De kortste weg tussen Kinshasa en Wa- shington loopt via Brussel. Menig Zaïrees politicus herontdekt die route. Zoals mi- nister van Financiën Kiakwama Kia Kiziki.

OP WEG NAAR het IMF of de Wereldbank in Washington houdt Gilbert Kiakwama Kia Kiziki, de Zaïrese minister van Financiën, doorgaans halt in Brussel. Zijn zoon studeert er en ook is de Belgische hoofdstad voor de regering van premier Kengo wa Dondo momenteel van het grootste strategische belang : als poort naar Europa en zelfs naar Washington, want ook daar vergemakkelijken goede relaties met Brussel de contacten en onderhandelingen. In dit diplomatiek offensief speelt Kiakwama een vooraanstaande rol. Als minister van Financiën en christen-democraat heeft hij toegang tot de hoge politieke en financiële cenakels. Hoewel hij in de regering zit, noemt Kiakwama zich steevast een lid van de oppositie. Een politieke maagd is hij nochtans niet. Na zijn studies in België (Bergen) en een job bij de Bank van Brussel was hij in de jaren tachtig vele jaren minister. Hij genoot blijkbaar het vertrouwen van president Mobutu Sese Seko, want in 1985 schopte hij het tot president van Gécamines. In 1988 werd hij de laan uitgestuurd en belandde in de politieke woestijn.

Waarom kreeg u toen de bons ?

KIAKWAMA KIA KIZIKI : Men wou gewoon iemand anders aan de top. Zo ging dat toch. Ik ben toen met een veeteeltbedrijf en een kippenkwekerij begonnen. Alles werd geplunderd en ik stond weer op nul. In 1989 kwam de democratisering en stapte ik in de nieuwe christen-democratische partij.

U had het vertrouwen van Mobutu. Anders kwam u niet aan de top van Gécamines.

KIAKWAMA : Als minister van Financiën stelde ik destijds orde op zaken in Sozacam. We doekten die maatschappij op en stichtten vervolgens Gécamines. Toen vroeg de president me om die nieuwe onderneming te leiden.

Gécamines werd toen door de president leeggeroofd. Hebt u daar iets van gemerkt ?

KIAKWAMA : Die geruchten waren fel overdreven. Het is iets te gemakkelijk om alle fouten van Zaïre op rekening van Mobutu te schrijven. De hoofdschuld ligt bij de natuur van het regime zelf, bij de extreme centralisatie en bij de verkeerde keuzes die gemaakt werden. Ondanks de politieke moeilijkheden, onder meer de secessie, was de economie in 1965, het jaar dat Mobutu de macht greep, in goede doen. De bedrijven waren nog in handen van het buitenland en bleven grotendeels buiten het politieke gewoel. Met de staatsgreep kwam er een vorm van politieke stabiliteit, maar belandde de economie in crisis.

Een staatsgreep die door het Westen gedoogd, zoniet gesteund werd.

KIAKWAMA : Het Westen vond het communisme toen een veel groter kwaad dan autoritaire of dictatoriale regimes. Omwille van de Koude Oorlog wou men vooral orde en stabiliteit in Zaïre. Onder impuls van het IMF volgde er in 1967 een monetaire hervorming, die een zeer groot succes werd, ook al omdat de koperprijs op dat ogenblik alle records brak. In 1970 begon het allemaal fout te lopen en miste Zaïre de take-off. Met de zaïrizering en de nationalisaties belandde de hele economie in staatshanden en brak het economisch elan. Zo geraakte Zaïre compleet geïsoleerd en kwamen alle bedrijven in de handen van mensen zonder ervaring. Daarbovenop zakte de koperprijs in elkaar en dat betekende het einde van de kip met de gouden eieren. In de jaren zeventig werd het staatsbudget voor 80 procent door Gécamines gefinancierd.

Waarom voerde Mobutu die nationalisaties door ?

KIAKWAMA : Heel Afrika was op dat ogenblik in de ban van het nationalisme. De chefs leefden in de overtuiging dat ze zonder economische macht niets vermochten. De staat miste evenwel de meest elementaire deskundigheid. De crisis werd nog versterkt door het wanbeheer van de publieke financiën. Alles werd immers gefinancieerd met voorschotten van de centrale bank. Daar ligt de oorzaak van de inflatoire chaos en dat proberen we sinds twee jaar te keren.

De president geeft u daartoe de vrijheid ?

KIAKWAMA : We moeten de dingen zeggen zoals ze zijn. Ik word door de president op geen enkele manier onder druk gezet. Op geen enkel punt.

Dat is nieuw.

KIAKWAMA : Toch niet, sinds twee jaar is dat de manier van werken. Wel wordt het herstel steeds moeilijker. Politiek is er zoveel in beweging, dat het soms een vorm van anarchie veroorzaakt. Tussen 1990 en vandaag werden er niet minder dan 450 politieke partijen opgericht. Tegelijk levert het oude regime achterhoedegevechten en dat vergemakkelijkt het herstel en de sanering van de openbare financiën niet. Daarbovenop komt de desastreuse situatie van Gécamines. In vergelijking met de jaren zestig is de productie op een tiende teruggevallen. Ze bedraagt momenteel niet eens 50.000 ton. We zitten dus heel krap bij kas, want ook van de internationale gemeenschap zijn we compleet afgesneden. Niemand verleent ons nog krediet. Het is geen sinecure om in die omstandigheden het huis op orde te zetten. Toen de regering van Kengo op 6 juli 1994 aantrad, werkte Zaïre al een paar jaar zonder budget, dus zonder economisch, monetair of financieel beleid. Er was niets, iedereen hield zich met politiek bezig en de staat had alle autoriteit verloren. Het leger en de justitie waren een puinhoop. De administratie was al twee jaar niet meer betaald en werkte niet meer.

Waarom bent u desondanks optimistisch ?

KIAKWAMA : In juli 1994 bedroeg de inflatie meer dan 9.000 procent en was er een negatieve groeivoet van 14 procent. Ondertussen konden we de inflatie tot 360 procent terugdringen en dit jaar hopen we weer een positieve groei te realiseren. Volgens het IMF zou die op het einde van het jaar 2,5 procent kunnen bedragen. Ondertussen keerde de rust terug en er groeit opnieuw internationaal vertrouwen. Gécamines en Union Minière sloten een joint venture en er wordt opnieuw met het IMF, de Wereldbank en buitenlandse investeerders gepraat. Op 30 september overleggen we met het IMF en de Wereldbank over een hervorming van de fiscaliteit, de wisselkoers en de centrale bank.

Destijds was la présidence de grote slokop van het staatsbudget.

KIAKWAMA : De president bemoeit zich steeds minder met het beleid. Volgens de nieuwe grondwet en de akkoorden van La Maison du Peuple is dat de bevoegdheid van de regering.

Welk deel van het budget gaat naar de president ?

KIAKWAMA : De civiele lijst is echt te verwaarlozen. Zowat 60 procent van de staatsuitgaven gaat naar lonen. Zaïre heeft nameljk een leger van 600.000 ambtenaren, zodat er nauwelijks middelen overblijven om te investeren. We moeten absoluut saneren en werk maken van een bescheiden staat. Met de Wereldbank werken we aan zo’n programma en bereiden we de privatisering van de staatsbedrijven voor.

Het percentage dat Mobutu krijgt, kunt u niet geven ?

KIAKWAMA : Ik denk dat het de twee tot drie procent niet overstijgt.

Bent u zeker dat er in mei verkiezingen komen ?

KIAKWAMA : Ja, daar bestaat niet de minste twijfel over.

Wie beslist daarover ?

KIAKWAMA : De regering en de politieke klasse. We zijn het eens met onze buitenlandse partners dat verkiezingen de beste hefboom voor het herstel zijn. Dan pas zal de breuk met het oude regime onomkeerbaar zijn.

Vreest u geen staatsgreep ? De gezondheidstoestand van de president zou sommige generaals op gedachten kunnen brengen.

KIAKWAMA : Ik geloof daar niet in. De tijden zijn veranderd en staatsgrepen worden niet langer door de internationale gemeenschap getolereerd. Het Zaïrese volk zou het ook niet langer aanvaarden.

Onlangs werd de krant Le Palmarès verboden, omdat ze over de gezondheidstoestand van Mobutu berichtte. Is Zaïre nog altijd geen vrij land ?

KIAKWAMA : We moeten duidelijk zijn. Ook in de politiek moeten we menselijk blijven. We zijn tegenstanders, geen vijanden. Het kan toch niet door de beugel dat men zich over de ziekte van iemand verheugt en dat het een reden tot feesten wordt. Als journalist moet je een minimum aan ethiek en deontologie respecteren. De pers kan zich niet alles veroorloven. Ze heeft de plicht om mensen op te voeden en ze de waarheid bij te brengen.

Moet de regering beslissen wat wel en niet kan ? De ziekte van Boris Jeltsin haalt wél de frontpagina’s van alle kranten.

KIAKWAMA : Sorry, de regering greep niet in. Iemand diende klacht in en de rechtbank deed uitspraak. De regering heeft zich daar niet mee gemoeid.

Is de persvrijheid in Zaïre nu een feit ?

KIAKWAMA : Ik denk zelfs dat er overdaad is. Als u alles zou lezen wat onze journalisten schrijven. Ohlala. Er is niet de minste censuur meer. De persvrijheid is totaal, zo ook de vrijheid van vereniging. We kunnen alle vergaderingen bijeenroepen die we wensen en alles in kranten, op radio en tv verklaren.

De regeringsdeelname veroorzaakte een splitsing in uw partij. Nam u de juiste beslissing ?

KIAKWAMA : We hebben geen partij opgericht om in de oppositie te verkommeren. De christen-democratie is van natuur een regeringspartij. A fortiori is dat zo in Zaïre, waar 80 procent van de bevolking christelijk is. In een land met zoveel ellende kun je trouwens niet aan de kant blijven staan als over de toekomst van ons volk wordt beslist. Etienne Tshisekedi, met wie we de union sacrée vormden, kwam drie keer aan de macht maar slaagde er nooit in om te regeren. Het ontbrak hem allicht aan de finesse en de spitsvondigheid om zijn taak tot een goed einde te brengen. Hij zocht de confrontatie, terwijl je in de politiek soms beter slim bent dan stoer doet. Wij pakten het anders aan. Wij kwamen in de regering om de voorwaarden voor vrije verkiezingen te scheppen. Daarom willen we de regeringsbasis zo ruim mogelijk maken. We konden aan het herstel werken en de relaties met het buitenland normaliseren. Christen-democraten zoals Reginald Moreels, Johan Van Hecke, premier Jean-Luc Dehaene en Charles-Ferdinand Nothomb spanden zich daarvoor zeer in.

Hebt u Dehaene al ontmoet ?

KIAKWAMA : Na de vergadering van de Europese Volkspartij bezocht ik hem samen met monseigneur Laurent Monsengwo. Hij begreep onze problemen. Hij is slim, weet waar de klepel hangt en zal vlug met dit dossier vertrouwd zijn.

Is een normalisatie van de betrekkingen met België belangrijk om andere internationale deuren te openen ?

KIAKWAMA : Ongetwijfeld. Heel de internationale gemeenschap beseft dat België een betere kijk op Zaïre heeft en het dossier grondiger kent. Om bijstand te verlenen, is er meer dan geld nodig, ook betrokkenheid en warmte. Tussen het Belgische en het Zaïrese volk is er een sensibiliteit, een respect en een discrete affectie die een gedegen samenwerking opnieuw mogelijk moet maken.

Wanneer hoopt u dat de normalisatie een feit is ?

KIAKWAMA : Na de verkiezingen. Dat lijkt me een heel redelijke timing.

Stel dat Mobutu, de gemeenschappelijke tegenstander, verdwijnt. Zal de oppositie dan niet opnieuw onder elkaar ruziën, zodat de hele democratisering in chaos eindigt ?

KIAKWAMA : Deze beweging stelt zich niet op tegen één individu. Als de oppositie alleen tegen president Mobutu wil ageren, maakt ze een fundamentele vergissing. Mobutu incarneerde een dictatoriale regeerstijl die de internationale gemeenschap destijds goed uitkwam. Die tijd is voorbij. De hele Zaïrese natie weet nu wat ze wel en niet meer wil. We hebben genoeg van de dictatuur en daarom verzetten we ons tegen Tshisekedi. Zijn werkmethode en keuzes waren niet verschillend van het vorige regime. Het gaat dus niet om een persoon, wij verdedigen principes. We hebben ons opnieuw met de universele waarden verzoend.

Paul Goossens

Kiakwama over de Zaïrese president Mobutu : Hij bemoeit zich niet.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content