Patrick Martens

Vice-premier Johan Vande Lanotte gaat er andermaal voor: de economie moet verjongen en vernieuwen.

‘Polemisch durf ik te zeggen dat niet de vergrijzing het centrale thema van de volgende jaren wordt, maar wel de vernieuwing, de innovatie en de verjonging’, aldus Johan Vande Lanotte (SP.A). De vice-premier en minister van Begroting heeft zich verdiept in rapporten van de Leuvense professor Leo Sleuwaegen, de Hoge Raad voor Financiën, het Planbureau en andere (Europese) instanties. Die leren hem dat het niet langer opgaat om bij het vraagstuk van de vergrijzing voor de komende decennia een automatische welvaartsgroei te veronderstellen. Om die groei aan te houden, moeten meer mensen aan het werk – hogere arbeidskansen zijn vooral nodig voor jongeren, vrouwen, allochtonen en oudere werknemers, en dat in een economie die kwaliteitsconcurrentie laat primeren op prijsconcurrentie.

Nagelnieuw is die boodschap niet. Ze bouwt verder op de ‘Scharnierjaar-brief’, die Vande Lanotte begin 2004 met partijgenoot Frank Vandenbroucke schreef, maar die nog enigszins vastzat in een problematisering van de vergrijzing. Andere onderdelen zijn letterlijk overgenomen uit interviews die de minister vorig najaar gaf bij de opmaak van de federale overheidsbegroting voor 2005. Toen al was hij in zijn redenering over het verhogen van de activiteitsgraad ‘de vergrijzing voorbij’.

Maar Vande Lanotte gaat lang genoeg mee op het hoogste politieke niveau om te weten dat herhalen helpt. Bovendien is het moment voor zijn nieuwe inbreng niet toevallig gekozen. Europees gezien anticipeert die op de actualisering van de Lissabon-normen die de Europese Commissie onder leiding van José Manuel Barroso heeft aangevat. In eigen land komt hij net ná alle ellende met het nieuwe loonakkoord en net vóór het debat over de eindeloopbaan.

Met twaalf suggesties plaatst Vande Lanotte dat debat in een veel ruimer perspectief. Symboolthema’s zoals het brugpensioen zijn voor hem een gepasseerd station. Om meer mensen te activeren moet het gaan over onderwijs en opleiding, onderzoek en ontwikkeling, investeringskapitaal, een moderne arbeidswetgeving, knowhowexport door de dienstensector, enzovoorts. Dat mondt uit in een prikkelend axioma: hoe meer mensen beschikbaar zijn voor werk, hoe meer de werkgelegenheid zal stijgen. En om de puntjes helemaal op de i te zetten, koppelt Vande Lanotte dat alles aan een budgettaire orthodoxie die resulteert in minder overheidsschulden en reëel spaargeld in het Zilverfonds.

Dit opzet voor de toekomst moet alle traditionele politieke krachten kunnen overtuigen. Het kan ook niet slagen zonder bijdragen van alle regio’s. Het vergt tevens dat alle sociale partners uit de loopgraven komen. De waarschuwing van Vande Lanotte dat de kruik zolang te water gaat tot ze barst, heeft een algemene geldigheid.

Patrick Martens

Het axioma-Vande Lanotte: hoe meer beschikbare arbeidskrachten, hoe meer werkgelegenheid.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content