Guy Verhofstadt wil de komende jaren aan zet blijven. De ambitie om het land te hervormen is groot.

Toen Guy Verhofstadt in 1991 mislukte in zijn formatieopdracht, maande wijlen koning Boudewijn hem naar verluidt aan tot kalmte: “Uw tijd komt nog wel”. Zijn tijd is er nu. Maar het kostte wel lange omzwervingen, geen eenduidig profijt (twee procent) en hij komt terecht in een allervreemdste politieke constellatie. Het politieke landschap is versplinterd.

De regeringsvorming belooft aartsmoeilijk te worden en de agenda is niet min. Kreeg u een vergiftigd geschenk van de kiezer?

Guy Verhofstadt: Dat onze winst matig zou zijn, is relatief. Bij mijn eerste verkiezing in 1984 zaten we op veertien procent. Sindsdien zijn we bij elk van de zes verkiezingen gegroeid, en dat is uitzonderlijk in de Belgische politieke geschiedenis. Het klopt dat het landschap versplinterd is, maar binnen dat veelkleurige beeld is er voor ons één constante groei te zien. Dat houdt ook voor de toekomst een zeer grote waarborg in. Onze partij heeft het ook in het verleden nooit moeten hebben van een spectaculaire oppositie gevolgd door een afgang in de meerderheid.

De kiezer gaf de politiek duidelijk een mandaat voor verandering, maar niet ondubbelzinnig voor de liberale verandering.

Verhofstadt: Dat weet ik niet. In Antwerpen hebben we meer dan twintig procent. Dat was vroeger onvoorstelbaar. Deze verkiezing was een ondubbelzinnige roep voor verandering en de liberale stam is daarbij zo breed geworden dat ze ervoor als hefboom zal dienen.

In uw eigen stad, Gent, is de score niet denderend.

Verhofstadt: Voor de senaat is de score goed, niet voor de kamer (met lijsttrekker Geert Versnick, fr). We gaan in het ganse arrondissement vooruit, behalve in de stad, en dat heeft alles te maken met het mobiliteitsplan.

Toen u in 1991 aan zet was, was paars evidenter dan vandaag. De kiezer heeft de hele Wetstraat in een totaal andere politieke context gemanoeuvreerd. Elke klassieke coalitie, inclusief paars, wordt moeilijk.

Verhofstadt: In 1991 stonden we ongeveer op gelijke voet met de socialisten, nu zijn wij groter. De komende dagen moet er een evaluatie worden gemaakt. Nogmaals, zeker is voor ons alleen dat de liberale familie de hefboom levert. We moeten nagaan welke partners er kunnen meedoen. Eerst moet er zicht zijn op wie welke verandering wil doorvoeren voor dat brede scala van nieuwe maatschappelijke thema’s: kwaliteit van het leven, volksgezondheid, enzovoort.

Voor 13 juni stelden jullie het voor alsof de dioxine-affaire vooral een zaak van slecht bestuur was. De winst van Agalev bewijst dat voor de kiezer de inzet minstens evenveel leefmilieu en volksgezondheid was.

Verhofstadt: Het is een bewijs van slecht bestuur, zoals de affaire- Dutroux. Maar het is evident ook een zaak van volksgezondheid. Natuurlijk heeft de VLD meer de ene kant uitgespeeld, maar dat is tactiek. Anders hadden we campagne voor iemand anders gevoerd. De kern van de zaak is dat er op 13 juni overduidelijk een heel systeem is afgestraft, een manier van regeren in al zijn facetten, waarbij het algemeen belang – of dat nu om volksgezondheid of justitie gaat – ondergeschikt wordt gemaakt aan corporatistische belangen. De veroordeling van het systeem zou er ook zonder de dioxinezaak gekomen zijn.

De kans is niet gering dat er de komende jaren nog “ongelukken” zullen gebeuren.

Verhofstadt: Dat is de paradox. Het volstaat om een aantal werkstukken van commissies bij elkaar te leggen om te zien dat er de afgelopen jaren slecht bestuurd is. Heel wat van de gemaakte analyses, van Rwanda tot Dutroux en van ABOS tot de vleesfraude, vormen een goed uitgangspunt. En daar willen we ons in vastbijten. Maar ik wil dat we in de komende regeerperiode ook sneller op het terrein resultaten zien. Een nieuwe legislatuur moet beginnen met een aantal projecten die onmiddellijk worden aangekondigd zodat ze in de loop van de regeerperiode kunnen worden uitgevoerd en tegen het einde zichtbaar zijn. We moeten een inventaris maken van alle grote maatschappelijke problemen. Van de kwaliteit van het leven over de sociale zekerheid tot de werking van het leger. Tien jaar na de val van de Berlijnse Muur zitten we nog altijd met een leger van voor 1989. Ook sociaal-economisch moeten we de drie à vier grote krachtlijnen die nodig zijn om de activiteitsgraad te verhogen, in kaart brengen. En dat moet je bij het begin van een regeerperiode doen. Als je eraan begint, moet het iets uitstralen. Het moet een ziel hebben, een geloof. Dat is ons programma: de hervormingen zo snel mogelijk op stapel zetten, gekoppeld aan een nieuwe stijl van regeren en besturen.

Budgettair wordt het niet makkelijk. De politiehervorming moet nog worden betaald, de economische gevolgen van de dioxinezaak…

Verhofstadt: En er is de rentestijging, ik weet het. Maar ik heb in een regering gezeten in budgettaire omstandigheden die penibeler waren dan vandaag het geval is. Niet alle maatschappelijke hervormingen hoeven veel te kosten.

En de sociale zekerheid?

Verhofstadt: Ook daar dringt zich meer creativiteit op. Mij zal je niet meer horen zeggen dat je de sociale bescherming moet terugschroeven om de economische motor op gang te brengen. Sociale bescherming en groei gaan samen, dat is de synthese die ook in onze buurlanden al lang is gemaakt. Hier moeten we niets nieuws uitvinden. Het Nederlands model bestaat wel degelijk en het werkt.

Als de PRL doorzet met paars, moet u straks ook nog de PS van uw geloof overtuigen.

Verhofstadt: Het is niet omdat Wallonië voor paars zou kiezen dat dat ook bij ons het geval moet zijn. Ik verzet mij tegen de logica dat we in Vlaanderen moeten toepassen wat Wallonië eerst beslist heeft. Dat is alvast één oude Belgische gewoonte waar we willen mee breken.

Filip Rogiers

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content