De meerderheid beleeft haar laatste rustige zomerdagen. Hebben pakweg de stortregens haar amper beroerd, er waren genoeg andere brandende kwesties, zoals het fluor in het drinkwater, de snelheidsbeperkingen, de duur van de parlementaire vakantie of het afschaffen van de huisvuilbelasting. Ze hielpen de media alvast om, qua politiek nieuws dan, de zomer door te komen. Altijd was er wel een backbencher voor of tegen te vinden, al naargelang hij of zij tot de oppositie of de meerderheid behoorde.
Die komkommers vielen meestal te groen uit om er, zoals een hedendaags ritueel het wil, het ontslag van een minister voor te eisen. Die waren trouwens met vakantie en verkeerden dus niet in de gelegenheid om onverstandige uitspraken te doen. Al zette Magda Aelvoet weer haar beste beentje voor. Het VTM-programma Exclusief Zomer, dat zijn kijkers elke dag een actueel, met ja of nee te beantwoorden dilemma voorlegt, diende op de duur zijn toevlucht te nemen tot de vraag ‘maakt geld gelukkig?’. Het schijnt van niet.
Pas met de Nepalese wapenkwestie, laat in augustus dus, kregen de disputen enige substantie. Ooit is over zoiets al eens een regering gevallen. Maar waar mag Nepal wel liggen?
Ziedaar nog altijd de opendebatcultuur van paars-groen in actie. De notie veronderstelt openheid in de geesten en vrijmoedigheid in de meningen, wat de burger dichter bij het politieke debat moet betrekken – dit alles, uiteraard, ter wille van het dichten van de kloof. Het effect is wel eens averechts. Er hoort al te veel circus, slecht theater en mistspuiterij bij en maakt ‘de burger’ tot een willoos en passief publiek van gladiatorengevechtjes. Of zoals Steve Stevaert in de huisvuilkwestie zei: ‘De regering heeft beslist.’ Hij bedoelde: ik heb gelijk, einde debat.
Erger is dat het vertoon de hangende issues eerder verbergt dan verheldert en essentiële politieke keuzen verdoezelt. En daarover is wel degelijk al een debat aan de gang, maar dan in de achterkamertjes van de politiek, daar waar aan de begrotingen wordt gesleuteld.
Dat kan discreet, want de gangbare mening wil dat een begroting nu eenmaal niet sexy is. Tja, al die reeksen ab- stracte getallen, omkaderd door lastige technische termen, boekhouding is inderdaad een vak apart. Het budget verdient nochtans alle publieke aandacht. Het vormt de essentie van de politiek en de perspectieven ervoor zijn niet goed. Toch niet zo goed als de meerderheid zou willen. Er is wel veel gekwetterd over de malaise op de beurs waar structurele schurkenstreken het beleggersvertrouwen hebben ondermijnd. Dat lijkt een beheersbaar probleem, met makkelijk aan te wijzen en te remediëren oorzaken en gevolgen. Anders is het gesteld met de economie in haar geheel. Die blijft het maar slapjes doen en daar kan de wet niets aan veranderen.
De federale regering gaat, zo zei premier Verhofstadt, voor de begroting 2003 uit van drie procent groei, maar de Vlaamse regering houdt het inmiddels bij slechts twee procent meer. Dat wordt dus kiezen – en daarover gaat politiek, over keuzen. Bijvoorbeeld tussen meer geld voor zorg (eisen van SP.A en Agalev) of om de belastingen te verlagen (zo willen het de liberalen). Want beide samen, nee, dat zal niet gaan. Zoiets is nieuw voor de meerderheid, die haar regeerperiode begon in de overtuiging dat alleman wat kon krijgen, want daar had ze het geld voor. Nu niet meer dus. En het wordt des te lastiger nu de passieve burger over minder dan tien maanden een actieve kiezer zal worden. Afspraak op 15 juni. Op z’n laatst.
Marc Reynebeau