Vanaf 23 mei tot en met 8 juni hebben de Open Franse tenniskampioenschappen plaats. Voor een keertje nemen de vrouwen de honneurs waar. Zij vieren hun eeuwfeest.

Elk jaar opnieuw is het feest op Roland Garros. Zes jaar geleden werd de start van de mannencompetitie in 1891 met veel tamboer herdacht. Dit jaar komen de vrouwen aan de beurt. Niet zonder enig chauvinisme zullen de laatste Franse kampioene Françoise Durr en ?la divine?Suzanne Lenglen de meeste aandacht vangen in een voor de gelegenheid opgebouwde tentoonstelling. Op de finaledag krijgen alle nog levende winnaressen een eerbetoon. Lieveling der lievelingen Chris Evert, recordhoudster met zeven overwinningen in het enkelspel, mag de lottotrekking van deze feestelijke editie verrichten.

Was Roland Garros bij de mannen al bijna onmiddellijk een hoogstaand toernooi, bij de vrouwen duurde het bijna twintig jaar voor er sprake was van enig niveau. Mademoiselle Masson won de eerste drie titels, maar moest er maar één keer voor spelen. In 1898 en ’99 boden, wellicht afgeschrikt door de moeilijkheidsgraad van het relatief nieuwe spelletje, zich gewoon geen andere tennisters aan. 1901 kende alleen een rechtstreekse finale en in 1907 telde men ook maar drie deelneemsters. De laureate, de Comtesse de Kermel, zag haar tegenstandster in de halve finale opgeven en kreeg de volgende dag de overwinning in de schoot geworpen toen haar concurrente voor de titel simpelweg niet verscheen. Fernand Bidault, journalist bij het gezaghebbende l’Auto, deed een dramatische oproep : ?De vrouwen slagen er niet in om punten te maken, ze lepelen continu de balletjes. Ik vraag met aandrang aan alle jonge meisjes om goed te leren tennissen, aan hun ouders om hen te stimuleren. Zoals we nu bezig zijn, gooien we onze reputatie van sportieve natie overal ter wereld zomaar te grabbel.?

EEN PRIJS VOOR WILSKRACHT

?La divine? Suzanne Lenglen was de eerste tennister, het etiket topsporter waardig. Met haar krachtige, snelle bij momenten serve and volley tennis en vooral haar charisma, bezorgde ze het vrouwentennis snel meer populariteit. Lenglen won het toernooi zes keer tussen 1920 en ’26. De laatste twee keer, in 1925 en 1926, rekende ze af met internationale tegenstand. In de periode daarvoor was het toernooi alleen toegankelijk voor Franse speelsters. Lenglen had ongetwijfeld nog een paar keer Roland Garros kunnen winnen, maar omdat ze in 1926 prof werd, mocht ze nooit meer meedoen aan de Porte d’Auteuil.

De eerste Amerikaanse die indruk maakte in Parijs, was ?Poker Face?Helen Wills Moody. Zij zorgde ervoor dat er geen leemte ontstond na het afhaken van Lenglen. De achtvoudige Wimbledonkampioene imponeerde met haar krachtige fore- en backhand en gaf nooit enig teken van emotie op de baan. Wills Moody won Parijs vier keer.

Twee namen die bijblijven uit de jaren 1945-50 : Nelly Adamson Landry en Doris Hart. De eerste omdat ze het toernooi won in 1948. Nelly Adamson was een Brugse, maar werd door haar huwelijk Franse. De Amerikaanse Hart pakte in 1950 als eerste uit met loeiharde services en introduceerde als het ware het moderne aanvalstennis. Hart, die vier finales speelde en er twee van won, zou ook in aanmerking komen voor een prijs voor doorzettingsvermogen en wilskracht. Ze overwon kinderverlamming.

De Amerikaanse Maureen Connolly schreef eveneens mee aan de geschiedenis van het Franse Grand Slam toernooi. ?Little Mo? kwam maar twee keer naar Parijs, in 1953 en ’54, maar die twee bezoeken volstonden om in de legende te treden. In 1953, toen ze amper achttien was, zette Connolly op Roland Garros de eerste van de vier stappen op weg naar de eerste Grand Slam in het vrouwentennis.

Pas in 1962 brak Margareth Smith de ban voor Australië. In de meteen eerste compleet Australische finale tegen de latere tweevoudige winnares Leslie Turner begon ze aan een reeks van tien titels : acht in het enkelspel, één in dubbel vrouwen en één in dubbel gemengd. Niemand deed tot nu toe beter.

De jongste twintig jaar stonden in het teken van de duels. Eerst was er de Amerikaanse strijd Evert-Navratilova. Op het gras van Wimbledon was Navratilova de beste, maar op de gemalen baksteen van Parijs toonde Evert zich ongenaakbaar. Met haar flair bekoorde Evert het mondaine Parijs publiek ook meer dan de vrij geforceerde Navratilova. Tussen 1974 en ’86 won Evert zeven keer het enkelspel. Evert is ook de oudste winnares op Roland Garros. In 1986 versloeg ze op 31-jarige leeftijd voor de laatste keer Navratilova.

Volgde de periode Graf-Seles-Sanchez. De nu 27-jarige Steffi Graf begon in 1987 aan een reeks van nu al vijf overwinningen. Met haar destijds supersonische forehand leek Graf op weg naar een jarenlange hegemonie, maar plots doemde de amper zestienjarige Joegoslavische Monica Seles op. Gibberend en kreunend maar als een tornado met dubbbelhandse slagen over de baan tollend, zette Seles in 1990, ’91 en ’92 een reeks van drie neer. In 1990 werd ze met haar zestien jaar en zes maanden de jongste winnares ooit van ?Les Internationaux de France?. Tot dan een geestesgestoorde fan van Steffi Graf in 1993 met een messteek bijna een einde maakte aan de carrière van de ondertussen tot Amerikaanse genaturaliseerde Seles. Arantxa Sanchez mag nog maar 25 jaar zijn, ze heeft er sinds 1989 ook al vijf finales opzitten. In tegenstelling tot Seles en Graf die vooral op talent teren, moest ?La Sanchez? het vooral van haar wilskracht hebben.

HET KIND IN HET TENNISWONDER

Monica Seles, Steffi Graf en Arantxa Sanchez zijn er straks ook bij, maar de meeste aandacht zal niet naar hen, maar naar een zestienjarig Zwitsers wonderkind stromen. Martina Hingis is een meisje van duizend-en-één records. Ze is tien jaar als ze in 1991 in het Zuid-Franse Tarbes het sterkst bezette jeugdtoernooi ter wereld wint, dat normaal is voorbehouden aan dertien- en veertienjarigen. Twee jaar later verslaat ze op Roland Garros de vijf jaar oudere Belgische Laurence Courtois in de finale van het juniorentoernooi en wordt de jongste winnares van een Grand slam toernooi voor jeugdspelers. In 1994 slaat ze zich tot de jongste winnares van het juniorentoernooi op Wimbledon. Kenners zijn het dan al lang eens over haar exceptioneel talent. Hingis trekt als een magneet de bal aan, beschikt over een onwaarschijnlijke precisie en is tactisch ongemeen rijp voor haar leeftijd. Op 31 maart gebeurde wat iedereen al voorspeld had : Martina Hingis volgde Graf op als ’s werelds nummer één, en werd meteen de jongste nummer één in de geschiedenis.

Martina Hingis wordt in haar stormloop naar de top begeleid door haar moeder Melanie Molitor. Samen trokken ze tien jaar geleden van Slovakije naar Zwitserland, waar moeder Melanie ervoor zorgt dat het kind in het tenniswonder niet voortijdig sterft. Interesse voor muziek, rollerskaten en vooral paardrijden moeten een te vrezen burn out voorkomen. Ook tennistiek houdt Melanie de handrem op. Martina mag nog geen echte krachttraining doen. Daardoor vormt haar opslag haar enige zwakke spelonderdeel. Melanie’s recept werkt voorlopig goed. Hingis lijkt de betekenis van het woord stress niet te kennen. In Melbourne, in het begin van het jaar, behaalde ze zonder enig uiterlijk teken van druk haar eerste zege in een Grand Slam toernooi bij de senioren, en werd prompt de jongste winnares van een Grand Slam toernooi.

Het volgende doel van de dit jaar nog ongeslagen Hingis is de jongste winnares worden van de Grand Slam. Maar een paar weken geleden moest ze een artroscopie ondergaan in de linkerknie na een val van een paard. De voorbereiding op Roland Garros viel dus miniem uit. Of de al maanden falende Sanchez, de net weer fitte Steffi Graf of een Monica Seles die nog altijd op zoek is naar de angel in haar tennis, gebruik kunnen maken van dat gebrek aan matchritme, lijdt veel twijfel.

VENUS KOMT NAAR EUROPA

Misschien moet u de komende dagen op Eurosport maar eens uitkijken naar de toekomstige rivale van Martina Hingis. Ze is Amerikaanse, zwart, bijna zeventien jaar en met haar 1 meter 80 een imposante verschijning. Venus Williams wordt door haar vader beschouwd als dé tennisster van de toekomst, die voor haar achttiende nog nummer één is. Venus Williams strijkt ter gelegenheid van Roland Garros voor het eerst in Europa neer. Dat ze nog net niet in de toptachtig staat, komt omdat vader Richard voorrang gaf aan de school en zijn dochter maar sporadisch inschreef voor toernooien. De komende maanden staan er nog twaalf op het programma. Die moeten haar tegen de late herfst naar de toptwintig catapulteren. Williams beschikt over een ijzeren opslag (eerste ballen tussen 170 en 180 km per uur), is enorm snel en kan van achter uit enorm uithalen, zowel links als rechts. Voorlopig ontbeert ze wel nog het tactische inzicht dat Martina Hingis etalleert.

Overigens, Venus heeft een één jaar jongere zus, Serena. Volgens vader Richard is die nog sterker en talentrijker.

Dirk Gerlo

Martina Hingis : Zwitsers wonderkind.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content