De VRT heeft nog een erfschuld af te lossen tegenover de cultuursector. De Canvascollectie moet kunstenaars opnieuw verzoenen met het ‘vervlakkende’ medium televisie. Het programma neemt evenwel een valse start. Het verhaal van een wildcard en een dappere directeur.

‘In het verleden was de relatie tussen Canvas en de kunstsector niet altijd optimaal.’ Netmanager Jan Stevens bezondigde zich half januari aan een fors understatement toen hij De Canvascollectie lanceerde. ‘Het is meteen de gelegenheid voor de kunstsector om vast te stellen dat de televisie niet de vijand is van de kunst’, zei hij nog. Een hele lente lang gaat Canvas, samen met vijf musea (MuHKA in Antwerpen, SMAK in Gent, Wiels in Brussel, het PMMK in Oostende en Z33 in Hasselt) op zoek naar onbekend talent in de beeldende kunst. Een beetje zoals bij Idool worden de kandidaten voor een jury gebracht die in sneltempo het kaf van het koren moet scheiden. Nadien maakt een professionele jury een doorgedreven selectie. 250 werken worden vanaf 23 mei tentoongesteld in Bozar. Een publieksjury kiest uit vijf genomineerden een winnaar van de Canvasprijs (10.000 euro) en een professionele jury geeft nog drie prijzen van respectievelijk 4000, 6000 en 8000 euro. Een jonge kunstena(a)r(es) krijgt een solotentoonstelling.

De overeenkomsten met het VTM-programma Idool zorgden voor heel wat koudwatervrees in de sector. Galeriehouders, kunstenaars en museumdirecteurs waren beducht dat De Canvascollectie zou uitdraaien op een potje rasechte ‘uitlachtelevisie’ waarbij kunstenaars genadeloos zouden worden afgemaakt door toogfilosofen, BV’s en zelfverklaarde kunstkenners. Uiteindelijk dokterde Canvas een formule uit die aanvaardbaar was voor iedereen. Professionele juryleden, die gerekruteerd werden uit de sector zelf, zouden de touwtjes strak in handen houden. Iets te strak, zo blijkt nu.

WILDCARD

Jef Martens, directeur van IKO, de stedelijke academie voor beeldende kunst in Hoogstraten en zelf beeldhouwer, had lang getwijfeld toen hem werd gevraagd deel te nemen aan De Canvascollectie. Niet als kunstenaar, maar als lid van een van de vele selectiecommissies die de eerste ruwe schifting moesten doorvoeren. ‘Ik had geen vertrouwen in het medium televisie. Toch charmeerde het me dat de organisatoren aan mij hadden gedacht. Het was een bewijs dat ze ook de kunstacademies wilden betrekken bij het initiatief. Ik ga al jaren naar tentoonstellingen, maar ik schrik nog zelden. Ik hoopte dat deze talentenjacht toch nieuwe dingen boven water zou brengen.’

Tijdens het weekeinde van 8 en 9 maart is Jef Martens aangenaam verrast wanneer hij om halfacht ’s morgens in het Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen arriveert. Meer dan 1200 kunstenaars, jong en oud, professioneel en amateur, zijn samengetroept rond en in het museum. Overal staan schilderijen, beeldhouwwerken of installaties. Moeders troosten hun zonen wanneer ze ‘gebuisd’ worden en iedereen juicht mee als iemand geselecteerd wordt.

‘Het was echt hartverwarmend. De organisatie verliep vlekkeloos. Ik zag kunstenaars die elkaar in een collegiale sfeer ontmoetten. Ik had het allemaal veel opper- vlakkiger verwacht.’

Martens zit met twee andere experts in een selectiecommissie: Chantal De Smet, voorzitster van de Beoordelingscommissie Beeldende Kunst van het Kunstendecreet en Willy De Sauter (°1938), een gevestigde Brugse kunstenaar. ‘We moesten een strak tempo aanhouden’, zegt Martens. ‘Amper tien minuutjes per kandidaat. Toch had ik een goed gevoel bij de jurering. Er werden zinnige opmerkingen gemaakt en de kunstenaars staken er volgens mij veel van op.’

Maar dan gaat het mis. ‘Plots krijgen we te horen dat we even moeten wachten. Er komt een ploeg van Canvas binnen. Wij begrepen het niet goed aangezien ons was gezegd dat de jureringen niet zouden worden gefilmd. Er zouden enkel sfeerbeelden worden gemaakt. Dan verschijnt een dame die een kunstwerk van kunstenaar Vaast Colson komt verdedigen. Het werk (een doek waarop een korte tekst staat geschreven) blijkt slechts een onderdeel van een groter geheel. Wanneer we opmerken dat wij enkel de getoonde werken mogen beoordelen, zegt de dame – de galeriehoudster van Colson – dat er een ‘misverstand’ is. “Vaast Colson wordt momenteel gefilmd door Canvas. Die reportage zelf maakt deel uit van zijn kunstwerk.” Wij merken op dat heel deze historie dus opgezet spel is en dat dit ingaat tegen het normale wedstrijdverloop. We beslissen eenparig om Colson niet te selecteren.

‘Vaast (die lesgeeft aan de Academie van Antwerpen en een coming man is in de Belgische kunstwereld) startte zelf zijn opleiding in de academie van Hoogstraten, waar ik directeur ben. Het was dus met spijt dat ik hem afwees, maar we moesten het reglement correct toepassen.’

Enkele weken later krijgt Martens te horen dat Vaast Colson toch geselecteerd is voor de tentoonstelling in Bozar. ‘Ik steek mijn licht op bij mijn collega’s en Chantal De Smet komt al snel te weten dat de professionele jury die na ons de uiteindelijke selectie moest maken Vaast een wildcard heeft gegeven. En dan nog voor een ander werk dan het werk dat wij hadden afgewezen. In het reglement staat niks over een wildcard.’

REGLEMENT? OEPS, VERGETEN

Het ‘incident’ in Antwerpen is geen alleenstaand geval, zo blijkt. ‘De vijf musea die de preselecties organiseren mogen elk vijf wildcards weggeven’, zegt Kathleen Weyts van het Muhka. ‘Dat staat in onze overeenkomst met Canvas. Na de preselectie heeft een professionele jury zich over alle kandidaten gebogen. Bart de Baere, onze directeur, heeft die jury samengesteld. Ze werd voorgezeten door Jan Fabre. ‘Zij vonden dat Vaast Colson een belangrijke Antwerpse kunstenaar was en dat hij een plaats in de finale verdient.’

Het is toch vreemd dat er in het reglement geen sprake is van wildcards?

WEYTS: Euh. Is dat zo? In onze overeenkomst met Canvas staan ze wel vermeld.

Waarom zijn de kandidaten en de selectiecommissies daar dan niet van op de hoogte gebracht?

WEYTS: Volgens mij is dat wel gebeurd. Ik vraag het even na en bel u terug.

(een paar uur later)

WEYTS: U hebt gelijk. De wildcards staan niet in het reglement en ze werden ook niet vermeld in de briefing aan de juryleden. Dat is vervelend natuurlijk. Wij staan echter recht in onze schoenen.

Bij Canvas moet hoofd communicatie Anne Stroobants aan crisiscommunicatie doen.

STROOBANTS: Toen wij met De Canvascollectie begonnen, wilden we het risico niet lopen dat de opkomst te mager zou zijn. We hebben in de mogelijkheid voorzien om met wildcards te werken. Nu blijkt echter dat de respons groot genoeg is. Meer dan 4700 kunstenaars hebben zich ingeschreven en de uiteindelijke selectie is ijzersterk. Ook zonder de wildcards.

Waarom werd Vaast Colson vooraf gefilmd?

STROOBANTS: We willen in de vier weken dat het programma loopt (vanaf 22 mei, nvdr) aandacht besteden aan alle facetten van de hedendaagse beeldende kunst. Er komen dus interviews en reportages. Wij volgen niet alleen Colson, maar nog een reeks andere kunstenaars.

Het is toch een beetje sneu voor al die ‘gewone’ kunstenaars dat zij niks wisten over die wildcards.

CANVAS: Dat is inderdaad erg vervelend. U hebt gelijk. We hebben nu ook pas gezien dat die wildcards niet in het reglement staan. Daarom hebben we nu ook beslist dat de kunstenaars met een wildcard niet in aanmerking kunnen komen voor een van de prijzen. Dat zou niet eerlijk zijn.

MuHKA-directeur Bart de Baere reageert ontgoocheld en kregelig: ‘Het is jammer dat de VRT nu die beslissing neemt. Ik vrees dat Vaast Colson helemaal niet meer zal willen meedoen, als hij dit hoort. Ik had vanaf het begin vragen bij het wedstrijdaspect van De Canvascollectie. Kunst is geen wedstrijd. Voor mij was vooral van belang dat we konden aantonen dat er geen kloof gaapt tussen de professionele en de niet-professionele kunstsector. Die vormen een geheel. Wij hoopten dat we via de televisie de aandacht konden vestigen op een aantal kunstenaars in wie we sterk geloven. Zo’n wildcard is daarvoor een geschikt instrument. Ik begrijp die directeur niet goed. Wat wil hij met deze rel bereiken?’

VOORKENNIS

Dat zo’n wildcard ook voor minder nobele doeleinden kan worden gebruikt, merkte Jordi Geirlant ( nom de plume van kunstcriticus Marc Ruyters) op in de kunstkrant art. De Kleine Kunstcollectioneur schreef in zijn amusante column dat iemand die bevriend is met een jurylid dat wildcards kan uitreiken, gewapend met deze voorkennis een kunstwerk van Vaast Colson zou kunnen kopen. In juni, wanneer de uitzendingen voorbij zijn en Colson een kleine BV is geworden, is zo’n kunstwerk een veelvoud waard van de huidige prijs.

Jef Martens krijgt het laatste woord. ‘Ik heb gedaan wat ik moest doen. Ik heb tijdens de preselecties hartverwarmende taferelen gezien. Dat gevoel wil ik niet laten kapotmaken door dit soort slinkse praktijken.

‘Vaast Colson heeft me ontgoocheld. Toen zijn leerlingen op de blog van De Canvascollectie opmerkten dat ze erg moeilijk van hem zouden kunnen winnen, antwoordde hij dat hij hoopte dat hij het zou halen. Op dat moment wist hij al dat hij in de finale zou zitten. Dat is niet netjes tegenover zijn leerlingen. Als directeur van een academie vind ik dat erg flauw.’

De Canvascollectie is nu al geslaagd. Het toont de wereld van de beeldende kunst in Vlaanderen in al zijn facetten. Naast schitterende kunstwerken, enthousiaste kunstenaars, oprechte juryleden en gepassioneerde kunstliefhebbers, is het ook een wereld van gekonkel, winstbejag en ellebogenwerk. Het leven zoals het is. Inderdaad.

INFO: www.canvascollectie.be

DOOR KARL VAN DEN BROECK

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content