‘Wie is Poetin’ is niet alleen in Rusland een veelgehoorde vraag. De man die vaak ‘mister clean’ wordt genoemd, blijkt alvast niet zulke schone handen te hebben.

In zijn ‘Open brief aan de Kiezer’, Poetins meest uitgebreide programmaverklaring tot dusver, komt niet minder dan 23 keer het woord ‘staat’ voor, meestal in combinatie met adjectieven als groot, sterk, waardig. Ook ‘macht’ doet het goed: Rusland is nog steeds een wereldmacht, zo heet het en het is hoog tijd om de Russen hun eigenwaarde terug te geven. ‘Wie ons beledigt, zal daar voortaan een prijs voor betalen’, schrijft de interim-president. Eerder had hij het over ‘moreel herstel’. Ruslands grootste probleem van de afgelopen jaren is de ‘verzwakking van de wil’. Het is duidelijk: hier is een moralist aan het woord. Hij is vergeleken met Hitler, Stalin en Pinochet, of met ‘ijzeren’ Felix Dzjerzjinski, de stichter van de Tsjeka, de gevreesde geheime dienst van de bolsjewieken. Zelf is hij een bewonderaar van KGB-baas Joeri Andropov die slechts korte tijd aan het hoofd van de partij en het land stond en door zijn voortijdige dood niet in staat was de hervormingen door te voeren die hij dringend nodig achtte.

Voor de rest is weinig over ’s mans inzichten en politieke gedachtegoed bekend. ‘Wie is Poetin’ moet zowel in Rusland als daarbuiten zowat de meest gestelde vraag van het jaar zijn. Maar dat hij een ‘onbeschreven blad’ zou zijn – een ‘zwarte doos’ zoals de Russen het uitdrukken – daar wil Andrej Pjontkovsky niet van horen.

Pjontkovsky is een gezaghebbende politieke analist en publicist, maar met zijn scherpe kritiek op de nieuwe Russische Führer maakt hij zich bij de collega’s en zijn landgenoten in het algemeen bepaald niet populair. ‘Dit is een man die de oorlog gebruikt als instrument in zijn verkiezingscampagne,’ zegt Pjontkovsky, ‘iemand die op weg naar de macht duizenden lijken van Russische soldaten en Tsjetsjeense burgers achterlaat, die als fundering voor zijn ideologisch project van consolidering van de natie de haat tegen één bevolkingsgroep heeft gekozen en die langzaam een einde maakt aan wat nog overblijft van het recht op vrije meningsuiting.’

Herr Adamov Poetin is in 1952 in Sint-Petersburg, toen nog Leningrad, geboren een halfjaar voor de dood van dictator Jozef Stalin. Wanneer hij in 1975 aan de rechtenfaculteit van zijn geboortestad afstudeert, heeft de KGB hem al gerekruteerd. Het enthousiasme waarmee hij toehapt voor een carrière in de geheime dienst staat haaks op de vrijdenkende sfeer van de Leningradse universiteit en op de waarden die zijn mentor Anatoli Sobtsjak hem beweert te hebben ingepompt: democratie, vrije markt, respect voor de wet.

Over zijn eerste opdracht in het buitenland lopen de getuigenissen uiteen. Hij zou een korte tijd onder de cover van journalist voor het agentschap Tass als spion in Bonn hebben gewerkt, maar door de Duitse contraspionage vrijwel onmiddellijk zijn ontmaskerd. Vast staat dat hij naar Dresden in Oost-Duitsland wordt gestuurd met de opdracht agenten te rekruteren voor industriële spionage in het Westen.

Vladimir Poetin, alias Herr Adamov, de voorzitter van de Duits-Russische Vriendschapsvereniging benadert discreet de Volksgenossen die een uitreisvisum naar het Westen hebben aangevraagd. Vooral voor ingenieurs en informatici heeft Poetin-Adamov grote belangstelling. Volgens Der Spiegel lopen in Duitsland nog altijd agenten van Poetin rond die technologische informatie aan Rusland doorspelen. Hij spreekt vrijwel accentloos Duits en kan zelfs een paar dialecten nabootsen. Maar of zijn superieuren ook wild waren van de resultaten van Poetins rekruteringswerk is niet erg duidelijk.

Hij krijgt een bronzen medaille van zijn Stasi-collega’s in Dresden en verlaat de actieve dienst met de rang van kolonel. Op 37-jarige leeftijd komt hij in de reserve terecht – niet bepaald de bekroning van een schitterende carrière, zegt de voormalige KGB-agent Oleg Kaloegin, die naar het Westen is overgelopen. Poetin krijgt een baantje aan zijn oude Alma Mater waar hij als ambtenaar van de ‘Internationale Betrekkingen’ van de universiteit voort hand- en spandiensten blijft verlenen aan de inlichtingendiensten.

LOYALE SECONDANT

Intussen hebben glasnost en perestrojka hun intrede gedaan en Poetins voormalige rechtenprofessor, de onlangs overleden Anatoli Sobtsjak is een van de boegbeelden en geestelijke vaders van de hervormingen. De politieke carrière van Poetin begint als zijn vroegere mentor burgemeester van Sint-Petersburg is geworden en hem in zijn ploeg opneemt. Velen vragen zich af wat Sobtsjak bezielt om iemand uit ‘de organen’ aan zijn boezem te drukken. Is Poetin hem opgedrongen om een oogje in het zeil te houden of ziet Sobtsjak dan al in hem het potentieel van een toekomstige leider?

Sobtsjak heeft het zich in elk geval nooit beklaagd. Poetin was boven alles ‘loyaal’, zei hij in een interview kort voor zijn dood: ‘Hij is een man die niet in staat is te verraden.’ De burgemeester, een uithangbord van de democratische beweging van de eerste generatie en een jurist met een scherpe tong prefereert in 1996 de hoogste politieke cenakels in Moskou boven het handwerk van de gemeentepolitiek in Leningrad, inmiddels omgedoopt tot Sint-Petersburg.

Terwijl Sobtsjak in de hoofdstad de nieuwe Russische grondwet mee helpt schrijven, houdt Poetin ‘de winkel open’. Dat moet letterlijk worden begrepen. Poetin heeft in feite het dagelijks bestuur van de stad van Sobtsjak overgenomen. Hij leidt de stedelijke bureaucratie met ijzeren hand, wat hem de bijnaam ‘Stasi’ oplevert. Van zijn Duitse tijd heeft hij niet alleen bewondering voor alles wat Duits is maar ook een paar gezonde handelscontracten overgehouden. Hij kan de Dresdner Bank ervan overtuigen een vestiging te openen in de stad aan de Neva. De plannen van Sobtsjak om van Sint-Petersburg de financiële hoofdstad van het land te maken, blijken een hersenschim, maar de vice-burgemeester slaagt erin om een aantal buitenlandse investeerders aan te trekken: van Coca-Cola tot CréditLyonnais en het Japanse NEC.

KOMPROMAT

Maar Poetin komt ook in troebeler financiële vaarwaters terecht. Wie nu op zoek gaat naar kompromat, belastend materiaal over de toekomstige president, komt onvermijdelijk in die periode van wildwestkapitalisme in Sint-Petersburg terecht.

Poetin had het voor het zeggen in een periode dat de stad aan de Neva de bijnaam van Hoofdstad van de Misdaad en de Corruptie verwierf. Na de implosie van de Sovjet-Unie en de centraal geleide economie bestond de al of niet reële vrees dat de megasteden Moskou en Sint-Petersburg in de winter van 1991-92 zouden verhongeren. ‘Voedsel voor grondstoffen’ was de oplossing. Het idee was simpel: geef de stad de bevoegdheid om exportlicenties uit te delen voor de verkoop in het buitenland van olie en andere grondstoffen en koop er voedsel mee in de plaats. Poetin was niet de uitvinder van het systeem, maar hij kwam aan het hoofd te staan van een commissie die de exportlicenties zou toekennen.

Was hij naïef, miste hij de ervaring, of zat hij mee in de deal, feit is dat de KGB-man die ook een doctoraat in de economie kan voorleggen zich liet rollen door de ontluikende klasse van ‘entrepeneurs’ die in het ‘voedsel-voor-grondstoffen’-schema een vette kluif hadden gevonden. In die tijd was de roebel nog kunstmatig gebonden aan de dollar, één roebel was officieel één dollar waard, in werkelijkheid dertig keer minder. Het heette dat de prijs van een slof Marlboro-sigaretten op straat in Moskou overeenkwam met de officiële prijs van drie ton ruwe olie. Wie dus olie kon kopen tegen de officiële roebelkoers en die in het buitenland voor echte dollars tegen marktprijs kon verkopen, maakte fabelachtige winsten. Poetin deelde aan twijfelachtige firma’s – sommige speciaal voor de gelegenheid opgericht – exportquota uit voor ruwe olie, hout, koper en zeldzame metalen. Dat het fout zou lopen, was makkelijk te voorspellen. In ruil voor al die grondstoffen bracht een van de barterfirma’s twee scheepsladingen plantaardige olie naar de haven van Sint-Petersburg.

Het stadsparlement, de Lensovjet, richtte een onderzoekscommissie op en wou van Poetin tekst en uitleg. Marina Saller stond aan het hoofd van de commissie en ze heeft aan de episode een diep wantrouwen in Poetin overgehouden. ‘Poetin probeerde de onderzoekscommissie eerst te misleiden’, herinnert ze zich. ‘Hij weigerde de oorspronkelijke contracten met de barterfirma’s te laten zien.’ Poetin gaf de commissie een ‘samenvatting’. Toen de oorspronkelijke contracten uiteindelijk toch boven water kwamen, bleken ze op veel punten en wezenlijk van de ‘samenvatting’ af te wijken. De commissie wou het ontslag van Poetin, maar burgemeester Sobtsjak hield zijn beschermeling de hand boven het hoofd.

Poetins grondstoffenbarter was niet de enige twijfelachtige financiële deal onder Sobtsjaks burgemeesterschap. De liberale pers in Moskou en Sint-Petersburg rakelt een aantal schandalen op uit het begin van de jaren ’90 die een diepe financiële put achterlieten in de stadsbegroting: een megalomaan bouwproject ging op de klippen en kostte de stad 200 miljoen, een lening aan een ziekenhuis voor medische apparatuur kwam het stadsbudget op ruim zoveel te staan.

Burgemeester Sobtsjak ging onder in een geur van corruptie en wanbeleid. In de verkiezingen van 1996 stootte een grijze bureaucraat, Alexander Jakovlev, het liberale boegbeeld van de troon. De man die Sobtsjaks onfortuinlijke verkiezingscampagne had georganiseerd, Vladimir Poetin, bleef loyaal en nam uit solidariteit ontslag. ‘Beter hangen voor je loyauteit dan beloond worden voor verraad’, zou hij toen tegen vrienden hebben gezegd. Sobtsjak vluchtte kort daarop naar het buitenland: hij vreesde dat hij in de gevangenis zou terechtkomen. Vrienden en familieleden van Sobtsjak hadden voor een prik vastgoed in het centrum van de stad gekregen, maar de ex-burgemeester noemde zich een slachtoffer van ‘politieke vervolging’. Hij verbleef meer dan een jaar in ballingschap in Parijs en kwam pas terug nadat Poetin vorig jaar premier was geworden.

DICTATUUR VAN DE WET

In Poetins ‘Open Brief aan de Kiezer’ ontbreekt de rituele belofte niet een einde te maken aan de ontstellende corruptie in het land. De kandidaat-president belooft zijn landgenoten ‘de dictatuur van de wet’. Maar de eerste beleidsdaad van ‘mister clean’ was de spons vegen over alle mogelijke corruptiezaken waar de ‘Familie’ rond Jeltsin bij betrokken heet te zijn. Ook hier weer lijkt Poetins loyaliteit de ‘dictatuur van de wet’ in de weg te staan.

Na het debacle in Sint-Petersburg krijgt Poetin een bescheiden baan in het Kremlin van Jeltsin. Hij is de assistent van Pavel Borodin, de man die als een tsaar over het enorme vermogen van het Kremlin heerst: naar schatting 24 miljard frank aan vastgoed, vliegtuigen, edele metalen en juwelen. Poetin was erbij toen Borodin bijna vier miljard besteedde aan de renovatie van de historische Kremlinpaleizen. De Zwitserse firma Mabetex zou voor de opdracht miljoenen aan steekpenningen hebben betaald. Het Zwitserse gerecht vraagt nu de arrestatie van de hoofdverdachte Pavel Borodin, die intussen secretaris is geworden van de Slavische Unie, de toekomstige eenheidsstaat van Rusland en Wit-Rusland. Interim-president Poetin zwijgt. Net zoals hij zwijgt over de machtsgreep van de ‘oligarchen’ op de aluminiumsector. Boris Berezovsky en zijn bondgenoot Roman Abramovitsj hebben de controle verworven over zowat 70 procent van de Russische aluminiumindustrie.

Vladimir Poetin zegt dat hij niet van tevoren van de geruchtmakende overname op de hoogte was en dat het Anti-monopolieministerie de zaak zal onderzoeken.

In zijn Open Brief belooft Poetin dat hij de lat voor iedereen gelijk wil leggen: ‘Voor de oligarchen gelden dezelfde regels als voor de bakker en schoenmaker om de hoek.’ ‘Poetin vertelt algemeenheden’, zegt Andrej Pjontkovski. ‘Maar hij is het product van het roverkapitalisme. De oligarchen hebben hem gemaakt, het is dwaas te denken dat die man het systeem kan veranderen.’

Johan Depoortere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content