Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

Dit weekend worden in Newmarket de Twothousand en de Thousand Guineas gelopen. De eerste classics van het jaar.

Er bestaat een eenvoudig maar doeltreffend middel om een renpaard sneller vooruit te doen gaan. Naast het toedienen van aanzienlijke dosissen amfetamines en een rectale inspuiting met salpeterzuur net voor de start. En dat middel is : de zweep. The Whip in het Engels, en de whip rules behoren tot de beruchtste gedeelten van het voor de rest weinig omvattende rensportreglement. De meeste jockeys gaan ervan uit dat in een paardenkoers alles is toegelaten. Van het bestaan van een schriftelijke regelgeving zijn de meesten niet eens op de hoogte, laat staan dat ze ze zouden kennen of naleven.

Zo ook de whip rules. Het is absoluut bewezen dat een renpaard in volle sprint altijd nog een stapje sneller kan, mits het boven op de dijen een flinke klets van de karwats voelt. Dierenrechtenactivisten evenwel, spreken daarover schande. Zij zijn goed getraind in het bespelen van de media en dus leidden hun veelvuldige protesten en brievencampagnes ertoe dat de Engelse Jockey Club strenge regels uitvaardigde op het gebruik van de zweep. Indien een jockey in de laatste rechte lijn meer dan vijf zweepslagen geeft aan zijn paard, komt er een stewards inquiry. Als de stewards beslissen dat het gemep niet door de beugel kon, worden schorsingen uitgesproken die vaak niet van de poes zijn. Elke dag schorsing betekent het gemis van een paar goed betaalde ritten, dus zijn de meesten voorzichtig.

Behalve de vaste staljockeys. Die hebben een jaarcontract en weten dat hun eigenaar een schorsing met de glimlach compenseert, als er maar gewonnen wordt. Paradoxaal genoeg wordt de zweep dus het meest gebruikt in races die de meeste aandacht krijgen, en dus ook van de meer gevoelige kijkers. Uitgerekend in die koersen is winst zo belangrijk dat geen enkele jockey de overwinning zal laten liggen vanwege een mogelijke schorsing. Als het spannend wordt, slaan ze er op los als een tamboer bij de parade van de marine. Zolang dat niet tot diskwalificaties leidt, hebben die schorsingen geen enkel effect. Het gaat om jockeys die miljoenen verdienen door grote races voor hun eigenaars binnen te halen. Dat levert riante prijzen op, en doet de waarde van het paard omhoog schieten. Een weekje schorsing weegt daar niet tegenop.

OUDERWETSE HELM ? GESCHORST !

Het bewijs hiervan werd ten overvloede geleverd in de grote classics van vorig jaar. Pro memorie, de classics bij de hengsten zijn : de Twothousand Guineas in Newmarket, de Derby in Epsom, en de Saint-Leger in Doncaster. Bij de merries gaat het om de Thousand Guineas in Newmarket, de Oaks in Epsom, en dezelfde Saint-Leger in Doncaster waar hengsten en merries samen lopen.

Het begon al in mei bij de Twothousand Guineas. Een bloedstollende aankomst, met drie op één lijn door de finish : Frankie Dettori met Mark of Esteem, Philip Robinson met Even Top, en Jason Weaver met Bijou d’Inde. Met het blote oog was niet te zien wie won. Waarna alle toeschouwers naar de bookmakers renden om nog gauw hun allerlaatste centen te vergokken. Schitterende zaak voor iedereen. Dettori en Mark of Esteem kregen de bloemen.

Was de winnaar voor het menselijk oog niet te onderscheiden geweest, het overdadig gebruik van de zweep was dat des te meer. De eerste drie jockeys lieten in niets vermoeden dat ze ooit ingeseind waren over het bestaan van whip rules. De stewards telden zestien zweepslagen voor Dettori, of beter gezegd : voor Mark of Esteem. Even Top kreeg er dertien en Bijou d’Inde mocht niet klagen met tien. Hij was dan ook pas derde. Zelden is zo overtuigend de evenredigheid aangetoond tussen het aantal zweepslagen en de plaats in de uitslag. De Jockey Club moest niet al te lang vergaderen om zware straffen uit te spreken. Dettori kreeg acht dagen schorsing, en daar bovenop nog een paar voorwaardelijke uit het verleden die effectief werden. Robinson mocht vier dagen aan de kant en Weaver twee.

Het was het begin van een al te lange rij. In de Thousand Guineas voor merries, één dag later, kreeg winnaar Pat Eddery twee dagen wegens roekeloos rijden, wat door de raceliefhebbers net als een grote verdienste wordt beschouwd. En een week later, in de Ierse Thousand Guineas, kreeg Willie Carson vijf dagen voor het dragen van een ouderwetse helm ! Carson en Eddery zijn in de wereld van de races wat Ceulemans en Dielis zijn voor het biljarten. Zij behoren tot de enige vijf jockeys in de geschiedenis die meer dan drieduizend overwinningen hebben behaald. Deze superprofessionals schorsen voor het dragen van een ouderwetse helm en voor roekeloos rijden, is ronduit belachelijk. De Ieren gaven dat toe en schortten in beroep de straf van Carson op, maar bij de Engelse Jockey Club vallen ze nog liever dood dan een vergissing toe te geven. Eddery kon brommen. Twee dagen was natuurlijk niet zo erg, maar het ging om het principe. En pas op als het in de paardenrennen om principes gaat.

DE SJEIK TEGEN DE TRAINER

Ook later in het seizoen, bij de Saint-Leger, was het raak. We kregen opnieuw een fantastische eindspurt tussen Dushyantor, bereden door Pat Eddery en getraind door Henry Cecil, en Shantou, bereden door Frankie Dettori en eigendom van sjeik Mohammed bin Rashid al-Maktoum. Lezers van Knack weten dat Cecil en sjeik Mohammed, vroeger twee kompanen, aartsvijanden zijn geworden sinds de sjeik twee seizoenen geleden alle paarden terugtrok, die hij bij Cecil had staan. Veertig stuks. En dit omdat Cecil hem niet had ingelicht over een blessure van Mark of Esteem. De strijd tussen de sjeik en negenvoudig trainer van het jaar Henry Cecil beheerste het hele vorige seizoen. De sjeik trok aan het langste eind. Zijn eigen jonge trainer Saeed Bin Suroor, 29 pas en tot voor kort politieagent, hield Cecil op de valreep van een tiende onderscheiding.

Zo ook in de Saint-Leger, waar Dushyantor lange tijd op kop lag, maar door Shantou na een adembenemende nek-aan-nek werd verslagen. Iedereen in de wolken met zo een koers, behalve de heertjes van de Jockey Club die alweer stonden te zwaaien met hun whip rules. Niet helemaal ten onrechte want Dettori, net terug van twee maanden inactiviteit wegens een elleboogbreuk en absoluut gebrand op een grote zege, had weer niet op een mep meer of minder gekeken. Dettori is Italiaan. Maar dat hij als dank voor een prachtige ren weer vier dagen schorsing kreeg, en Eddery twee, schoot de hele rensportwereld in het verkeerde keelgat. Er had geen druppel bloed gevloeid, wat viel er te klagen ? Op de duur wordt een sprint onmogelijk.

De Jockey Club kwam onder druk : ofwel verboden ze jockeys nog een zweep mee te nemen, ofwel moesten ze minder kleinzerig zijn. In december werd de knoop doorgehakt : de stewards blijven bevoegd om misbruiken te bestraffen, maar zijn niet meer verplicht om dat te doen telkens als er vijf keer is geslagen. Voor wie het verschil tussen de oude en de nieuwe regels niet zou inzien : oudere leden van de Jockey Club wij spreken nu over mannen die de slag bij Trafalgar nog hebben meegemaakt , waren helemaal van hun melk na zo een revolutie.

En de Jockey Club had op haar Londense Portman Square al zo veel pluimen verloren. Vier jaar geleden nam de British Horseracing Board een heel pakket bevoegdheden over : planning, financiën, marketing, en relaties met de overheid. Vooral dat laatste is van belang. De financiële problemen in de paardenbusiness worden immers steeds groter. Te hoge taksen op alles wat opbrengt, te weinig steun voor alles wat niet opbrengt. Daar komt nog bij dat de opmars van de Britse staatsloterij vorig jaar zorgde voor fors inkomstenverlies bij de bookmakers, en voor een drastische vermindering van het prijzengeld. En ondertussen nemen de Aziaten, met de Arabieren en de Japanners op kop, steeds meer terrein in.

EEN ZONDVLOED IN DE WOESTIJN

Vooral de Arabieren boezemen de Britten grote vrees in. Zolang sjeik Mohammed en consoorten hun paarden in Groot-Brittannië kochten, ze in Britse stallen onderbrachten, door Britse trainers lieten opleiden en door Britse jockeys in Britse races lieten berijden, was er niets aan de hand.

Maar sjeik Mohammed had andere plannen. Hij behield een paar honderd paarden in Europese stallen, maar begon daarnaast met zijn Godolphin-raceproject, waarbij hij de beste jaarlingen in Engeland en Frankijk opkoopt en ze vervolgens overbrengt naar de Al-Quoz trainingsstal in Dubai. Henry Cecil mocht aan den lijve ondervinden wat het gevaar daarvan is. Er staan op Al Quoz op dit moment honderd en tien absolute toppaarden. Een vijftigtal daarvan worden in het seizoen naar de stal van de sjeik in Newmarket overgevlogen, om van daaruit de Europese races te domineren.

Sinds vorig jaar organiseert de sjeik ook nog eens de absolute toprace van de hele wereld : de Dubai World Cup, begin april op de eigen Nad al-Sheba renbaan in Dubai. Vier miljoen dollar aan prijzengeld, honderd veertig miljoen frank, dat is zelfs in de rensport buitensporig. De sjeik brengt in deze koers de beste paarden van Europa, de Verenigde Staten, Zuid-Amerika, Australië en Azië tegen elkaar uit. Vorig jaar zag hij tot zijn verbijstering hoe de Amerikaanse wonderhengst Cigar de eerste editie won, vóór de andere twee Amerikaanse combinaties. Zijn eigen troef Halling, met Frankie Dettori op de rug, werd allerlaatste. Wie dacht dat een sjeik geen slechte dagen kent, kreeg een bewijs van het tegendeel.

Dit jaar was het weer raak. Race uitgeregend ! U moet weten dat die Nad al-Sheba baan in de woestijn ligt, net buiten Dubai City. Het regent daar vrijwel nooit. Maar wat een paar uur vóór de start uit de lucht viel, was de moeder van alle zondvloeden. Volgens de officiële weerstations was er in een goed uur tijd meer regen gevallen dan anders in een hele winter. De zandpiste van Nad al-Sheba was dan ook herschapen in een modderpoel waarop racen uitgesloten was. De sjeik dacht dat hij ziek werd. Dertigduizend toeschouwers en een vloot superrijke eregasten moesten onverrichterzake weer naar huis. Een ander zou in een hoekje van zijn tent gaan zitten wenen, maar niet sjeik Mohammed. Die liet iedereen op zijn kosten een week langer blijven, en zette helikopters van het leger in om dagen aan een stuk over de racebaan te vliegen, en zo door de gemaakte wind het opdrogen te bevorderen. De sjeik is minister van Defensie van de Emiraten.

Vijf dagen later ging de tweede World Cup van start. Het werd zonder overdrijven een fantastische race, en de winnaar was… de sjeik ! Zijn Singspiel liet de Amerikaanse favorieten Siphon en Sandpit netjes achter zich. De sjeik stapte glunderend van de eretribune om de hoofdprijs van 2,4 miljoen dollar aan zichzelf uit te reiken. De op één na gelukkigste man was jockey Jerry Bailey, die vorig jaar met Cigar al had gewonnen.

ZEVEN OP ZEVEN IN ASCOT

De Dubai World Cup heeft één zaak duidelijk gemaakt : de sjeik staat scherp, en wil voor de twaalfde keer eigenaar van het jaar worden. Het record van de derde Aga Khan dertien keer is dichtbij. En zeggen dat sjeik Mohammed in 1990 nog een jaar verloren heeft, toen hem de loef werd afgestoken door zijn eigen broer, sjeik Hamdan.

De tweede man op wie de schijnwerpers dit seizoen gericht staan, is Frankie Dettori, de eerste monte van sjeik Mohammed en op zijn 25ste al twee keer champion-jockey. De lange inactiviteit ten gevolge van schorsingen en blessures vorig jaar verhinderde dat er een derde op rij zou volgen. Zo werd Pat Eddery voor de elfde keer onderscheiden. Dettori moet normaal gezien de legende binnentreden. Labour-kopstuk John Prescott stelde het vorig jaar met veel humor op het partijcongres in Blackpool : ?The only winning Tory is Frankie Dettori.?

Eind september zorgde Frankie voor een onwaarschijnlijke stunt, nooit voordien vertoond in de geschiedenis van de paardenraces, die nochtans bol staat van records en statistische uitschieters. Op 28 september won hij in Ascot alle zeven races die op het programma stonden. Alle zeven ! Er zijn nauwelijks woorden om een prestatie van dat gehalte te omschrijven. Nooit voordien gebeurd.

Zes op zes wel. Dat bracht Sir Gordon Richards voor mekaar. Hij had de dag voordien ook nog de laatste vier gewonnen, en de dag nadien de eerste twee. Wat hem dus bracht op een reeks van twaalf winnende races na elkaar. Maar Sir Gordon reed natuurlijk in andere tijden, en zeven op zeven op één middag heeft ook hij nooit voor mekaar gebracht. Ascot daverde van enthousiasme. Alleen de bookmakers gewaagden van een ramp. Verscheidenen van hen gingen zelfs failliet, omdat in de laatste koersen alleen nog op Dettori werd gewed. Het verlies voor de bookies was gigantisch en werd hou u vast op 18 miljoen pond geschat, bijna een miljard frank. Er was in één van de grote gokkantoren een man die vijftig pence, toen zo’n vijfentwintig frank, had ingezet op de zogenaamde accumulator, waarbij de winst telkens wordt vermenigvuldigd naarmate de jockey op wie je gokt meer en meer opeenvolgende races wint. Die vijfentwintig frank brachten ene Darren Yates vijfentwintig miljoen op. Er zijn weinig Britten die hoog opgeven over Italianen, maar Yates behoort sinds kort zeker tot de uitzonderingen.

FRANKIE DETTORI IS GENIAAL

Dettori, die de uitbundigheid van de meeste van zijn landgenoten ruimschoots overtreft, is enorm populair. Hij heeft er een gewoonte van gemaakt om na een belangrijke zege met een fikse wip uit het zadel op de grond te springen, tot vreugde van het publiek en tot ergernis van de stewards, die met het boekje in de hand aantonen dat een jockey pas mag afstijgen aan de weegkamer. Het scheelde dus geen haartje of Dettori kreeg na zijn uitzonderlijke stunt in Ascot opnieuw een schorsing aan zijn broek, maar zo ver durfden de officials toch niet gaan. Vier van de zeven winnaars waren eigendom van sjeik Mohammed, waarbij de al genoemde Mark of Esteem.

Frankie Dettori is in zijn sport geniaal. Zoals in het verleden Gordon Richards en Lester Piggott. Zoals in andere sporten Pele, Cruijff, Merckx of Ceulemans. Zijn vader, Gianfranco Dettori, was in zijn tijd dertien keer Italiaans kampioen. Het komt dus niet van vreemden. Op zijn veertiende werd de kleine Frankie opgenomen in het gezin van Luca Cumani, een Italiaanse trainer die in Newmarket goede zaken deed en bevriend was met Gianfranco. Aangezien deze laatste gescheiden was en te weinig tijd had om zich met de opvoeding van zijn zoon bezig te houden, nam Cumani die taak over.

Eén jaar later reed Frankie beter dan de beste staljockey. Op zijn zestiende mocht hij van start gaan bij de apprenti’s en twee jaar later had hij zijn plaats bij de groten veroverd. Hij werd in 1990 de eerste teenager sinds Lester Piggott die honderd races in één seizoen won. Een enorm koersdoorzicht en de capaciteit om zijn winning-spirit op het paard over te brengen, deden hem al snel boven de anderen uitsteken. Als hij zijn nek niet breekt (bij de grote Engelse wedhuizen kan je daarmee een flinke stuiver bijverdienen), moet hij één van de grootsten aller tijden worden.

Eén week na de historische race in Ascot werd Dettori met Classic Cliché allerlaatste in de Grand Prix de l’Arc de Triomphe op Longchamp, de belangrijkste race in Frankrijk. Classic Cliché is de winnaar van de Saint-Leger ’95 en van de Ascot Gold Cup, en is een superieur toppaard. Laatste dus, een eeuwigheid of twee achter de Franse winnaar Helissio, die een uitgelezen deelnemersveld met vele lengten versloeg. Dettori was zich na afloop maar al te zeer bewust van een oud gezegde : een jockey komt altijd weer op de grond terecht, de beteren na de race.

SHOEMAKER : DANSEN MET PAARDEN

Wie er zaterdag niet meer bij zal zijn, is veteraan Willie Carson, 54 jaar geleden in Schotland geboren in dezelfde straat als Billie Bremner. Carson haakt af na 37 jaar aan de top te hebben gestaan. Hij won veertien classics en was vijf keer champion jockey. Eén van de beste vijf jockeys uit de geschiedenis. Carson heeft een onmetelijk fortuin gewonnen op de renbaan, heeft een eigen vliegtuig en zoals alle topjockeys een moeilijk karakter. Zijn grootste successen haalde hij met de bij leven al legendarische trainer Major Dick Hern, die na een zware val in een rolstoel belandde en van daaruit de paarden schrik aanjoeg.

Carson reed in totaal 3.828 winnaars. Dat brengt hem op de vierde plaats in de ranglijst aller tijden. Achter het ongenaakbare trio Sir Gordon Richards (4.870), Lester Piggott (4.493) en Pat Eddery (eind vorig seizoen op 3.884). Let op : ook voor een jockey zijn er maar 365 dagen in een jaar, en meerdere daarvan worden dan nog doorgebracht in ziekenhuisbedden. Piggott zat tussen het eind van zijn carrière en zijn late comeback zelfs een jaar in de cel wegens belastingfraude. En de cijfers betreffen enkel de overwinningen in Groot-Brittannië. Worldwide won Lester meer dan 5.300 races, in een carrière die 46 jaar duurde. Gemiddeld om de drie dagen één.

Dat is nog niets vergeleken bij de Amerikaan Billie Shoemaker, die 8.833 overwinningen behaalde in 41 jaar tijd. ?Shoemaker,? zo begint zijn biografie, ?reed niet met de paarden, hij nodigde ze ten dans.? Billie danste tot zijn zestigste, zeven jaar geleden. Volgens officiële tellingen had hij toen meer dan 123 miljoen dollar verdiend. Een kleine vier miljard frank. Aan prijzengeld. Geïnteresseerde callgirls met rekeningen bij de KB-Lux kunnen bij ons terecht voor Billie’s adres en telefoonnummer. Donnant donnant, vanzelfsprekend.

Willie Carson hield er mee op nadat hij vorig jaar september een lelijke trap in de lever kreeg tijdens een race in Newbury. Lange tijd leek hij van plan om toch nog een seizoentje erbij te doen, omdat hij met Bahhare een favoriet voor de Twothousand Guineas onder zich zou krijgen. Maar het moeizame herstel en een oude rugblessure die weer hinderlijk is komen opzetten, zorgden voor het afscheid van deze gigant. Iedereen zal The People’s Jockey missen, behalve misschien sommige paarden. Hierbij weze één ding opgemerkt : Carson had geen zweep vandoen. Het volstond dat Willie riep dat ze rapper moesten, en ze liepen rapper. En dat, beste lezer, is de ware rijkunst.

Tot slot de befaamde Knack-racetip, die de financiële toestand van menig lezer al zo grondig heeft gewijzigd : zet voor zaterdag al uw geld, plus dat van vrienden en kennissen, op Shamikh van sjeik Mohammed. Geen dank.

Koen Meulenaere

Frankie Dettori (rechts met Ryafan) en Pat Eddery (links met Yasmak) als stalmaten in de Prix Marcel Boussac in Longchamp. De blessures en schorsingen van Dettori bezorgden Eddery een elfde titel.

Willie Carson (op de foto met Nashwan), gestopt na 3.828 overwinningen. Willie had geen zweep vandoen : het volstond dat hij riep dat ze rapper moesten.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content