Voordelen in natura en stimulansen voor werk? De cheque maakt het mogelijk. De bankcheque verdwijnt, maar doemt op in een andere gedaante.

Jaar na jaar jubelen de banken het uit: het gebruik van cheques neemt af. Ze stimuleren dit dan ook met een hoge kost voor wie het waagt om er een uit te schrijven. Men kan de banken geen ongelijk geven. De verwerking van een cheque kost hen veel geld. Met elektronische betalingen zijn ze veel goedkoper af.

Het aantal bankcheques is inmiddels gedaald tot pakweg 50 miljoen per jaar.

Daarmee verdwijnt de cheque niet uit het dagelijks leven. Integendeel. Maaltijdcheques, PWA-cheques, de nieuwe dienstencheques enzovoort genieten een grote populariteit. Zij dekken de voordelen in natura die werkgevers hun werknemers aanbieden, en vormen de jongste jaren de organisatorische basis van een stuk werkgelegenheidsbeleid van de overheid. Meer dan 600.000 werknemers en ambtenaren schrijven tegenwoordig maaltijdcheques uit. Gezinnen betalen klussende werklozen twaalf miljoen PWA-cheques per jaar uit, goed voor evenveel werkuren.

De maaltijdcheque had verleden jaar zijn vijftigste verjaardag kunnen vieren. Het is een vondst van de Britse arts John Winchendon, die het personeel van zijn ziekenhuis bonnetjes gaf om ’s middags in naburige restaurants hun lunch te betalen. Hij was van oordeel dat zijn hardwerkende medewerkers best een goede maaltijd konden gebruiken. Ze op restaurant sturen, viel een pak goedkoper uit dan een eigen kantine installeren. De plaatselijke eethuizen wisten die gedachte zeer te appreciëren.

De maaltijdcheque circuleert nu in alle Europese landen en in enkele daarbuiten. De idee stak snel het Kanaal over naar Frankrijk, waar het déjeuner een hoog maatschappelijk belang heeft – op Parijs na vallen alle steden en gemeenten er ’s middags voor stil. Duitsland haalt zijn achterstand in. Nederland daarentegen kent het systeem nauwelijks, er bestaat niet eens een wettelijk kader voor. De noorderburen hebben er geen belangstelling voor. Met eten en voeding springen zij nu eenmaal slordiger om dan hun mede-Europeanen.

AAN DE KASSA VAN HET WARENHUIS

In België scoort de maaltijdcheque goed met over het half miljoen begunstigden, die in 30.000 restaurants, snacks, bakkerijen en warenhuizen terechtkunnen.

“De maaltijdcheque is ons belangrijkste product”, zegt Michel Croisé, directeur van SodexhoPass. Het bedrijf drukt 80 miljoen cheques per jaar, voor een totale waarde van 16 miljard frank. SodexhoPass is daarmee marktleider, met slechts één echte concurrent: Ticket Restaurant.

De maaltijdcheque is een voordeel in natura voor de werknemers, dat gebruikmaakt van een stuk vrije ruimte in de sociale en fiscale wetgeving, van “het hoekje blauwe hemel dat de wetgever openliet”, zoals het in de reclamefolders van de chequemaatschappij klinkt. “Het bedrag op de cheque – pakweg een paar honderd frank per werkdag – is bruto gelijk aan netto”, onderstreept Croisé. “Er wegen geen sociale bijdragen of belastingen op.” Voor de sociale wetgeving gelden maaltijdcheques inderdaad niet als loon. Merkwaardig dat de vakbonden, die elke ontsnappingsroute voor de financiering van de sociale zekerheid onmiddellijk pogen af te sluiten, dit hebben geslikt. Maar deze keer schoten ze te laat in actie, op een moment namelijk dat het product al populair was bij de werknemers. Bovendien moeten ook zij erkennen dat het een heel democratisch voordeel betreft: hoog kaderlid of eenvoudige bediende, ze krijgen evenveel.

Over die maaltijdcheques bestaat een hele filosofie. Ze heten de werknemers te motiveren. Ook om rechtvaardigheid gaat het daarbij. In veel ondernemingen kunnen werknemers van buitendiensten niet in het bedrijfsrestaurant terecht. Verder heeft het voor kleinere ondernemingen financieel geen zin om met een bedrijfsrestaurant te beginnen, en daar missen de werknemers dus zeker het maaltijdvoordeel. Maaltijdcheques lossen die mankementen op.

Hoewel, maaltijd? Goed zestig procent van de maaltijdcheques wordt aangewend voor de aankoop van voeding in de warenhuizen. Kassiersters kennen dat. In het begin van de maand, als de nieuwe chequeboekjes verdeeld zijn, puilen hun kassa’s ervan uit.

Per maand vertegenwoordigen de maaltijdcheques zo’n 4000 frank. Maar het vroegere principe van “vrijheid blijheid” geldt niet. Vroeger gebruikten werknemers hun cheques ook voor duurzame aankopen. Met dat geld zijn nogal wat nieuwe bankstellen of televisietoestellen aangekocht. Hier hebben de vakbonden via de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid wel ingegrepen.

OVERHEID SUBSIDIEERT SCHILDERWERK

Aangezogen door het succes van de maaltijdcheques ontwikkelden de dienstenondernemingen nieuwe producten zoals geschenkcheques, cultuurcheques, sportcheques. De wetgever stelde zich daarvoor veel minder tolerant op, en beperkte het sociaal en fiscaal vrijgestelde bedrag gevoelig: tot duizend frank per jaar, en evenveel voor elk kind ten laste.

Michel Croisé verstaat de kunst om zijn waar aan te prijzen. “Als de werkgever ter gelegenheid van sinterklaas drieduizend frank extra op de loonfiche van zijn werknemer zet, is de kans groot dat die dat niet eens merkt. Een chequeboekje, met liefst kleine coupures, weet hij wel te waarderen.”

Het valt niet te achterhalen wie een jaar of vijf geleden op de gedachte kwam het chequesysteem te gebruiken als organisatiebasis voor enkele nieuwe werkgelegenheidsmaatregelen van de overheid. Niks voordeel in natura bij de PWA-cheques, de vormingscheques en de dienstencheques. De cheque dient als bewijs voor de betaling van geleverd werk. SodexhoPass won in de drie gevallen de openbare aanbesteding. Directeur Croisé: “Het betekende een echte doorbraak, maar in vergelijking met de klassieke maaltijdcheques een nieuw soort dienstverlening. Het was hoe dan ook een serieuze erkenning van ons product.”

Het hele circuit van de in 1994 opgestarte plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen draait op de cheques. De gezinnen betalen de werklozen voor hun klussen in huis en tuin met PWA-cheques, die de (syndicale) uitbetalingsinstellingen verzilveren. In het Waalse gewest kopen kmo’s en zelfstandigen vormingscheques – voor de helft gesubsidieerd door de overheid -, waarmee hun werknemers hun cursussen in erkende opleidingsinstituten betalen. Sedert 1 april is de dienstencheque in werking. Particulieren betalen er de helft van de arbeidskosten van hun behanger of schilder mee. Die krijgt de cheque uitbetaald bij de overheid.

Het NCMV, de organisatie van zelfstandige ondernemers, heeft jaren moeten zeuren om die dienstencheque erdoor te krijgen. De maatregel maakt deel uit van het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid. Ook wordt verwacht dat de overheidssubsidie voor de arbeidskost het vele zwartwerk in de sector wit maakt, en het zou vanzelfsprekend mooi meegenomen zijn mocht het de doe-het-zelvers wat ontmoedigen. NMCV-topman Kris Peeters kan zijn enthousiasme niet op en wil meteen de dienstencheque uitbreiden tot sommige bouwwerken, en tot tuinaanleg- en onderhoud. Minister van Tewerkstelling en Arbeid Miet Smet (CVP) doet het liever kalm aan: eerst twee jaar experimenteren en dan zien wat al dit mooie overheidsgeld voor frisse salons en slaapkamers heeft opgebracht aan werkgelegenheid.

GEMAKKELIJKER DAN EEN FORMULIER

Voor de drie werkgelegenheidsmaatregelen beheert SodexhoPass de cheques. Michel Croisé vindt dat een té minimalistische definitie van het werk. “Het gaat minder om de cheque, dan wel om de diensten daarrond. De cheque is als het ware het formulier, dat ons toelaat de gegevens en dossiers te beheren en te controleren, te betalen aan de verschillende betrokkenen, geld te vorderen bij de overheid en statistieken op stellen. Dat kan allemaal on line. Het is de meest eenvoudig mogelijke administratie. In het PWA-stelsel, bijvoorbeeld, leren de cheques ons en de overheidsinstellingen welke privé-personen er gebruik van maken, hoeveel uren, voor welk soort activiteiten, welke werklozen via welke PWA’s wat doen en hoelang en wie fiscale fiches voor belastingvrijstelling krijgt. Met een ander organisatiesysteem zouden daar verscheidene formulieren voor nodig zijn.”

Speelt SodexhoPass met zijn 110 werknemers niet een beetje voor overheidsdienst? Zo geformuleerd bevalt de vraag Michel Croisé niet erg. Maar hij moet toegeven dat het inderdaad om onderaanneming van overheidswerk gaat, al bestond er in geen van de gevallen een bevoegde administratie. Omdat niemand kan voorspellen hoelang die werkgelegenheidsmaatregelen van kracht blijven, doet de overheid er ook voorzichtiger aan om er geen specifieke eigen dienst voor op te richten. Het is veel duurder om ambtenaren en informatici aan te trekken dan wel om een beroep te doen op een gespecialiseerde dienstverlenende onderneming. Tenslotte valt die dienstverlening nog goedkoop uit ook: 6,64 frank op de PWA-cheque van ruim 200 frank.

Ooit heeft de Commissie voor het Bank- en Financiewezen onderzocht of SodexhoPass en de andere cheque-uitgevers zich niet stiekem in het bankenlandschap waagden. De conclusie luidde negatief, maar in de statistieken van de Nationale Bank staan de maaltijdcheques wel opgenomen als circulerend betaalmiddel. Michel Croisé: “Wij zijn geen bank. Wij drukken geen geld, geven geen leningen, geen cheque gaat buiten die niet is betaald. PWA- of dienstencheques hebben geen intrinsieke waarde. Maar ik geef toe, maaltijdcheques zijn wel quasi een munt.”

Guido Despiegelaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content