De gevreesde weken zijn daar. Wat nu?

Teleblok is bereikbaar van 19 mei tot 27 juni op het groene nummer 078 15 40 60.

Elk jaar opnieuw raken jonge mensen in de knoei tijdens de examenperiode. Daarom zet de dienst Jeugd en Gezondheid van de Christelijke Mutualiteiten al sinds 1989 Teleblok op, een anonieme telefonische hulplijn voor studenten, hun ouders en hun vrienden. Wat dat in de praktijk betekent, vroegen we aan Bie Callens, die in West-Vlaanderen instaat voor de uitbouw van een centrale en de vrijwilligersploeg.

BIE CALLENS: Er zijn heel wat jongeren die gedurende de examens echt bij niemand hun verhaal kwijt kunnen of van niemand hulp kunnen krijgen. Soms dénken ze alleen dat ze van niemand hulp kunnen krijgen, maar dat komt eigenlijk op hetzelfde neer. Dan zijn onze vrijwilligers er: ze luisteren, nemen paniek weg en zoeken eventueel samen met de beller een oplossing. Wíj kunnen hun probleem niet oplossen, maar we maken de student wel sterker en we zoeken samen naar uitwegen. Als het echt nodig is, kunnen we doorverwijzen naar Centra voor Leerlingenbegeleiding, naar een Centrum voor Geestelijke Gezondheid, naar artsen of naar bijvoorbeeld het Jongeren Adviescentrum in de buurt. Die diensten zijn evenwel alleen maar tijdens de kantooruren open en ze hebben vaak lange wachtlijsten. Onze vrijwilligers zijn van elf uur ’s morgens tot elf uur ’s avonds bereikbaar, ook in het weekend.

Die vrijwilligers zijn altijd anoniem?

CALLENS: Kijk, het is gemakkelijker om te bellen als je noch je naam noch je gezicht moet vrijgeven. Dat blijkt ook uit andere telediensten. Wie onze vrijwilligers belt, kan vrijuit praten, kan alles vertellen en hoeft geen enkel moment bang te zijn om die man of vrouw aan de andere kant van de lijn bij de bakker of de slager tegen te komen.

Dat betekent natuurlijk dat ook onze medewerkers anoniem blijven. Zo worden ze ook beschermd: het kan niet dat een student na een goed gesprek de vrijwilliger gaat opzoeken.

Waarvoor bellen mensen eigenlijk?

CALLENS: Jongeren bellen vooral over studieproblemen. Ze willen weten of hun studiemethode in orde is, ze willen samen met een derde persoon hun planning overlopen, soms bellen ze ook met vragen over de cursus.

Vlak daarna komen – en dat is logisch – alle psychische moeilijkheden die het studeren kunnen beïnvloeden: faalangst, examenvrees, stress, depressies, concentratiemoeilijkheden.

En voorts gaat het over moeilijkheden met hun ouders of broer en zus. Moeilijkheden met een leerkracht of docent, die ze ervan verdenken de pik op hen te hebben. Maar ook ruzies met hun beste vriend of vriendin kunnen het studeren echt bemoeilijken. Iedereen heeft het druk, ook vrienden en ouders zijn zenuwachtig. Teleblok daarentegen maakt juist dán tijd voor een rustige babbel.

Iedereen weet dat stress en angst ook je lichaam beïnvloeden. Vaak komen jongeren eerst met studieproblemen, die vaak fysieke klachten of psychische problemen verbergen.

Bellen ouders en vrienden ook?

CALLENS: Ja, ouders bellen meer en meer. Met de vraag: wat kan ik doen, hoe begeleid ik het best mijn kinderen? Soms bellen ouders zelf en geven dan hun zoon of dochter door. Kinderen kunnen zo nerveus worden dat ouders ook niet meer weten hoe ze het moeten aanpakken. Dan bellen ze. Vrienden doen dat veel minder.

Dat vraagt veel van de vrijwilligers.

CALLENS: Reken maar. We kiezen onze vrijwilligers dan ook met veel zorg. Na een kennismaking volgen ze een intensieve basisvorming. Het woord zegt het zelf: we leren de algemene principes van anonieme telefonische hulpverlening aan (….), plus ook de heel eigen principes van Teleblok. Centraal staat het leren luisteren. Maar ook: wat is stress, faalangst, studieplanning, studiemethode en hoe ga je als vrijwilliger daarover praten met de anonieme beller?

Moeten we ons dat voorstellen als een rollenspel? Ik ben de bange student, jij bent de hulpverlener?

CALLENS: Het start met heel eenvoudige oefeningen in het leren luisteren en in het rustig leren praten – iemand vertelt iets en je moet het correct navertellen. Er zijn ook simulaties op band. Naar het einde toe zijn er echte simulaties, ook van moeilijke telefoons: de beller huilt, zegt niets.

Na de basisvorming komen ze dan in een centrale terecht, waar ze in een permanentie meedraaien. Tussendoor kunnen ze hier altijd bij coaches terecht voor feedback en intervisie. Eenmaal ze aan het werk zijn, laten we ze dus niet in de steek. Het kan echt wel moeilijk en belastend zijn om aan de telefoon te zitten. Een degelijke coaching en voortdurende vorming zijn dus nodig.

Misjoe Verleyen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content