“Tegenstanders beweren dat ze opkomen voor het recht op leven. Ik krijg de indruk dat ze een plicht tot leven willen opleggen.”

Filosoof, ethicus, dwarsdenker en emeritus (RUG) Etienne Vermeersch bezint zich al sinds 1960 over een regelgeving voor euthanasie. De jongste jaren deed hij dat als co-voorzitter van de beperkte commissie-Euthanasie binnen het Raadgevend Comité voor Bio-ethiek van België. Deze commissie bereidde twee omstandige adviezen van het Comité voor en formuleerde in verband met euthanasie (eerste Advies) vier voorstellen. Het eerste stelt een wetswijziging voor zodat euthanasie niet langer strafbaar is, mits aan een aantal voorwaarden wordt voldaan, waarvan de naleving achteraf (a posteriori) wordt gecontroleerd. Voorstel twee stelt dezelfde procedure voor, maar zonder wetswijziging; zoals momenteel in Nederland. Het derde voorstel laat eveneens de wet ongewijzigd, maar eist een ethisch debat vooraf (a priori) in het raam van een hele reeks medische beslissingen rond het levenseinde. Het laatste voorstel is: laat alles bij het oude en blijf euthanasie bij de wet verbieden.

Etienne Vermeersch: De PSC kwam met een vijfde mogelijkheid, waarbij een commissie wordt ingeschakeld. Nergens in onze vier voorstellen is er sprake van het raadplegen van zo’n commissie. Het gaat hier om zeer persoonlijke problemen waarbij privacy en beroepsgeheim centraal moeten staan. Daar kun je toch geen commissie op zetten? Iedereen weet dat dit niet werkt. Je krijgt dan een beslissing van vier tegen vijf of zoiets. Dat is complete onzin.

Is dat ook het geval met het wetsvoorstel waar de politieke meerderheid in december mee aankwam?

Vermeersch: Nee, maar ook dit is niet perfect. Het comité van ethici stelde dat het zogenaamde levenstestament liefst een vertrouwenspersoon aanwees. Het meerderheidsvoorstel zegt dat het levenstestament zo’n vertrouwenspersoon moet benoemen. Het voorstel houdt dus geen rekening met de grootste sukkelaars van deze wereld: eenzamen die geen vertrouwenspersoon hebben of zich die zelfs niet eens kunnen voorstellen. Zij kunnen dus niet zeggen wat er moet gebeuren als ze wilsonbekwaam zijn.

In onze voorstellen 1 en 2 brengen wij een tweede arts in de procedure die moet oordelen over de ernst van de zaak. In Nederland moet bovendien een verslag worden ingediend bij een wetsgeneesheer, de zogenaamde lijkbezorger. Bij de minste twijfel evalueert die de situatie opnieuw en dat vind ik een goede oplossing. Het werkt moreel ontlastend voor de betrokken artsen en vormt tegelijkertijd een supplementaire controle. Vergeet niet: ook bij ons zijn er artsen die denken dat zij een patiënt mogen doden zonder dat die erom vroeg. Het meerderheidsvoorstel heeft deze supplementaire controle blijkbaar ook over het hoofd gezien.

De CVP beweert dat de huidige voorstellen te weinig rechtsbescherming bieden.

Vermeersch: In het voorstel dat ik zou steunen, zijn er vier factoren: de volgehouden vraag van de patiënt, de beoordeling van de behandelende arts, de opinie van de tweede arts en die van de wetsgeneesheer. Dat kan volgens mij voldoende garanties bieden. De discussie met de CVP gaat onder andere over de begrippen terminale of uitzichtloze situatie. Waar zit het verschil? Een Spanjaard leefde 20 jaar met verlamde armen en benen. Hij zei toen: nu kan het voor mij niet meer. Hij spande een rechtszaak aan om euthanasie te verkrijgen maar verloor die, vrienden ontvoerden hem en pasten een levensbeëindiging toe. Dat was geen terminaal geval, wel een onomkeerbaar. Ik zou wel eens willen weten wie in dit land durft te zeggen dat het euthanasieverzoek in dit geval niet verantwoord was. Een toenadering tussen de twee voorstellen zou er bijvoorbeeld in kunnen bestaan dat men voor de niet-terminale patiënten van wie de situatie wel uitzichtloos is, de inbreng van de ethicus vereist.

Moet de wet bij ons absoluut veranderd worden?

Vermeersch: Dat moet niet, maar het lijkt mij de meest correcte aanpak. Terloops moet ik hier formeel stellen dat het comité nooit onderzocht heeft welke leden er voor of tegen een van de vier voorstellen waren. De media beweren dat er een meerderheid achter voorstel drie zou staan, maar daar is geen enkel bewijs voor. Dit voorstel kwam onder andere van vooraanstaande katholieke ethici. Dat betekende een belangrijke doorbraak omdat de verkrampte positie, die bijvoorbeeld het abortusdebat ondermijnde, daardoor uitbleef. In die zin heeft dat de discussies vergemakkelijkt. Wat het probleem van een wettelijke regeling betreft, in Nederland maakte de regering een afspraak met de parketten die precies voorschrijft in welke gevallen er niet wordt vervolgd. Ik vrees dat zoiets in België niet strookt met de traditie en daarom lijkt het mij meer aangewezen de wet te veranderen.

De Nederlandse regeling werkt niet, zeggen Belgische artsenleiders.

Vermeersch: De Nederlandse regeling werkt goed, maar is niet volmaakt. In ons land werkt de huidige regeling helemaal niet. In vergelijking met Nederland hebben wij drie keer meer gevallen waarbij een arts zijn patiënt doodt zonder diens akkoord. Dat is ook iets om over na te denken.

Wat pleit ervoor om euthanasie in een wettelijke schemerzone te houden?

Vermeersch: Sommigen denken dat de westerse beschaving een absoluut verbod tot doden moet handhaven. Ik heb daar begrip voor. Maar in oorlogen mag doden wel, veel landen handhaafden bovendien de doodstraf en het recht op zelfverdediging vormt een derde uitzondering op dat verbod tot doden. Elke wet kan dus uitzonderingen hebben.

Tegenstanders van een regelgeving voor euthanasie beweren dat zij opkomen voor het recht op leven. Ik krijg eerder de indruk dat zij een plicht tot leven willen opleggen.

De Belgen hebben dat zeer goed begrepen en daarom staat bijna 80 procent van hen achter een euthanasieregeling. Dat is veel meer dan bij abortus. Ook voorstanders van abortus vinden deze ingreep een mislukking: men moet uit twee kwalen het minste kwaad kiezen. Bij euthanasie gaat het niet over ‘kwaad’, maar om een ethisch positieve daad. Het gaat om het welzijn en het zelfbeschikkingsrecht van de patiënt, en dat gebeurt in de regel met instemming van zijn naasten.

Het wetsvoorstel van de meerderheid is volgens de CVP in zeven haasten in elkaar geflanst.

Vermeersch: Enfin, wij zijn in het Comité begonnen in 1996 en de Senaat debatteert over onze Adviezen sinds 1997. We schrijven nu 2000, is dat dan zo snel? Ook de kritiek dat ons land als eerste ter wereld een behoorlijke regelgeving zou krijgen, begrijp ik niet. Dat zou alvast de schande van onze benadering van abortus – samen met Ierland waren wij toen het laatst in Europa – voor een stuk uitwissen. Wat is er zo verkeerd aan het feit dat een aantal voorstellen aanleiding gaven tot een zekere consensus? Die wirwar van voorstellen is nu tot een bondig stuk samengevat. Als nu ook CVP en PSC samen met een tekst komen, dan wordt de discussie teruggebracht tot de kernpunten. Dan kan men tot wederzijdse verbetering pogen te komen. Ik vrees dat een zo delicate materie opnieuw het voorwerp wordt van politieke spelletjes. Zal men zich op sleeptouw laten nemen door enkele fanatici zoals dokter André Wynen? Hou de syndikaten en de partijpolitiek erbuiten en laat elk parlementslid naar eer en geweten over de verschillende opties stemmen.

Marc Moens van het artsensyndicaat BVAS beweert dat het meerderheidsvoorstel zal leiden tot euthanasie op economische gronden.

Vermeersch: En Wynen heeft het zelfs over Nürnberg. Dat kun je niet meer au sérieux nemen. In Nederland bestaat er geen spoor van economische euthanasie. In de dertig jaar dat ik mij met dit thema bezighoud, hoorde ik altijd van artsen die tegen euthanasie waren: Ik heb nog nooit een verzoek om euthanasie gehad. Nu zeggen diezelfde artsen: Ja maar, als dit voorstel het haalt, gaat iedereen om euthanasie vragen, mensen met verlammingen, dialysepatiënten… Hoe kan dat nu plots? Er werd toch nooit om verzocht? De meeste artsen houden er overigens een heel andere mening op na dan wat sommige van hun ‘leiders’ er zomaar uitflappen. Ons artsenkorps heeft over die materies heel genuanceerde ideeën.

Is de gecontroleerde sedatie waar sommigen in de CVP op hameren, daar een variante op?

Vermeersch: Ook via deze techniek wil men die dodelijke spuit vermijden. Ik begrijp het gewetensprobleem van deze mensen, maar wat houdt zo’n gecontroleerde sedatie in? Ze kan zin hebben als men de kans wil laten dat de patiënt nog van iemand afscheid kan nemen. Maar zodra men de sedatie inzet met de bedoeling dat de patiënt niet meer tot bewustzijn komt, is dat voor mij hetzelfde als doden. De bewuste mens is definitief uitgeschakeld. Alleen het lichaam en enkele vegetatieve hersenfuncties blijven nog even naleven. Voor mij is dat een vorm van euthanasie, alleen duurt het wat langer.

Jos Grobben

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content