In 1994 trok Europa 100 miljoen uit voor de Urban-plannen in het Brusselse Gewest. Pas vier jaar later geraken de projecten op gang.

Met financiële middelen, afkomstig uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en het Europees Sociaal Fonds, legde de Europese Commissie in 1994 de Brusselaars een Urban-plan voor. Urban voorziet in een aantal urbanistische projecten met een sociale en economische inslag. De uitvoering van dergelijke plannen, bedoeld om de verouderde stadskernen nieuw leven in te blazen, is intussen al lang aan de gang in het Franse Rijsel en andere Europese steden. Brussel daarentegen dreigt hopeloos achterop te geraken. In die mate zelfs dat het Directoraat-Generaal 16 (DG 16), dat de Europese plannen begeleidt, er einde mei mee dreigde de beloofde 100 miljoen frank voor het Brusselse Gewest te schrappen. Tegen de volgende vergadering van de opvolgingscommissie, op 23 juni, wou de Europese Commissie duidelijkheid, anders zou de geldkraan dichtgaan.

Aanvankelijk hadden ze in Brussel gehoopt de Urban-middelen te kunnen gebruiken voor een vijftiental wijkcontracten. Een voorstel dat Europa vrij snel verwierp. Finaal blijven er van die vijftien wijkcontracten nog twee over. Die gaan over de inplanting van twee bedrijvencentra: een in Brussel, in de Aalststraat, en een in Molenbeek, langs de Werkhuizenkaai. De twee panden zijn gelegen in de verkommerde kanaalzone.

Dat het van 1994 tot 1998 duurde vooraleer het Brusselse Gewest zijn Urban-zaken op een rij kreeg, heeft verschillende oorzaken. Een ervan is alvast de steeds delicate samenwerking tussen Franstaligen en Vlamingen binnen de Brusselse gewestregering. Bovendien klampen de Brusselse gemeenten zich vast aan hun autonomie – wat onlangs nog eens duidelijk bleek tijdens de besprekingen over de hervorming van de politiediensten.

In de Urban-kwestie oordelen de Franstaligen dat het kabinet van Brussels minister Jos Chabert (CVP) voor Economie en Financiën de zaken op hun beloop liet. In een nota aan de Molenbeekse burgemeester en gewezen vice-premier Philippe Moureaux (PS) staat letterlijk: “De enige bekommernis van het kabinet Chabert is te weten welk headhuntersbureau wordt ingeschakeld om een manager te vinden voor de twee bedrijvencentra.”

In Molenbeek verdenken ze Chabert zonder meer van onwil. Ze menen dit te mogen afleiden uit de houding van diens kabinet, dat bereid was de aankoop van het pand waarin het Brusselse bedrijvencentrum wordt gevestigd voor 99 procent te financieren, terwijl voor de Molenbeekse aanschaf slechts 50 procent van het aankoopbedrag werd uitgetrokken.

Bovendien vermoedden ze in de omgeving van Moureaux dat CVP-ambtenaren bij de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij vooral het Molenbeekse project afremden. In de reeds vermelde nota aan Moureaux staat ook te lezen: “Moeten we eraan herinneren dat de heer Michiels de begeleidingscommissie leidt met een nooit eerder vertoonde onbekwaamheid…”

EUROPESE KNIKKERS

Peter Michiels van het kabinet Chabert ontkent niet dat het Urban-project jaren vertraging opliep. Maar die vertraging had volgens hem weinig of niets van doen met een of andere machinatie of boycot, laat staan met communautair gekibbel.

“Het begon al in 1994”, zegt Michiels. “Het duurde twee jaar, tot 1996, vooraleer het project werd goedgekeurd. Intussen was de meerderheid in het Brusselse stadsbestuur gekanteld. De nieuwe coalitie wou alles opnieuw bekijken. In tegenstelling tot andere steden, waar Europa rechtstreeks met het stadsbestuur handelt, verloopt het Europese contact in Brussel via het Hoofdstedelijke Gewest dat op zijn beurt met de gemeenten handelt. Het lijkt me nogal normaal dat het gewest, dat in dit project evenveel middelen pompt als de Europese Commissie, precies wil weten wat er met al dat geld zal gebeuren. De toelage voor de aankoop van de twee panden komt uit de portefeuille van het Brusselse Gewest. Europa geeft geen geld om vastgoed aan te kopen.”

Volgens het kabinet-Chabert had de vertraging ook te maken met de aard van het pand dat door de twee gemeenten was aangekocht. “Het Brusselse gebouw in de Aalststraat was omzeggens gebruiksklaar”, zegt Michiels. “De aankoop kostte veertig miljoen frank. Vijftien miljoen kwamen van het Brusselse Gewest. Voor alle duidelijkheid: een deel van het gebouw zal ook door de gemeente Brussel worden gebruikt. Het Molenbeekse gebouw langs de Werkhuizenkaai vergt nogal wat verbouwingen. Hoe dan ook, Molenbeek krijgt uiteindelijk evenveel als Brussel.”

Voor het Brusselse bedrijvencentrum werd intussen een manager gecontracteerd, Philippe Joachim, een jurist. “Eerstdaags wordt er een verantwoordelijke aangesteld voor het Molenbeekse centrum”, zegt Michiels. “In overleg met de gemeente.”

Ook de dreiging van DG 16 om de Europese knikkers uit het spel te nemen, werd volgens de kabinetsadviseur afgewend. “Wij hebben intussen een vrij volumineus rapport naar DG 16 gestuurd waarin de vordering van het dossier omstandig werd toegelicht. Via informele contacten hebben we vernomen dat DG 16 het Urban-project in Brussel en Molenbeek handhaaft.”

“Dat is dan op de valreep”, zuchten ze in Molenbeek.

R.V.C.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content