Vijf jaar na de ontbinding van de Sovjetunie zoekt Moldavië nog altijd naar een etnische en economische identiteit. De groeipijnen van een godvergeten staatje in de Balkan.

EEN BERICHT UIT CHISINAU

HET PRESIDENTIEEL PALEIS in Chisinau had lelijker kunnen zijn. Het steekt alleszins gunstig af tegen het gedrocht aan de overkant van de sjieke Bulevardul Stefan Cel Mare. Vroeger huisde daar het Centraal Comité van de Communistische Partij, nu is het gebouw ingepalmd door het parlement van de onafhankelijke republiek Moldavië.

De perszaal van het paleis zit stampvol. Onder het journaille wordt gegniffeld over een van de agendapunten. Onder impuls van president Mircea Snegur stemde het parlement een wetsvoorstel om het beledigen van het staatshoofd en de parlementsvoorzitter strafbaar te maken, weg. ?Een electorale stunt,? zegt Fidel Galaiku, politiek verslaggever bij het onafhankelijke nieuwsagentschap Basa Press. ?Een paar jaar geleden was hij zelf nog een voorstander van zo’n wet op majesteitsschennis.?

De verkiezingskoorts laait hoog op in deze prille democratie. Op 17 november trekken de Moldaviërs naar de stembus om voor de tweede keer in ’s lands geschiedenis een president aan te duiden. Behalve Snegur verwachten waarnemers dat ook premier Andrei Sangheli en parlementsvoorzitter Petru Lucinschi een gooi naar het hoogste ambt zullen doen. ?Drie gewezen topcommunisten,? zegt Galaiku. ?Hun onderlinge rivaliteit verlamt het hele bestel. Wat een chaos. Moldavië telt een stuk of veertig partijen, politici wisselen van kleur zoals van hemd. Snegur heeft onlangs weer een nieuwe partij opgericht, zijn vierde sinds de onafhankelijkheid.?

Goede wijn, wisten de kenners. Verder rinkelden er weinig belletjes toen Moldavië in augustus 1991, na de ontbinding van de Sovjetunie, zijn onafhankelijkheid uitriep. Een godvergeten Balkanstaatje met 4,4 miljoen inwoners, omringd door onbetrouwbare buren en hopeloos verdeeld door paleisintriges. De vruchtbare zwarte grond tussen de Prut spreek uit Proet en de Dnjestr was eeuwenlang een favoriet slagveld, waar regionale mogendheden geopolitiek avant-la-lettre kwamen bedrijven. Polen, Hongaren en Krimtataren vielen binnen en werden met behulp van steeds wisselende bondgenoten weer verdreven.

De erfvijanden bij uitstek zijn echter de Turken, die Moldavië meer dan vier eeuwen onder de knoet hielden. Slechts met Russische steun kon het Ottomaanse juk in het begin van de negentiende eeuw worden afgeschud. Maar inmiddels hebben de Moldaviërs ook pijnlijke herinneringen aan de heerschappij van de tsaren die Bessarabië vanaf 1840 aan een strak russificatiebeleid onderwierpen. Alle onderwijs in het Moldavisch, linguïstisch identiek aan het Roemeens, werd streng verboden. De Tweede Wereldoorlog maakte een abrupt einde aan de Roemeens-Moldavische unie, die tijdens het interbellum tot stand was gekomen. Moldavië werd door Stalin als Sovjetrepubliek ingelijfd. Het Russisch werd opnieuw tot officiële taal verheven en het Moldavisch degradeerde andermaal tot een tweederangstaaltje dat uitsluitend in het cyrillisch mocht geschreven worden. Het alfabet als politiek instrument : de Sovjets, beducht voor het streven naar hereniging met Roemenië, wilden de eigen aard van het Moldavische volk in de verf zetten.

TWEETALIG.

Taal en etniciteit blijven tot vandaag de hete hangijzers. Al in 1989, op het hoogtepunt van de perestroïka, werd het Moldavisch tot enige officiële taal uitgeroepen en het Latijnse alfabet in ere hersteld. Maar in Chisinau houden Moldavische en Russische opschriften elkaar nog altijd netjes in evenwicht, alle openbare diensten zijn vlot tweetalig. Bittere noodzaak na vijftig jaar toepassing van het bekende adagium ?et pour les Moldaves la même chose?. Terwijl nagenoeg alle inwoners het Russisch machtig zijn, blijft de kennis van de officiële landstaal tot de etnische Moldaviërs beperkt. Zeer weinig Russen en Oekraïners samen goed voor 27 procent van de bevolking deden de moeite om Moldavisch te leren. Ook kleinere minderheden zoals Gagaoeziërs, Bulgaren, joden en zigeuners grijpen nog altijd naar het Russisch.

Het kon niet anders of de onafhankelijkheid maakte scheuren in het etnische lappendeken. ?Russen buiten?, was in 1991 een veelgescandeerde leuze. In het parlement werd gedebatteerd over de noodzaak om werknemers die geen Moldavisch spraken, op staande voet uit de overheidsdiensten te ontslaan. Nationalistische partijen eisten de hereniging met Roemenië, en werden door geestesgenoten in Boekarest bijgetreden. Onder niet-Moldaviërs brak paniek uit. Duizenden etnische Russen pakten hun koffers.

Onmiddellijk na de onafhankelijkheid scheurden twee regio’s zich van Moldavië af. Aan de secessie van de Gagaoeziërs, christelijke Turken die zich in de negentiende eeuw in Zuid-Moldavië vestigden, kwam vorig jaar een vreedzaam einde. Het akkoord dat de 140.000 Gagaoeziërs een ruime mate van politieke en culturele autonomie toekent, werd in diplomatieke kringen als een model voor heel Oost-Europa toegejuicht. Het kwam er echter pas nadat de nationalistische drift in Chisinau flink was bekoeld. Pro-Roemeense partijen hadden bij de parlementsverkiezingen van 1994 een verpletterende nederlaag geleden. Datzelfde jaar stemde negentig procent van de kiezers in een referendum voor het behoud van de onafhankelijkheid. ?De vragen werden gemanipuleerd,? relativeert Galaiku, die pleit voor aansluiting bij Roemenië. ?De enige bescherming tegen het Russische gevaar,? argumenteert hij. ?Jammer genoeg is de nationalistische oppositie hopeloos verdeeld. En van Boekarest moeten we ook al niks verwachten. Roemenië weigert zelfs een rol te spelen in de oorlog met Transdnjestrië.?

PIJNPLEK.

Transdnjestrië is de pijnplek van Moldavië. In deze smalle strook ten oosten van Dnjestr vormen Russen en Oekraïners de meerderheid van de 700.000 inwoners. Anders dan in Gagaoezië staan hier grote belangen op het spel : Transdnjestrië levert veertig procent van de industriële productie en speelt een sleutelrol in de nationale energiebevoorrading. In de zomer van 1992 vielen honderden doden bij zware gevechten tussen Moldavische troepen en de opstandelingen die op de actieve steun van het 14de Russische leger konden rekenen. De burgeroorlog liep spoedig uit op een staakt-het-vuren. Sindsdien patrouilleert een gemengde vredesmacht met militairen van beide kampen en ?neutrale? Russische troepen in een bufferzone langs de Dnjestr. Toch duurt de opstand voort. Tiraspol beschouwt zichzelf onverkort als hoofdstad van een onafhankelijke staat die weliswaar door geen enkele regering wordt erkend, zelfs niet door de bondgenoten in Moskou. De door Rusland gepatroneerde onderhandelingen slepen intussen al vier jaar aan.

Samenwerking inzake onderwijs, het herstellen van bruggen over de Dnjestr : de ontmoeting van vanmorgen tussen president Mircea Snegur en zijn Transdnjestrische collega Igor Smirnov en de echte aanleiding voor de persconferentie ten paleize, is niet zonder resultaat gebleven. Ten gronde werd echter geen meter vooruitgang geboekt. Het toekomstig statuut van Transdnjestrië en de aanwezigheid van Russische troepen blijven open vragen. Officieel wil Moskou zijn soldaten zo vlug mogelijk terugtrekken. Het aantal manschappen liep de voorbije jaren al fors terug en ook generaal Aleksandr Lebed, bevelhebber van het voormalige 14de Sovjetleger, werd teruggeroepen. De ultra-nationalist heeft zijn tijd overigens niet verloren in Transdnjestrië : Lebed heeft er voldoende populariteit verworven om op 16 juni een gooi naar het Kremlin te doen.

In principe is dat probleem van de baan : volgens een akkoord tussen Mircea Snegur en Boris Jelstin moeten de Russische militairen zich binnen de drie jaar volledig terugtrekken. Tot grote woede van Tiraspol, waar Jeltsin van verraad wordt beschuldigd. Het akkoord wacht echter nog op bekrachtiging door de Duma, het Russische parlement. Communisten en nationalisten die daar de dienst uitmaken, zijn het regime in Tiraspol zeer genegen. Het valt te bezien of het terugtrekkingsakkoord ooit wordt uitgevoerd.

?Het conflict zit muurvast,? zegt Galaiku. ?Alle betrokkenen wachten op de Russische presidentsverkiezingen in juni. Een overwinning van de communist Gennady Zjoeganov zou voor het vredesproces een zware slag zijn. Hoe dan ook verwacht ik geen doorbraak tot na de Moldavische presidentsverkiezingen. Want Snegur wil niet naar de stembus met een vredesakkoord waarvoor Moldavië sowieso een prijs zal betalen.?

De Amerikaanse diplomaat Michael Wygant, sinds een jaar hoofd van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) in Chisinau, verliest er de moed niet bij. Zijn achtkoppige OVSE-delegatie kijkt niet alleen toe op de naleving van het wapenbestand maar probeert ook over een vredesregeling te bemiddelen. ?Voor deze missie heb ik in Georgië gewerkt,? zegt Wygant. ?Totaal uitzichtloos. Hier proberen beide partijen tenminste nog een uitweg te vinden. En ik bespeur geen diepgewortelde haatgevoelens tussen Moldaviërs en Russen. Het is trouwens moeilijk een lijn te trekken. Russen zetelen in het Moldavische parlement, de vice-president van Tiraspol is dan weer zelf een etnische Moldaviër. Het is een ingewikkeld land.?

Twee jaar geleden ruilde de in Transdnjestrië geboren Mihaï Popov zijn ambassadeurspost in Brussel in voor de ministerportefeuille van Buitenlandse Zaken in Chisinau. ?Historisch gezien, is Transdnjestrië een onvervreemdbaar deel van Moldavië,? beklemtoont hij. ?Trouwens, 44 procent van de bevolking is Moldavisch. Dit is geen etnisch conflict zoals in Gagaoezië, maar een louter politieke aangelegenheid. De opstand van ’91 werd door conservatieven en nationalisten in Moskou georchestreerd. Voor de Russen staan er immers strategische belangen op het spel. Transdnjestrië is hun meest vooruitgeschoven militaire post op de Balkan. Toch zal Tiraspol nooit als onafhankelijke staat worden erkend, zelfs niet als Zjoeganov het in Moskou tot president schopt. Moldavië is een volwaardig lid van de Verenigde Naties, de Raad van Europa en het GOS. Alle staten, Rusland inbegrepen, hebben onze grenzen erkend?.

Maar Chisinau is wél tot concessies bereid. Popov : ?Transdnjestrië kan het statuut van autonome republiek binnen de Moldavische grenzen krijgen. Met een eigen grondwet, parlement, regering, vlag en taalregime. Uiteraard behoudt de centrale regering het monopolie op materies zoals landsverdediging, buitenlandse zaken, monetair beleid en douane.?

ARMOEDE.

Wellicht wordt Transdnjestrië niet eens het belangrijkste thema in de verkiezingscampagne. Waar de meeste burgers echt wakker van liggen, is de belabberde levensstandaard. Afgaande op de naakte cijfers boert Moldavië nochtans niet slecht. De inflatie is laag, de Moldavische lei een toonbeeld van stabiliteit, de privatisering van de industrie schiet goed op. Het IMF prijst Moldavië als modelleerling uit het GOS-klasje. Wie over de Bulevardul Stefan Cel Mare in Chisinau struint en niet te zwaar tilt aan de vele bedelaars en straatkinderen, zal het graag geloven. Westerse shops, snackbars, goedgevulde supermarkten.

Helaas is die luxe slechts voor een elite weggelegd. Een maandloon bedraagt hier gemiddeld 1.500 frank, op het platteland moeten velen het met de helft of minder stellen. ?De rustpensioenen zijn al zes maanden niet uitbetaald,? zegt Galaiku. ?Duizenden kolchoze-arbeiders en staatsambtenaren hebben sedert een jaar geen loon meer ontvangen. Zo is het natuurlijk gemakkelijk om goede punten van het IMF te krijgen.?

Het volk mort. Over de eigen armoede die schril contrasteert met de weelde die de nieuwe rijken ongegeneerd etaleren. Vaak valt daarbij het woord maffia. Het is een publiek geheim dat alle winkels, restaurants en wisselkantoren naar Russisch voorbeeld door de maffia worden ?beschermd?. ’s Nachts wemelt het in de bar-casino’s van dezelfde lui die overdag de terrasjes bevolken of in hun BMW door de Stefan Cel Mare scheuren. Dikwijls kleeft op die westerse limousines nog een Duits, Oostenrijks of zelfs Nederlands kenteken. Moldavië geniet een kwalijke reputatie als afzetmarkt voor gestolen luxe-auto’s. Dat kwam onlangs op een pijnlijke manier aan het licht toen minister van Justitie Vasile Sturza door de Weense politie werd ondervraagd. De Audi 90 waarin hij zich verplaatste, bleek in Duitsland gestolen.

WATERDRAGERS.

De lijnbus Chisinau-Tiraspol vertrekt stipt op tijd. Zonder vertragen passeren we de checkpoints van de gemengde vredesmacht. Zelfs in Benderi, een grauwe industriestad op de westelijke Dnjestr-oever, werden de meeste sporen van de burgeroorlog uitgewist. In 1992 vormden deze straten het decor voor de bitterste gevechten. Er deden zich absurde toestanden voor. In het Moldavische leger vochten Russische dienstplichtingen, Tiraspol mobiliseerde Moldavische rekruten. Verhalen over verwanten die ongewild op elkaar moesten schieten, zijn legio. In sommige dorpen legden de soldaten na zonsondergang de wapens neer om met de tegenpartij vodka te hijsen.

In de wachtzaal van het station van Tiraspol is het omzetten van Moldavische lei in lokale roebels een verwarrende maar leerrijke operatie. Blijkt dat er twee licht verschillende briefjes van 1.000 roebel circuleren. Volgens een stilzwijgende consensus wordt aan een van de coupures evenwel een waarde van 10.000 roebel toegekend. Zich vergissen is voor een buitenlander geen ramp : 10.000 Transdnjestrische roebel is minder dan tien frank waard. Hyperinflatie is hier geen loos begrip, winkelen in Tiraspol vergt een stevige plastiekzak vol papiergeld. Veel valt er overigens niet te kopen. In de voedingsmarkt op de Leninlaan is schraalhans koning. Schurftige bokalen met ingemaakte komkommers en schurftige bokalen met ingemaakte tomaten, telkens in twee formaten, de keuze is aan de consument.

Een bezoek aan Tiraspol lijkt op een trip naar de voormalige Sovjetunie. De etalages zijn leeg, Lenin prijkt nog onbedreigd op zijn sokkel, de straten huldigen illustere helden zoals Karl Liebknecht en Rosa Luxemburg. Alle opschriften zijn in het cyrillisch. Ook Moldavisch, net als Russisch en Oekraïens een officiële taal, wordt hier verplicht in het cyrillisch gespeld en onderwezen. ?Het gevolg van een referendum in 1991,? zegt Boris Aculov. ?Een logische keuze. Vele oudere Moldaviërs kunnen geen Latijns alfabet lezen.?

Aculovs moeder is een Moldavische. Zijn lezing van de geschiedenis is echter van onverdacht Russische oorsprong. ?Transdnjestrië heeft niets met Moldavië en nog veel minder met Roemenië te maken,? beweert de media-adviseur van president Smirnov. ?Terwijl Moldavië tussen de twee wereldoorlogen bij Roemenië hoorde, bleef Transdnjestrië een deel van de Sovjetunie. Het Russische leger is hier al meer dan tweehonderd jaar onafgebroken gevestigd, het waren Russen die de industrie hebben opgebouwd. Jammer genoeg namen de Sovjets het niet zo nauw met de administratieve grenzen. Zo komt het dat Transdnjestrië bij Moldavië werd gevoegd. Door het wegvallen van de Sovjetunie heeft die grens echter alle legitimiteit verloren.?

De ?onafhankelijke? republiek verkeert in nauwe schoentjes. Buitenlandse erkenning blijft uit, de steun in Rusland brokkelt af, de bevolking verpaupert door de inflatie, vele staatsbedrijven liggen stil. Aculov blijft er kalm bij. ?Wij zijn geen waterdragers van Rusland,? zegt hij. ?Desnoods dwingen we onze onafhankelijkheid af tegen de zin van Moskou. Het is de wil van het volk. Vorig jaar hebben we een constitutioneel referendum georganiseerd. Negentig procent van de kiezers stemde voor de onafhankelijkheid. Inderdaad, de economie is een puinhoop. De hele export is stilgevallen. De Moldavische douane houdt al onze producten tegen. Aan de andere kant worden we op de Russische markt door de westerse import weggeconcurreerd. We zoeken dringend buitenlands kapitaal om onze industrie te moderniseren.?

De kandidaat-investeerders staan niet te dringen. Tiraspol is pas onlangs met een voorzichtig privatiseringsprogramma gestart. Aculov : ?Zo konden we uit de fouten van anderen leren. Chisinau mag de schouderklopjes van het IMF hebben. Wij willen na een eventuele hereniging niet opdraaien voor hun buitenlandse schulden.? Tiraspol sluit een reünie met Moldavië dus niet uit. Maar, zegt Aculov, ?we nemen alleen genoegen met een confederatie waarin Transdnjestrië op gelijke voet met Moldavië staat. En de internationale gemeenschap moet erop toekijken dat Moldavië de confederale grondwet niet eenzijdig kan wijzigen.? Of hij zelf een spoedig einde aan dit conflict ziet komen ? Aculov haalt de schouders op. ?Smirnov en Snegur hebben al een datum voor een volgende ontmoeting bepaald. Zo lang er gepraat wordt, is er hoop.?

Misschien spreken de beide presidenten wel over hun gemeenschappelijke passie : het voetbal. Want secessie of niet, Zimbrul Chisinau-Tiligul Tiraspol blijft een topmatch in de unitaire Moldavische competitie. De Amerikaanse diplomaat Wygant heeft gelijk : de toestand is ernstig maar niet hopeloos.

Erik Raspoet

Leven in Chisinau, Moldavië : het IMF is blij, de mensen morren.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content