Een nieuw jaar in de digitale fotografie, een nieuwe aanleiding om de oude analoge camera buiten te gooien.

Waarom een 7-megapixelcamera kopen in plaats van een 6-megapixelcamera? De fabrikanten doen weinig moeite om het verschil tussen 6 en 7 uit te leggen. Zolang ze hun waren verkocht krijgen, vinden ze het allang goed. En het moet gezegd: dat lukt aardig. In een mum van tijd heeft de digitale camera zijn analoge voorganger volledig uit de markt geduwd. De steeds lagere prijzen en steeds hogere kwaliteit hebben beroepsfotografen én gelegenheidsklikkers overgehaald. Hun enthousiasme werkt aanstekelijk, want kerst na kerst neemt het aantal bekeerlingen toe. Hun enthousiasme komt tegelijk vreemd over, want de helft van de digitale snufjes kunnen ze niet gebruiken wegens te ingewikkeld. Het verschil tussen 6 en 7? De eerste die het fatsoenlijk kan uitleggen, moeten we nog vinden.

Een megapixel komt overeen met een miljoen pixels of beeldpunten, die de scherpte of resolutie van een foto aanduiden. Het getal wordt berekend door de verticale en horizontale beeldpunten in een foto met elkaar te vermenigvuldigen. Als je foto’s op het klassieke 10x15cm-formaat wilt afdrukken, volstaan 3 megapixels. Een goede afdruk op A4-formaat vergt 5 megapixels, voor foto’s op A3-formaat moet je er 7 hebben. Simpel. Of toch niet? Interpolatie-software smukt lageresolutiebeelden op met behulp van zelfgemaakte pixels, samengesteld op basis van de omringende beeldpunten. De pixelwaarde wordt dus kunstmatig opgevoerd. Ten koste van de zuiverheid van het beeld.

Het aantal megapixels vertelt veel over een digitale camera, maar niet alles. Om mooie foto’s te maken, heb je ook een degelijke zoom nodig. Dat wil zeggen: minstens een 3x optische zoom. Producenten die een 10x zoom beloven in hun goedkope modellen, vertellen slechts een deel van de waarheid. Ze hebben het namelijk over de digitale zoom, die topwaarden bereikt dankzij een softwarematige kunstgreep die de beeldkwaliteit aantast. De optische zoom, het resultaat van schuivende lenzen binnen het objectief, doet het zonder sjoemelen. Een andere cruciale component is de lens: deugt die niet, dan deugt de foto niet. De lens wordt in belangrijke mate beoordeeld op basis van zijn ISO-waarde, die de lichtgevoeligheid aanduidt. Hoe hoger die ISO-waarde, hoe minder licht er via de lens moet binnenkomen om een goede foto te krijgen. Hoe hoger de ISO-waarde, hoe hoger echter de kans op ruis in het beeld. Ook hier geldt: cijfers zeggen niet alles. Wil je een groothoeklens én een telelens, bijvoorbeeld om een gebouw van dichtbij én veraf te fotograferen, dan kom je terecht bij de dure digitale spiegelreflexcamera’s. De kleinere compactcamera’s hebben namelijk een lens die in het chassis zit vastgeschroefd en bijgevolg niet kan worden gewisseld. Let wel: voor een extra lens betaal je soms méér dan voor het eigenlijke – sowieso al prijzige – fototoestel.

Een reflexcamera heeft over het algemeen meer power in huis dan een compactcamera, kent meer speciale trucjes én is sneller. De nieuwe lichting compacttoestellen levert puik werk af met 5 megapixels, maar in de klasse van de zwaargewichten zitten camera’s die vlot boven de 15 megapixels gaan. Die zwaargewichten zijn uitgerust met geavanceerde software, die de gebruiker oneindig veel instel- en bewerkingsmogelijkheden biedt. Wie passioneel en/of professioneel fotografeert, vindt het ongetwijfeld fantastisch om met de nieuwste procédés en technologieën aan de slag te gaan. Het belang van snelheid komt vooral tot uiting tijdens het fotograferen van mensen of objecten in beweging. Een compactcamera komt in zulke situaties altijd net te laat, omdat hij wat tijd nodig heeft tussen het indrukken van de ontspanner en de werkelijke opname. Met portretten of stillevens heeft hij geen moeite, maar in het voetbalstadion of de speeltuin schiet hij tekort. Wat hij mist aan power, software en snelheid, compenseert hij echter met gebruiksgemak en reiscomfort. Hij past in de broekzak, ligt makkelijk in de hand, kiest voor eenvoud en orde in de bedieningsmenu’s…

Het hoofd van de klant

Een moeilijke keuze? Beslis niet op basis van de prijs. Beslis op basis van je ambities. Wil je binnentreden in de wondere wereld van de fotografie? Reflexcamera. Wil je vakantiekiekjes? Compactcamera. De Canon EOS-1Ds Mark II (16,7 megapixel), verkrijgbaar voor het onzacht prijsje van 6800 euro, is een godsgeschenk voor de fotofiel maar een nachtmerrie voor de beginneling. Een toptoestel kost niet alleen veel geld, maar ook veel tijd. De pixels en het ISO-bereik kun je kopen, de ervaring niet. Semi-professionele camera’s – met talloze instellingen, functionaliteiten en opties – heten niet voor niets semi-professionele camera’s. Net zoals instapmodellen niet toevallig instapmodellen worden genoemd: ze zoeken op eigen kracht de optimale instellingen, zodat je enkel op het knopje hoeft te drukken. Een toonbeeld van gebruiksvriendelijkheid is de Olympus µ 500 (249 euro): zeker niet het krachtigste of meest volledige toestel, maar wel zeer eenvoudig in het gebruik en sterk in kwaliteit. Troeven: een waterdicht chassis, een prachtig display (2,5 inch) en bijzonder gebruiksvriendelijke bedieningssoftware. Dat niet alle fabrikanten in het hoofd van hun klanten kunnen kruipen, bewijst de Samsung Digimax V700 (275 euro). Op papier de betere van zijn Olympus-concurrent, want hij beschikt over meer megapixels en meer instellingsmogelijkheden. Alleen heb je een engelengeduld nodig om wijs te raken uit de bedieningssoftware en de knoppen.

Het gaat verbazend goed vooruit in de digitale fotografie. Meer dan de helft van de in 2005 verkochte toestellen hebben minstens 5 megapixels onder de motorkap, vorig jaar voerde de 3-megapixelcamera nog de verkoop aan. En de prijzen, die blijven dalen, nu al tot onder de grens van 150 euro voor een keurig klikkertje zoals de HP Photosmart M22 (4 megapixel) of de Canon Powershot A410 (3,2 megapixel). Technische ontwikkelingen zoals de vlottere beeldverwerking, kortere opstarttijd en langere levensduur van batterijen spreken minder tot de verbeelding, maar zijn daarom niet minder belangrijk. Over batterijen gesproken: sommige camera’s lusten alleen herlaadbare batterijen, andere draaien ook op gewone AA-batterijen. Goed om te weten als je je vakanties doorbrengt op een onbewoond eiland of een andere plek zonder stroomaansluiting. Een ontwikkeling die níét verbazend goed vooruitgaat: kleurenfoto’s afdrukken blijft een onprettig dure aangelegenheid. De camera is goedkoop, de printer is goedkoop, maar degelijk fotopapier en inkt doen de factuur flink oplopen. Ook geheugenkaarten vertegenwoordigen een belangrijke verborgen uitgavenpost: je moet minstens 256 megabyte aan opslagruimte op zak hebben voor een namiddagje beelden schieten, en daar moet je fors voor betalen.

De Canon Ixus 750 (435 euro) wordt beschouwd als een van de beste allrounders in de compactklasse. Het toestel haalt een resolutie van 7,1 megapixels, verbruikt weinig tijd bij het opslaan van foto’s, behoort tot de snelste starters in zijn categorie en laat zich vlot bedienen. Een tweede topper is de Pentax Optio 60: klein van gestalte (91x61x38 mm) en vederlicht (150 gr), groots in zijn prestaties (6 megapixel). En dat allemaal voor 229 euro. De Pentax Optio S6 (325 euro), een van de veertien (!) toestellen uit de reeks, maakt zichzelf zo klein (85,5×53,5×19 mm) dat hij nooit in de weg zit. De Casio Exilim S500 (308 euro) is nog iets smaller (16mm), maar wel een tikje langer (90mm). De HP Photosmart R817 (349 euro) scoort met prachtige software die de manuele nabewerking van beelden, de lichtbalans en de rode oogjes regelt zonder dat je zelf iets moet doen. De Sony Cybershot N1 (499 euro) is een compactcamera-de-luxe: hij blinkt uit in resolutie (8,1 megapixel) en gebruiksgemak (met onder andere een aanraakscherm) en blijft net binnen de grenzen van zijn prijsklasse. De Burst-technologie, woordoor je verschillende foto’s na elkaar kunt maken door de knop ingedrukt te houden, maakt reflexcamera’s ook aanlokkelijk voor een beginneling. De Nikon D50 (589 euro) klikt met 2,5 frames per seconde niet sneller dan zijn concurrenten, maar kan dat tempo wel uitzonderlijk lang aanhouden. Pas na enkele tientallen opnames neemt hij een rustpauze om beelden op te slaan, terwijl de evenwaardige Olympus E-300 (669 euro) al na vier opnames een time-out vraagt. Gouden raad: zet je wensen op een rijtje vooraleer je de winkel binnenstapt. De ideale camera bestaat niet. De ideale klant evenmin.

Bart Vandormael

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content