Veel pracht en praal. Branagh filmt er maar op los in zijn momumentale ?Hamlet?.

Het doet er niet echt toe of je nu de lange versie van ruim vier uur ziet of de gehalveerde van de monumentale ?Hamlet?-verfilming van en met de Noord-Ier Kenneth Branagh. Geen van beiden deugt. De twee uur durende versie is allicht nog onsamenhangender en chaotischer. Nadat Hamlet bijvoorbeeld de dood van Ophelia ( Kate Winslet) verneemt, krijgen we meteen de scène waarin de fatterige Osric ( Robin Williams) het finale duel aankondigt, iets waarop Hamlet heel opgewekt reageert. Waar is plotseling de rouwende prins gebleven ? Branagh gooit meteen alle psychologische waarachtigheid overboord, maar dit is niet het enige waar het schoentje knelt.

De productie gaat alle richtingen uit. Meestal laat Branagh erg toneelmatige taferelen afwisselen met snelle, verwarrende montages die vermeend cinematografisch zijn. De visuele drukdoenerij onthult vooral de chronische ongevoeligheid voor het filmmedium bij theaterman Branagh. De man die zichzelf maar al te graag als de troonopvolger van Laurence Olivier ziet, denkt dat alles wat snel beweegt automatisch filmisch is. Erger is dat er enig zinvol concept ontbreekt in deze Hamlet travestie. Branagh die eerder al met groot commercieel succes ?Henry V? en ?Much Ado Abouth Nothing? verfilmde, overdondert ons met de ene vondst na de andere ; af en toe is het per toeval raak, maar meestal zit het er flink naast. Branagh probeert vergeefs om de historische kampioen van de besluiteloosheid tot een actieheld te transformeren. Het drukke gedoe met de camera zet echter de literaire origine van Hamlet nog meer in de verf. In plaats van ?words, words, words? krijgen we beelden, beelden en nog eens beelden, maar veel zeggen doen ze niet.

Alle zogeheten ?briljante? ideetjes van Branagh werken niet. Neem nu de meest spectaculaire : de dwarse keuze van het decor. Branagh verplaatst de handeling van een middeleeuwse koude spookachtige burcht in Denemarken naar een riant kasteel in de negentiende eeuw. Branagh heeft er (in Newsweek) een uitleg voor : ?Het was een periode toen grote families over Europa heersten, een tijd van allerlei politieke onderhandelingen, gearrangeerde huwelijken en familie-intriges.?

Daarmee geeft Branagh ook meer gewicht aan de politieke dimensie van het stuk. Er wordt gemanipuleerd, gekonkeld en gecomplotteerd dat het niet schoon is, maar het is vooral de toekomst van de staat die op het spel staat. Claudius heeft niet alleen zijn broer vermoord, hij heeft daarmee vooral zijn neef Hamlet de troon ontzegd. En dit is een Hamlet die doodgraag op de troon zou zitten.

De voornaamste set is een met spiegels afgezette wapenzaal waar iedereen er in groot tenue bijloopt. In plaats van de gebruikelijke somberheid van het doolhofachtige Elsinore, krijgen we hier royale glanzende ruimten die bijna verblindend zijn uitgelicht. Alles is groots, verpletterend en nadrukkelijk blootgesteld. Nergens een hoekje om je te verbergen, nergens een plekje voor intimiteit, terwijl Branagh toch de seksuele dimensie benadrukt : korte flash backs tonen dat de liefde van Hamlet voorOphelia ook fysiek voltrokken werd. In plaats van melancholie en introspectie, geeft Branagh ons schouwspel en bijzonder slecht geregisseerde actie.

IN THE STATE OF DENMARK

Oké, het decor is fraai, maar het is allemaal uiterlijk vertoon, spektakel om het spektakel. De openheid en statige symmetrie van het kasteel vloeken met de intriges en kuiperijen die erin worden opgevoerd. De twijfelaar Hamlet mag nu zijn ?To be or not to be? tirade debiteren voor een reusachtige spiegel, wat wel mooi past bij het narcisme van de sterregisseur maar ons niet veel wijzer maakt over de tragiek van zijn personage.

En dan is er de manie om voortdurend met de camera rond de personages te tollen, totaal zinledige bewegingen die bovendien de aandacht afleiden van de verzen die worden gedebiteerd. Dit is dan wel de grootste paradox van dit fiasco : dat iemand die zo vertrouwd is met het werk van de Bard, voortdurend de foute beslissingen neemt en verkeerde keuzes maakt die geen recht doen aan tekst en drama.

Van hetzelfde laken een pak voor de gastoptredens van al die beroemde Amerikaanse en Engelse sterren, onder wie Shakespeare-experten maar ook komieken die voor ’t eerst in hun leven iets in versvorm lijken te lezen. Telkens als er een of andere beroemdheid zijn opwachting maakt, word je afgeleid van de essentie. Daar gaat Jack Lemmon die als Marcellus ?Something is rotten in the state of Denmark? mag zeggen ; Billy Crystal die het graf van Ophelia mag delven ; Chuck Heston die de koning speelt in het stuk, Gérard Depardieu als vleesklomp die geen snars begrijpt van het Engels dat hij staat af te rammelen.

Er zijn ook goede vertolkingen het zou er nog aan mankeren , Derek Jacobi als de verderfelijke koning (het was zijn Hamlet-vertolking op toneel die Branagh in de eerste plaats aan het dromen zette) en, terug van weggeweest : Julie Christie als de trieste koningin.

En Branagh zelf als de blondgeverfde Hamlet ? De rol biedt hem zeker het podium voor zijn megalomanie. Zijn extroverte prins is even doortastend als stoutmoedig, even geagiteerd als luidruchtig. Een Hamlet die niets anders doet dan roepen en tieren, de mensen voor de gek houdt en op alle mogelijke manieren wil overtroeven. De hele film in een notendop.

Patrick Duynslaegher

Branagh en Michael Maloney in Hamlet : nergens een hoekje om je te verbergen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content