dat kiwimodel voor álle geneesmiddelen ingevoerd, dan zouden we pas echt het risico gelopen hebben dat farmabedrijven met hun stock naar het buitenland trokken. Als ze al niet helemaal waren verhuisd.

U was het in het verleden niet altijd eens over de kwaliteit van generische geneesmiddelen.

DETIÈGE: (zucht) Farmaceutische bedrijven beweren graag dat de kwaliteit van generische geneesmiddelen te wensen over laat, dat je er bijvoorbeeld sneller allergische reacties door krijgt. Ondertussen heeft het Directoraat Generaal Geneesmiddelen, de vroegere farmaceutische inspectie, een analyse gemaakt van alle generica die officieel op de Belgische markt circuleren. Wat blijkt? Eén voor één beantwoorden ze aan alle mogelijke normen. Voilà.

AVONTROODT: Alleen gebeurt de productie van die middelen vaak in India of in Oost-Europa, en gaat er in de praktijk wel eens iets mis. Eens een product de hele erkenningsprocedure heeft doorlopen, moet je ervan uitgaan dat wat op het doosje staat in orde is. Alleen beantwoordt de inhoud niet altijd aan de bijsluiter.

Als het kiwimodel er inderdaad voor zorgt dat sommige generica verdwijnen, zal dat hun kwaliteit alleen maar ten goede komen. Hoe meer verschillende doosjes met hetzelfde middel een apotheker in huis moet halen, hoe moeilijker het wordt om precies te achterhalen hoe die van elkaar verschillen. En verschillen zijn er altijd, hoe miniem ook.

DETIÈGE: Ook producten die pakweg in Bangladesh worden gemaakt, moeten aan de Europese normen beantwoorden. Alle geneesmiddelen die het normale circuit afleggen, via de groothandel naar de apotheek, worden op dezelfde manier gecontroleerd.

AVONTROODT: Maya, theorie en praktijk zijn niet altijd hetzelfde. Ik pleit voor meer middelen voor het Directoraat Generaal Geneesmiddelen, zodat er onder meer frequenter steekproeven kunnen worden gedaan.

Tegenwoordig kun je allerlei medicijnen, van Viagra tot antidepressiva, via het internet kopen. De aanbiedingen vliegen zo je mailbox binnen.

DETIÈGE: Ik heb dat geprobeerd! Op het internet heb ik antidepressiva gekocht en ze naar het parlement laten sturen. Een week later arriveerde een keurig pakje uit Spanje. Geen dokter gezien. Geen voorschrift gevraagd. Zodra ik tijd heb, wil ik de inhoud laten analyseren. Ik ben benieuwd.

AVONTROODT: Je hebt natuurlijk geen enkele zekerheid dat die pillen werkzaam of veilig zijn. Heel gevaarlijk vind ik dat. De Europese overheid moet dat soort praktijken dringend inperken. Al besef ik natuurlijk ook wel dat zoiets niet makkelijk is in het internettijdperk. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor de reglementering op het vlak van reclame voor geneesmiddelen. Commerciële informatie mag niet, en alle informatie moet op degelijkheid worden gescreend. Dat is natuurlijk gemakkelijker gezegd dan gedaan. Elke tv-kijker kan naar buitenlandse zenders zappen waar die wetgeving niet bestaat. En op het internet is die vrijheid nog veel groter. Het is ook het recht van elke Belg om zich goed te informeren. Op dat vlak ben ik veel vooruitstrevender dan je denkt. Een goed geïnformeerde patiënt herkent sneller symptomen, stapt sneller naar de dokter, waardoor er vroeger een diagnose kan worden gesteld. Dat is goed voor de gezondheid én voor de portemonnee van de patiënt en de overheid. Voor alle duidelijkheid: reclame voor geneesmiddelen kan voor mij niet, maar de grens tussen reclame en informatie moet scherper worden afgelijnd.

Richten farmabedrijven hun reclamepijlen niet vooral op dokters door middel van reisjes, gsm’s en premies voor het invullen van enquêtes?

AVONTROODT: Zelf heb ik dat in elk geval nooit meegemaakt. Wellicht zitten er veel indianenverhalen tussen, maar er zullen ongetwijfeld ook echt misbruiken voorkomen. Vandaag zijn er waarschijnlijk artsen die bezwijken voor de druk van farmaceutische bedrijven om hun geneesmiddelen voor te schrijven, en dat moeten we tegengaan. Eind vorig jaar hebben we daar in de Kamer een wet over goedgekeurd, en de sector heeft zichzelf een gedragscode opgelegd. De bedrijven houden elkaar nu in het oog, en dat werkt.

DETIÈGE: Dat werkt níét. De bedrijven vinden die zelfregulering zelf geen sluitend systeem. De overheid is op die enorme uitgaven voor reclame en marketing van de farmaceutische industrie gestoten toen onderzocht werd hoe in de gezondheidszorg bespaard kan worden. De sector is dan zelf met het idee komen aanzetten om een deontologische code op te stellen. Maar niet elk bedrijf heeft dat ondertekend. Met andere woorden: als het ene bedrijf zich aan de code houdt en het andere kan doen wat het wil, is dat concurrentievervalsing.

Soms gaat de druk die zo’n bedrijf uitoefent echt ver. Ik heb in de apotheek meegemaakt dat er zo’n vertegenwoordiger binnenkwam die me vroeg af te printen hoeveel van zijn geneesmiddelen de huisartsen uit de buurt hadden voorgeschreven. Want ze zeiden hem wel dat ze dat deden, maar zeker was hij daar natuurlijk niet van. Ik heb die vent meteen buitengegooid.

AVONTROODT: Ik denk dat het probleem zich zal verleggen als het voorschrijven op stofnaam opgang kent. Hoe meer artsen de actieve stoffen van een geneesmiddel zullen voorschrijven in plaats van een merknaam, hoe interessanter de apothekers voor de sector zullen worden. Zij zullen het dan zijn die bepalen welk doosje van welk merk de patiënt mee naar huis neemt.

Ziekenhuizen krijgen van die bedrijven grote kortingen op geneesmiddelen, maar rekenen de patiënten toch de volle pot aan. Is dat verdedigbaar?

AVONTROODT: Die kortingen maken in de praktijk een stuk van de ziekenhuisfinanciering uit. Dat is historisch zo gegroeid. Als we plots verbieden dat de ziekenhuizen die middelen voor hun eigen werking gebruiken, zullen ze die bij de overheid moeten komen halen. Het kan toch niet de bedoeling zijn dat we de gezondheidszorg nog duurder maken? Ik vind het veel belangrijker dat de ziekenhuizen efficiënter beheerd worden. Verschillende ziekenhuizen kopen vandaag bijvoorbeeld allemaal apart heel dure medische toestellen aan. Mochten ze dat materiaal samen kopen, dan zouden ze ongetwijfeld veel betere prijzen kunnen bedingen.

DETIÈGE: Toch mogen we niet blind zijn voor de invloed van de farmaceutische sector in ziekenhuizen. Vaak zijn het originele, en dus duurdere geneesmiddelen die daar worden gepusht. De patiënt krijgt zo’n middel in het ziekenhuis toegediend, neemt de rest van het doosje mee naar huis en gaat later naar zijn huisarts voor een nieuw voorschrift. Voor die huisarts is het dan niet eenvoudig om die patiënt op een goedkoper middel te laten overschakelen.

In ‘Gazet van Antwerpen’ klaagde een producent onlangs dat nieuwe geneesmiddelen meer op hun budgettaire impact worden beoordeeld dan op hun therapeutische waarde.

AVONTROODT: Ik snap dat die man dat zegt. Om daar iets aan te doen, moeten we de Commissie Terugbetaling Geneesmiddelen (CTG) meer professionaliseren. Die commissie behandelt metershoge stapels complexe dossiers. De ziekenfondsen hebben hele studiediensten om die voor te bereiden, maar voor de artsen en wetenschappers in de CTG vormen ze een enorme werklast. Inhoudelijk ben ik het wel helemaal eens met de criteria die ze hanteren: is een nieuw geneesmiddel innovatief en biedt het een therapeutische meerwaarde voor de patiënt? De gezondheidswinst voor de patiënt én voor de bevolking moet primeren.

DETIÈGE: De bedrijven moeten natuurlijk ook mee willen. Toen ik zelf nog in die commissie zat, heb ik verschillende keren meegemaakt dat ik bijkomende informatie vroeg en die niet kreeg. Zo kwam er een aanvraag binnen voor een nieuw Alzheimer-medicijn, dat de overheid veel zou kosten als we het terugbetaalden. De commissie wilde dat heel nauwkeurig onderzoeken, maar antwoord op mijn vragen kwam er niet. Schandalig!

Ik herinner me ook een dossier over een nieuwe zalf die 375 euro per tube zou kosten en waarvan een patiënt er per behandeling twee nodig heeft. Dankzij die zalf moet de voet van de patiënt dan niet worden geamputeerd, en dat zou nog veel duurder zijn, redeneerde dat bedrijf. Het is toch zever om een geneesmiddel zo duur te maken als de productiekosten helemaal niet zo hoog liggen? Dat is pure chantage om toch in de terugbetaling te komen. Zo’n bedrijf weet natuurlijk ook dat de overheid niet kan toelaten dat mensen uit geldgebrek hun voet moeten laten amputeren.

AVONTROODT: Nu maak je er weer een karikatuur van. Als je een patiënt laat kiezen tussen 750 euro betalen voor twee tubes zalf of zijn voet verliezen, zal de keuze snel gemaakt zijn. Wel pleit ik voor meer transparantie over de prijsbepaling van geneesmiddelen: de kosten van de ontwikkeling, van de productie, enzovoort.

Daarnaast vind ik dat we meer rekening moeten houden met de impact van een bepaald middel op andere terreinen. Als we bijvoorbeeld overwegen om een Alzheimer-medicijn terugbetaalbaar te maken, moeten we ook afwegen wat dat betekent voor de zelfredzaamheid van de patiënt, voor de mantelzorg, voor de rusthuissector. Gezondheidseconomische overwegingen spelen nu te weinig mee.

Al jarenlang belooft de minister van Sociale Zaken dat artsen die buitensporig veel of dure middelen voorschrijven zullen worden bestraft. Waarom is daar nog altijd niets van terechtgekomen?

AVONTROODT: Omdat de parameters nog niet zijn vastgelegd: de grenzen van ‘buitensporig voorschrijfgedrag’. Dat is noodzakelijk als we niet willen dat elke beslissing achteraf weer wordt aangevochten. Daarom moeten alle betrokken beroepsgroepen samen met de minister een model uitwerken. Ik denk dat het wel zal lukken, want er is een ommekeer in het denken…

DETIÈGE: Allez Yolande, dat is toch niet waar! De artsensyndicaten zijn bijvoorbeeld lang nog niet allemaal mee met de nieuwe richting van de gezondheidszorg. Sommige huisartsen, specialisten en apothekers zijn zo bang dat ze minder zullen verdienen dat ze vergeten na te denken over de kwaliteit van hun beroep.

Door Ann Peuteman

AVONTROODT: ‘Hadden we het kiwimodel voor álle geneesmiddelen ingevoerd, dan waren we in een juridisch kluwen terechtgekomen.’

DETIÈGE: ‘De zelfregulering van de farmaceutische industrie werkt niet. Bedrijven blijven druk uitoefenen op de artsen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content