De Duitse politici schrikken ervoor terug om de oorlog in Kosovo tot hét the- ma van de Europese verkiezingen te maken. De Groenen namen het risico wel.

Op de hoofdkwartieren van de politieke partijen in Bonn liggen de veelkleurige folders klaar die de kiezers op 13 juni naar de Europese verkiezingen moeten lokken. De grote partijen hebben er werk van gemaakt. De folders zijn het resultaat van maandenlange brainstorming en dure politieke marketing. Niet een van de voorspelbare onderwerpen, zoals werk en euro, ontbreekt en alles werd met professionele zorg op papier gezet. Het valt dus des te meer op dat de oorlog in Kosovo helemaal niet ter sprake komt. Die kwam te laat voor de propagandamachine en bovendien zijn de topkaders er niet uit hoe je van deze demonstratie van de Amerikaanse militaire kracht een electorale troef kunt maken.

Kosovo maakt in Duitsland (nog meer dan in Frankrijk) politieke energie vrij en roept fundamentele vragen op over Duitsland en de Unie. Alle commentaren en ieder debat over Kosovo eindigt met een discussie over het doel van de Europese integratie. In Frankrijk houdt Kosovo vooral de intelligentsia en een selecte politieke club bezig. In Duitsland is de betrokkenheid directer, want concreter. Dat heeft met geografie te maken, maar ook met de vele vluchtelingen en met het eigen verleden. Nu reeds heeft Duitsland veel meer Kosovaarse vluchtelingen opgenomen dan Frankrijk en Groot-Brittannië samen en dat is niet alleen door berekening ingegeven. In Kosovo is de Bundesrepublik voor het eerst in haar geschiedenis buiten de grenzen militair actief. Zoiets roept beklemmende herinneringen op, ook bij de modale burger.

Bij de Europese verkiezingen van 1994 kwam 60 procent van de kiezers naar de stembus. In vergelijking met de “modeldemocratie” Nederland, waar slechts 36 procent opdaagde, was het een meer dan behoorlijke opkomst. Ondanks de groeiende irritatie bij de bevolking en de media over de Brusselse vetpotten en het vele gesjoemel zou de opkomst op 13 juni zelfs hoger kunnen liggen. Dan moeten de politieke partijen wel de oorlog in Kosovo in de Europese verkiezingsstrijd durven gooien. Tot nu toe hebben alleen de Grünen de stap gezet. Niet van harte, maar noodgedwongen, omdat hun pacifistische identiteit werd bedreigd én de positie van hun boegbeeld, minister van Buitenlandse Zaken Joschka Fischer.

Voor de oppositie gaat het op 13 juni in de eerste plaats om het binnenland. Het is de eerste nationale verkiezingsslag sinds de parlementsverkiezingen van eind september ’98, die de SPD van Gerhard Schröder aan de macht hebben gebracht. Het Beierse woelwater, minister-president Edmund Stoiber, decreteerde vanuit München wat de inzet was. “De Europese verkiezingen worden een plebisciet over de regeringspolitiek.”

EUROPA IS ONBELANGRIJK

In 1994 haalde CDU/CSU 38,8 procent van de stemmen, wat beduidend meer was dan de SPD die slechts 32,2 haalde. Met 4,1 procent kwamen de liberalen toen niet eens over de kiesdrempel, terwijl de Groenen hun beste resultaat ooit behaalden: 10,1 procent. Het bracht hen twaalf zitjes in het parlement op. Volgens de laatste peiling halen de Groenen nu met moeite 6 procent, evenveel als de postcommunisten van de PDS. De FDP daarentegen blijft beneden de kiesdrempel, terwijl de socialisten op 36 procent uitkomen. Ruim 5 procent minder dan bij de parlementsverkiezingen van september, maar winst in vergelijking met 1994. Winst is er ook voor CDU/CSU die met 41 procent veruit de grootste politieke formatie blijft. In het Konrad Adenauer-huis in Bonn, waar de CDU kantoor houdt, is woordvoerder Ralf Weidnet er nochtans niet gerust op. “Meer dan de helft van de ondervraagden twijfelt nog of ze zullen stemmen. De peiling is bijgevolg zeer onbetrouwbaar. Misschien gaat het zelfs om manipulatie en werden de cijfers bekendgemaakt om ons overmoedig te maken, zodat we op onze lauweren gaan rusten.”

In tegenstelling tot de andere partijen komt de CDU niet met een nationale lijst. Elke deelstaat heeft een eigen lijst en bovenaan prijkt telkens een aftredend europarlementslid. In tegenstelling tot vele andere landen wordt er in Duitsland niet voortdurend tussen nationale en Europese mandaten gewisseld en oudgedienden of voormalige ministers krijgen zelden een zitje in het Europees Parlement cadeau. In Nordrhein-Westfalen trekt Elmar Brok de lijst en in Nedersaksen Hans-Gert Pöttering. Allebei hebben ze de ambitie om Wilfried Martens op te volgen als fractieleider van de EVP en het vervolgens tot voorzitter van het parlement te schoppen. In stilte hopen ze zelfs op een plaatsje in de commissie van Romano Prodi.

Als de CDU/CSU een schitterend resultaat neerzet en de Groenen verder terrein verliezen en onder de drempel eindigen, is het haast uitgesloten dat de partij van Fischer een Europees commissaris krijgt. Zo staat het nochtans in het regeerakkoord en de christen-democratische oppositie noemde dat een aanslag op het Europees consensusbeleid in Duitsland. Onder Helmut Kohl en de centrum-rechtse coalitie kreeg de SPD altijd een Europees commissaris. Ook in Groot-Brittannië, Frankrijk en Spanje, die eveneens twee commissarissen tellen, is het de regel dat de oppositie niet in de kou blijft staan. Prodi wil die traditie natuurlijk voortzetten. Uit lijfsbehoud, want zo kan hij de Duitse groep binnen de rumoerige EVP-fractie onder controle houden.

De tussentijdse verkiezingen in Hessen van februari – de CDU ging er bijna 4 procent vooruit – toonden aan dat rood-groen kwetsbaar is. De oppositie heeft dan ook weinig scrupules om van de Europese verkiezingen een binnenlandse test te maken. In navolging van Stoiber wil ook de voorman van de FDP Guido Westerwelle van 13 juni een protest tegen de regering-Schröder maken. De verleiding is des te groter omdat de Europese verkiezingen de burger niet echt bezighouden. Volgens Manfred Güllner van het onderzoeksbureau Forsa is Europa voor de kiezer onbelangrijk en onbegrijpelijk. “Zelfs de gemeenteraadsverkiezingen boeien de mensen meer.”

Ook de SPD-top beseft nu dat de campagne lood in de vleugels heeft. Ondanks de aanwezigheid van kanselier Schröder was de opkomst op de eerste grote meeting in het Revierpark in Dortmund lager dan verwacht. Voormalig parlementsvoorzitter en lijsttrekker Klaus Hänsch was er niet echt met zijn gedachten bij. Tot twee keer toe had hij het over de verkiezingen van 17 juni en telkens moest Schröder hem corrigeren. De thema’s van de folders kwamen tijdens de toespraken nauwelijks aan bod, wegens Kosovo…

DE KLAARHEID DIE U VROEG

In België is de gewenning aan de oorlog in Kosovo haast een feit. De coalitie wordt er helemaal niet door verstoord en niemand die het premier Jean-Luc Dehaene (CVP) echt moeilijk maakt en vraagt hoeveel tijd je de militairen nu wel moet gunnen. Sinds tv-kijkend Vlaanderen zo gul in de portefeuille heeft getast, is de crisissituatie weer toegedekt en haalt de slag om de pensioenen het weer op die van Kosovo.

Maar in Duitsland worden de bombardementen nog lang niet gebanaliseerd. Het inzetten van Duitse militairen in een oorlogssituatie is te nieuw en brengt velen die van het pacifisme hun politiek credo maakten in gewetensnood. Als het op het buitengewoon congres van de Grünen in de sporthal van Bielefeld tot zulke emotionele en bij momenten pijnlijke ontladingen kwam, is dat dus niet alleen de schuld van gemaskerde “autonomen”. “In ieder van ons”, aldus de fel geviseerde Fischer, “schuilt de twijfel. Niemand kan er zich aan onttrekken, want het gaat om onze politieke ziel.”

Met het cynisme dat de eigen commentaren doorgaans kenmerkt, hebben vele Duitse media zich verkneukelt in het schouwspel dat in Bielefeld werd opgevoerd. Dit was het definitieve einde van alle groene mythes. Met hun afscheid van het pacifisme onderscheidden de Grünen zich nauwelijks nog van de traditionele partijen. Ook voor hen was alles ondergeschikt aan ministerposten en politieke macht.

Ongetwijfeld heeft de regeringsdeelname de standpunten beïnvloed en kan Joschka Fischer met evenveel brio en talent de onmiddellijke stopzetting van de bombardementen verdedigen als het tegendeel. Er is immers geen eenduidige waarheid en de stellingen worden gekleurd door de plaats in het raderwerk. Fischer, die onderhand wel weet waartoe principiële rechtlijnigheid en absolute standpunten kunnen leiden, stond erop dat de partij nu de consequenties trok uit vroegere beslissingen. “We wisten waar we aan begonnen.” Ondanks de fluitconcerten, de scheldwoorden, een verfbom en een gehavend trommelvlies gaf Fischer geen krimp. Een onvoorwaardelijke stopzetting van de bombardementen zou zonder hem moeten gebeuren. “U vroeg klaarheid, wel u hebt ze. Ik wil dat u me rugdekking geeft en me geen knuppel tussen de benen gooit.”

Het was even jammer als onbegrijpelijk dat niemand van de Vlaamse groenen in de arena van Bielefeld opdook. Voor dit bedenkelijk verzuim bestaan geen verontschuldigingen. Dit debat zal voor Duitsland, Europa en de hele groene beweging verreikende gevolgen hebben. Agalev kan er alleen maar baat bij vinden om hierop tijdig te anticiperen. Trouwens, ook bij de Vlaamse groenen die zich vooralsnog in het “comfort” van de oppositie koesteren, smeulen veel onbeantwoorde vragen over de Navo-strategie. Tot dusver kwamen ze nauwelijks aan de oppervlakte en de leiding hoedt er zich voor om deze moeilijke discussie op te starten. Het electoraal belang zou er niet mee gediend zijn.

NIETS TE VERTELLEN IN DE NAVO

Voor de eerste keer in de twintigjarige geschiedenis van de Duitse groenen moest een congres onder politiebewaking en achter prikkeldraad doorgaan. Ruim vijftienhonderd manschappen stonden paraat en dat was geen overbodige luxe. Zonder hun optreden had het “pacifistisch geweld” het congres onmogelijk gemaakt.

Ook dat vertoon maakte duidelijk dat een hoofdstuk is afgesloten. De vroegere protestpartij is op haar beurt een schietschijf voor misnoegden en gedreven wereldverbeteraars. Voor die lieden is Fischer de kwade realo-geest bij uitstek. Daarin hebben ze niet volledig ongelijk, want zonder Fischer zaten de groenen nog in de oppositie. Weliswaar met keiharde standpunten, schone handen en een zuiver geweten.

Minister Fischer denkt en handelt in andere categorieën. “Het gaat er niet om of we hier vanavond met een goed geweten vertrekken, wel of we de beslissingen nemen waardoor de vluchtelingen terug naar huis kunnen keren. Dat is de enige, juiste maatstaf en alleen als die voorwaarde is vervuld, kun je over vrede spreken.”

De onvoorwaardelijke en onmiddellijke stopzetting van de bombardementen werd met 444 (bijna 60 procent) tegen 319 stemmen afgewezen. Fischer kan in de regering blijven, maar zal zeer binnenkort wel een diplomatieke doorbraak moeten forceren. Als de bommenregen onverminderd voortgaat, komt het opnieuw tot een aanvaring met de achterban. Nu reeds kondigden enkele afgevaardigden aan dat ze de partij verlaten, terwijl anderen ervoor bedankten om zich voor de Europese verkiezingscampagne in te zetten.

Het is niet de eerste dissidentie waarmee de Grünen worden geconfronteerd – de huidige minister van Binnenlandse Zaken Otto Schilly hield het een paar jaar geleden al voor bekeken en stapte over naar de SPD – maar deze keer komt ze wel zeer ongelegen. Als het interne gerommel aanhoudt en de partij op 13 juni niet over de kiesdrempel komt, tikt er een tijdbom onder de coalitie en riskeren de Duitse groenen op hun beurt onoverzichtelijke collaterale schade. De vraag is of het de Navo een zorg zal zijn en of de Duitse ambassadeur bij de Verdragsorganisatie, de persoonlijke medewerker van voormalig kanselier Kohl Joachim Bitterlich, veel zal ondernemen om de groene desiderata bij de Navo-top aan te kaarten.

Tijdens zijn vlammende toespraak in Bielefeld wees Fischer erop dat hij werkelijk alles had gedaan wat menselijkerwijze mogelijk was om de oorlog te voorkomen. “Geen enkel land nam meer diplomatieke initiatieven dan Duitsland.” Niemand die het betwiste – ook Bärbel Höhn, de milieuminister van Nordrhein-Westfalen, gaf toe dat Fischer zich erg had ingespannen. “Joschka, het probleem is dat je niets hebt bereikt. Zelfs de Chinezen, die tot dusver neutraal bleven, werden in het kamp van de Serviërs gebombardeerd. De waarheid is dat Duitsland in de Navo niets te vertellen heeft.”

Die opinie wint voortdurend veld en veroorzaakt groeiende frustratie. In Bielefeld werd meermaals naar een artikel in Die Zeit verwezen dat onthulde hoe Bill Clinton Schröder en Fischer op 12 oktober vorig jaar – de nieuwe regering was niet eens aangetreden – voor het blok zette. Het blad citeert Fischer: “We kregen vijftien minuten de tijd om over oorlog en vrede te beslissen en ik begrijp nog altijd niet waarom we toen onmiddellijk ons akkoord voor een Navo-aanval moesten geven.”

Vlugger dan verwacht leerde de Duitse regering hoe het er in de Navo werkelijk toegaat. Echt enthousiast zijn ze daar niet over en alles wijst erop dat de pas verworven kennis Schröder & Co. zal aanzetten om nu vlug aan een eigen Europees defensie- en veiligheidssysteem te werken. Op de Europese top begin juni in Keulen wordt het een belangrijk agendapunt, want het is een anomalie dat de Unie hierin niets kan ondernemen zonder het fiat van Washington.

Of de Europese kiezer daarmee akkoord gaat, is lang niet zeker. Nu de eerste emoties rond Kosovo wegebben, dringt het besef door dat het Westen aan een heel ongewone oorlog is begonnen. Hans Magnus Enzensberger heeft het over een historisch novum. “Alle klassieke redenen waarom oorlogen werden gevoerd, ontbreken. Het Westen wil geen grond veroveren en evenmin gaat het om afzetmarkten of grondstoffen. Hoe ongelooflijk ook, toch blijkt het humanitaire de enige reden te zijn.”

Dat strookt niet met de traditionele belangenbehartiging van nationale staten en dat veroorzaakt groeiend scepticisme. Ook al omdat ethische oorlogen evengoed als alle andere vuile oorlogen zijn. “Het is een dwaling”, zo schreef de minzame bevechter van het despotisme György Konrad, “om uit naam van de mensenrechten mensen te bombarderen.”

Was Konrad in Bielefeld geweest, had hij tegen Fischer gestemd.

Paul Goossens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content