Henri graaf d’Udekem d’Acoz heerst als burgemeester op feodale wijze over Poperinge. Maar de oppositie loopt zich warm.

‘Een prinses was ze toen nog niet, maar kleine Mathilde wist ongetwijfeld ’t Couthof in Proven liggen. Samen met mama en papa Patrick bezocht ze meermaals het domein waar vader en haar ooms Raoul en Henri opgroeiden. Ze deed kopjerol in het gras, liep tussen de groenten door in de serre, haalde halsbrekende toeren uit op het bruggetje boven de vijver en speelde met haar zussen verstoppertje tussen de honderden bomen en struiken. Ja, ’t Couthof was de speeltuin van kleine Mathilde. Dankzij een zekere Filip is het decor van het familiegoed van de d’Udekems nu prinselijk terrein. En mag Tuin en Beeld-part three bogen op een locatie met prinselijke allures (…) Of de graaf er met zijn charmes in slaagt zijn nichtje prinses Mathilde en haar gemaal prins Filip naar de openingsreceptie van Tuin en Beeld III te halen, blijft nog een goed bewaard geheim.’

Zo kondigt een lokaal tijdschrift het derde Tuin en Beeld-Rotaryweekend aan, dat eind april wordt gehouden in en rond het negentiende-eeuwse kasteel van Henri graaf d’Udekem d’Acoz, de CVP-burgemeester van Poperinge. Het illustreert hoe ‘de baron’ het huwelijk van zijn nichtje met ’s lands troonopvolger laat exploiteren. Naar aanleiding van dit prinselijk huwelijk werden hij en een dozijn familieleden begin december door de koning tot graaf of gravin gepromoveerd. Toen had de mediagekte van hem al een Bekende Vlaming gemaakt. Tot verbazing en ergernis van al wie ‘de baron’ echt kent. Hij die in september vorig jaar nog aarzelde om bij de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2000 opnieuw kandidaat te zijn, ‘kan nu niet anders’. Zegt hij zelf. Hij voelt zich zowaar geplebisciteerd.

Hoewel Henri d’Udekem d’Acoz – ‘uit te spreken met de z van Condroz’ – bij de jongste parlementsverkiezingen nog een relatief groot aantal voorkeurstemmen behaalde (2380 in het kanton Poperinge en 9260 in de kieskring Veurne-Diksmuide-Ieper-Oostende) is de CVP sinds enkele jaren niet onverdeeld gelukkig met haar burgemeester in Poperinge. In vergelijking met de parlementsverkiezingen van 1995 verloor hij 2081 stemmen. Al tijdens de verkiezingsnacht van 21 mei 1995 sloeg de schrik de regionale CVP-kopstukken om het hart toen een derde zetel in de Vlaamse Raad voor de Westhoek – en dus voor Henri baron d’Udekem d’Acoz – zou zijn. Terwijl de CVP hem slechts als stemmentrekker en vooral niet als mogelijk lid van de Vlaamse Raad op de lijst had geplaatst. Die zetel ging uiteindelijk naar Kortrijk. En ‘baron Henri’ bleef burgemeester van Poperinge, voorzitter van de provincieraad van West-Vlaanderen en dijkgraaf van de Zuidijzerpolder. Bovenal bleef hij de oerconservatieve kasteel- en landheer, die achter zijn bonhomie een grote afkeer verbergt voor al wie verandering wil en de belangen van de leenheer in het gedrang dreigt te brengen.

STEMMEN TELLEN

Henri d’Udekem d’Acoz (66) was aanvankelijk burgemeester van Proven. In 1960 nam hij de sjerp van zijn vader over. En zoals mensen van hun stand dat verkiezen, was er geen oppositie. Toen Proven in 1970 met Krombeke fuseerde en er diverse partijen opkwamen, behaalde de lijst van ‘de baron’ nog de absolute – zeg maar de absolutistische – meerderheid. En toen Proven, Krombeke, Roesbrugge-Haringe, Watou en Reningelst zes jaar later met Poperinge fuseerden, verving de baron na een tijdje de CVP-burgemeester en werd hij voor de CVP incontournable. Niet voor lang evenwel, want in oktober 1982 werd de lokale CVP-meerderheid gebroken: deels door de aanzwellende kritiek binnen en buiten de partij, deels door ‘een van Henri’s karaktertrekken’.

De man, van wie wordt gezegd dat hij ‘met zijn knieën stuurt, omdat hij beide handen nodig heeft om iedereen langs de weg te groeten’, geeft graag iedereen gelijk. Zo beloofde hij, tijdens de coalitievorming, aan de mandatarissen van de PVV, de VU én de SP dat de CVP met elk van hen in zee zou gaan. Toen zij hem doorhadden, vormden ze samen een anti-CVP-coalitie en stuurden ze baron Henri met de CVP naar de oppositiebanken, tot 1994. In dat jaar sloot de CVP de huidige coalitie met de VLD van (wijlen) burgemeester Mark Mahieu en Arlette Duclos, een minzame tachtiger en nog steeds schepen van toerisme, feesten, kermissen, wijkraden, emancipatie en burgerlijke stand.

Intussen had de baron wel het jong CVP-talent gefnuikt. De ene werd rechter, de andere notaris en nog anderen stapten in het zakenleven. En burgemeester d’Udekem d’Acoz wist zich omringd door jaknikkers of figuren die makkelijk konden worden weggelachen. En de CVP-VLD-coalitie is vooralsnog goed voor 18 van de 25 zetels.

Maar PRO – een kartel van SP (3 zetels), Agalev (1 zetel), VU (1 zetel) en ZOZO (2 zetels) – is jong en wil meer. In ZOZO (2 zetels) zitten vooral gewezen VU’ers die ooit de lijst Poperinge-2020 tot ZOZO omvormden, omdat lijstnamen geen getallen mochten bevatten. PRO wordt schertsend wel eens de ‘Poperingse Revolutionaire Orde’ genoemd. De bezieler ervan is niet toevallig een jonge legerkapitein die zijn carrière voor de politiek heeft geruild en een trouwe medewerker is van ‘de kolonel’, zoals minister van Begroting Johan Vande Lanotte (SP) in de kieskring Veurne-Diksmuide-Ieper-Oostende wordt genoemd. En de geschiedenis heeft aangetoond dat jonge militairen in menig land de feodaliteit hebben bekampt en de democratie ingevoerd.

Om dit in Poperinge te bereiken, kan PRO moeilijk anders dan scheep gaan met de VLD, hopen dat paars-groen zijn gezamenlijk zetelaantal van 12 naar liefst 14 opdrijft, dat de CVP enkele van zijn huidige 13 zetels verliest en dat het Vlaams Blok ook hier voor geen verrassingen zorgt. Want ontevreden burgers houden misschien wel ‘hun mule’ als de baron verschijnt, maar in het stemhokje zijn ze vrij. Zij het dat foto’s van de koning en de koningin in een kiesbureau mogelijk in het voordeel van hun schoonfamilie speelt.

PRO is vorige week alvast zijn campagne begonnen met een voor burgemeester Henri d’Udekem d’Acoz ontluisterende en zeer informatieve brochure omtrent de door hem gesteunde inplanting van het diepvriesbedrijf Agrifreez. In die zaak is burgemeester d’Udekem d’Acoz zowel door de bevoegde Vlaamse minister als door de provinciegouverneur teruggefloten. En dit is niet het enige dossier waarin de rol van de burgemeester en zijn entourage vragen oproept (zie kader).

BEZITTINGEN BECIJFEREN

Henri graaf d’Udekem d’Acoz is niet alleen burgemeester. Hij is in de eerste plaats kasteel- en pachtheer, verwant met enkele van ’s lands bekendste adellijke families: bijna drie bladzijden vol in de High Life de Belgique. De graaf, een zogenaamd verstokte vrijgezel, verblijft op ’t Couthof, het ouderlijk kasteel met aanpalende landerijen in Proven. Om hun domein uit te breiden, kopen Henri en zijn broer Raoul zoveel mogelijk aanpalende gronden. Om deze aankopen te financieren, wordt dan verderaf gelegen grond verkocht. Omdat pachters een recht op voorkoop hebben, kreeg een aantal onder hen al duidelijk te verstaan dat zij hun pachtgrond het best aan de voorgestelde prijs én modaliteiten zouden kopen. Zoniet zouden concurrerende boeren die landbouwgrond wel eens kunnen overnemen. Zo hebben sommige boeren zich, onder druk van hun pachtheer, al in de schulden gewerkt. Anderen moesten dan weer vaststellen dat een deel van hun pachtgrond buiten hun weten was verkocht, zodat zij hun recht op voorkoop niet konden uitoefenen.

Henri d’Udekem d’Acoz, die zich als advocaat aan de balie van Ieper (sinds 1956) roemt op enkele publicaties inzake pachtrecht, heeft daar kennelijk een eigen visie op. Ook onbewoonde eigendommen van de familie ziet de burgemeester niet graag op de lijst van de leegstaande panden. Ambtenaren moeten daaromtrent niet te nauwlettend toezien. En als er dan toch een onbewoond pand aan de rand van ’t Couthof door Henri’s broer Patrick zou worden opgekalefaterd, moet ook dat nog ’s burgemeesters goedkeuring wegdragen. Zoals intussen bekend, beviel hem dat niet en liet hij het vervallen boerderijtje aan de rand van ’t Couthof onbewoonbaar en ontoegankelijk verklaren. Waarna Patrick zijn broer Henri voor de vrederechter sleepte. Deze broedertwist had alweer te maken met de nalatenschap van de barones en het beheer van het domein.

Patrick d’Udekem d’Acoz, van wie sinds Mathildes verloving en huwelijk bekend is dat hij iets van bosbeheer af weet, zou de woestenij achteraan ’t Couthof overigens beter eens aan een beheersplan helpen. Maar zijn broer Henri, die er zich op beroemt een groot natuurbeschermer te zijn, is vooral een verwoed vogelfotograaf. Zo sublimeert hij het ancestrale jagersinstinct van zijn voorvaders, de telelens als surrogaat voor de loop van het geweer. Maar voor de rest ziet hij de natuur vooral als een decor. Waar vroeger op zijn domein nog wilde orchideeën bloeiden, woekeren nu bramen en brandnetels. En de blauwe reigers die sinds een paar jaar aan de rand van de visrijke kasteelvijver broeden, ziet ‘de baron’ als het levend bewijs dat ‘de natuur compleet verstoord en het noorden kwijt is’.

Als dijkgraaf van de Zuidijzerpolder, het winterbed (9446 ha) van de IJzer tussen de Franse grens en Diksmuide, geeft hij al evenmin blijk van groot inzicht in de ecologische evenwichten. Hoe droger die broeklanden, hoe interessanter ze zijn voor de eigenaars en hun pachten. Het prijsverschil tussen vochtige en droge landerijen kan groot zijn. En wie is er beter geplaatst dan de dijkgraaf om, in weerwil van alle – zelfs internationale – natuurbeschermende maatregelen, die weiden en hooilanden droog te leggen? De dijkgraaf is hier evenwel dus Henri graaf d’Udekem d’Acoz, samen met zijn broers eigenaar van een paar hectare en bovendien gedelegeerd bestuurder van de Koninklijke Stichting van Mesen, die op haar beurt zo’n 106 ha van de Zuidijzerpolder bezit. Om hun aller financiële belangen te behartigen, liet de dijkgraaf een paar jaar geleden zelfs kleppen plaatsen op een aantal afvoerkanaaltjes in het Reningebroek, om de natuurlijke uitvloeiing van de IJzer in de vallei te bedwingen. De vzw Natuurreservaten heeft toen een klacht ingediend en de kleppen moesten worden verwijderd. Tot groot ongenoegen van de dijkgraaf, die zonder verpinken beweerde dat het water in de IJzerbroeken zelfs nefast is voor de vogelstand: ‘Kent u misschien een vogel die graag met zijn poten in het water staat?’

En zo heeft Henri graaf d’Udekem d’Acoz altijd wel een kwinkslag klaar. Maar daarmee overtuigt hij steeds minder mensen.

Frank De Moor

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content