Met de ruimtelijke orde mag niet worden gemorst: België mag niet nog méér een “Roemenië aan de Noordzee” worden. Dat vindt een aantal lezers.

Ruimtelijk beleid (1)

Het verhaal “Roemenië aan de Noordzee” (Knack nr. 25) poneert dat lokale politici niet meer onbeperkt met ruimte mogen morsen. Uiteraard brengt dat wrevel met zich mee. Maar de indruk wekken dat wie voor pragmatisme pleiten, “arrangeurs” zijn, is niet correct. In het artikel staat dat ik “vroeger” kritisch stond tegenover wanbeleid: welnu, ik blíjf kritisch staan tegenover het wanbeleid dat vroeger werd gevoerd. Maar ik benadruk ook dat niet alle overtreders “cowboys” zijn.

Er is trouwens een verschil tussen het vroegere wanbeleid en het huidig blokkeren van de administratie. Ik beweer ook niet dat de administratie “alleen verantwoordelijk voor de stijgende grondprijzen” is. Ik heb talrijke andere redenen aangehaald. Ik pleit dan ook voor pragmatische oplossingen binnen het kader van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, dat ik volledig onderschrijf en dat inderdaad een trendbreuk binnen rumtelijke ordening inhoudt. Mijn betoog, en dat van het volledige CVP-congres – is voor een administratie die positief staat, want alles kan niet in een wet worden gevat. Mijn zware uitval had de bedoeling het dossier inzake ruimtelijke ordening te deblokkeren en zo te zoeken naar menselijke oplossingen.

Ruimtelijk beleid (2)

Volgens de berichtgeving zou het in de toekomst opnieuw mogelijk zijn om de bestaande woningen in de landbouwzones te verbouwen of te herbouwen na afbraak. Mij lijkt de beperking van het brutovolume tot zevenhonderd kubieke meter niet aanvaardbaar. In de opgelegde brutoinhoud dient ook begrepen: kelder, zolder, wasplaats, stookplaats, stallingen van fietsen, brommers, grasmaaier en minstens één auto. Reken zelf maar uit wat dit betekent voor een gewoon gezin met twee à drie opgroeiende kinderen.

Ruimtelijk beleid (3)

Peter Renard weet dat alles draait om grondspeculatie enerzijds en vroege verkiezingskoorts anderzijds. Hij prikt de ballon van de burgemeesters door, als hij komaf maakt met de bewering dat de wildgroei uit de jaren zeventig uiteindelijk alleen de kleine plattelander raakt in “nederig stulpje” dat dringend renovatie behoeft.

Daar gaat het niet om. Wel om de grondstrijd die losbarst als de huidige landbouwer binnen afzienbare tijd zijn bedrijvigheid stopzet. Dan komen de residentiële bouwers, en niet de modale familie of de collega-landbouwer aan bod.

Door het ontwrichten van het Ruimtelijk Ordeningsbeleid wordt de poort opengezet voor de vroegere willekeur en chaos. Om de eigen kas en eigen vriendjes te plezieren?

Auto (1)

Mieke Vogels vraagt zich af waarom “gemeenten geen gebruik mogen maken van de gegevens van het Vlaams meetnet voor ozonconcentraties om de bevolking behoorlijk te kunnen voorlichten” (Pro & Contra”, Knack nr. 26)?

De recentste ozongegevens zijn steeds ter beschikking op de internetsite van de Vlaamse Milieumaatschappij (www.vmm.be.). Wie dat wenst, kan die gegevens raadplegen. Ook de gemeente.

Auto (2)

De kern van het probleem is dat het openbaar vervoer zo traag, zo weinig aangepast, zo tijdvretend en zo duur is dat vele mensen gedwongen worden de auto te nemen.

Mieke Vogels zegt dat we minder met de auto moeten rijden. Dat is onzin zonder de uitbouw van het openbaar vervoer.

Mieke Vogels vindt dat de bevolking moet voorgelicht worden. Maar voorlichting zonder een alternatief is zinloos.

Doe dus iets aan het openbaar vervoer.

Auto (3)

Waarom al die debatten? De regering wil op deze materie niet grondig ingaan. Ze wil ook geen geld pompen in een goed functionerend openbaar vervoer.

Grote lijnen en langetermijnplannen ontstaan pas als de chaos er is. Eerst concentreert men de bedrijvigheid, zodat er 300.000 pendelaars naar één punt moeten. Files dus. Dan komen lapmiddelen als blokrijden, rekeningrijden, carpooling en zo meer.

De oorzaak wordt niet opgelost.

Opus Dei (1)

Volgens mij maakt Opus Dei, met zijn geheimdoenerij, machtshonger, kastegeest, oubollige vroomheid en vreemde boetepraktijken, de drempel naar een gelovige houding en een kerkelijke gezindte voor de jongere generatie nog hoger. Opus Dei treedt op als een overjaarse stoorzender tussen de vele goedbedoelde pogingen om de evangelische waarden te vertalen in moderne termen. Het is hard om te zeggen: als de kerk die beweging meent te moeten promoten, is ze medeschuldig aan de onvermijdelijke secularisatie.

Wat de humanitaire organisatie Spes betreft (“Het geld komt van overal”, Knack nr. 26): die heeft als doelstelling soelaas te brengen aan priesters en noodlijdende groepen in de voormalige Oostbloklanden. Spes heeft dan ook niets te maken met een web rond Opus Dei.

Opus Dei (2)

De artikels in Knack (nrs. 25, 26 en 27) hebben toch gedeeltelijk bijgedragen om de volle waarheid aan het licht te laten komen.

Een roeping voor Opus Dei die zo bedrieglijk wordt voorgesteld als een roeping van God en die door Opus Dei-priesters aan jonge mensen wordt geïndoctrineerd, komt zeker niet van God, maar van listige misleiders die dergelijke slachtoffers enkel nodig hebben om de schijn van hun systeem te kunnen behouden. Wees dus op uw hoede voor Opus-priesters en Opus-directeurs die nog steeds als vrije student aan de KU Leuven ingeschreven staan en heimelijk hun prooi benaderen en inpalmen.

Opus Dei (3)

In uw toevoeging bij het recht van antwoord van M. Seminckx (Knack nr. 26) schrijft u: “geeft toe dat de “louter spirituele doeleinden” ook het politieke en professionele leven doordringen”.

Is het niet juist de bedoeling dat het politieke en professionele handelen van èlke mens zou moeten vertrekken vanuit een innerlijke spiritualiteit, in welke godsdienst zij ook haar vorm vindt?

Ik ben christelijk opgevoed en probeer mijn geloofsbeleving te verdiepen, zo goed en zo kwaad als dat kan. Ik zou het als een groot compliment ervaren, mochten mensen uit mijn omgeving daarvan de invloed merken op mijn professioneel en sociaal leven.

Voor alle duidelijkheid, ik maak geen deel uit van gelijk welke religieuze groep, least of all het Opus Dei.

Opus Dei (4)

Wanneer het gaat om de samenwerking tussen Opus Dei-leden of om eigen Opus-projecten, kan de Opus-leiding geen onwetendheid claimen. Waarom neemt de prelatuur dan niet openlijk afstand van bepaalde kwalijke praktijken? Wettigt een “goed” doel alle middelen?

Uiteraard is er geld nodig, en eventueel vzw’s, maar dan niet tot eigen verrijking. Waarom maakt het Opus Dei zijn financiën niet openbaar?

De betere kringen waaruit gerekruteerd wordt en de gehuwde surnumerairs zullen zich wel goed voelen bij het Opus Dei. Maar de misleidende aanwerving van ongehuwde en uitgebuite “numerairs” en de zware druk waaronder zij en hun ouders staan, valt wél onder de verantwoordelijkheid van het Opus en kan niet genoeg aangeklaagd worden.

C. Decaluwé, Vlaams volksvertegenwoordiger, Brussel.,H. De Moor, Merelbeke,L. Van Bockstael, Kalken.,W. Vandaele, Informatie, Vlaamse Milieumaatschappij.,B. Craen, Berlaar.,W. Degheldere, Brugge.,G. Willems, Aalst.,M.L. Geuens, Overijse

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content