Het Toneelhuis en Zuidelijk Toneel Hollandia bundelen hun krachten voor ‘De Leenane Trilogie’. In het drieluik van de Brits-Ierse toneelschrijver Martin McDonagh ontdekte de Nederlandse regisseur Johan Simons de poëzie van het geweld.

De jonge dertiger Martin McDonagh heeft zich in korte tijd tot een succesvol toneelauteur ontpopt. Sinds The Beauty Queen of Leenane in 1995 in Ierland in première ging, hebben zijn stukken in tientallen landen de weg naar het podium gevonden. De Leenane-trilogie, bestaande uit The Beauty Queen of Leenane, A Skull in Connemara en The Lonesome West, neemt in het oeuvre van de in Londen opgegroeide Ier een bijzondere plaats in.

Maar dat is niet de enige reden waarom de Nederlandse regisseur Johan Simons de verschillende delen in één avondvullende voorstelling wou bundelen: ‘Alle verhalen en personages die in de verschillende stukken verteld worden, hangen samen. De moeder en dochter in The Beauty Queen of Leenane die elkaar het bloed onder de nagels vandaan halen en toch in hetzelfde huis blijven wonen, zie je in The Lonesome West terugkomen in de relatie tussen twee broers die altijd met elkaar overhoop liggen, maar toch altijd bij elkaar blijven. Naarmate de voorstelling van De Leenane Trilogie vordert, maken de verhalen en personages steeds duidelijker deel uit van één groot geheel. Het gaat echt over een dorp, ook in negatieve zin. De dromen die de personages over zichzelf hebben, worden door de omgeving kapotgemaakt. Zo van: doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. Dat is heel dorps, dat is de sociale controle. Als je er deel wil blijven van uitmaken, moet je je voor een groot deel aanpassen. Binnenskamers heb je een ander leven dan buiten. Dat vind ik heel typisch voor een dorp. Dat vind ik er ook zo benauwend aan, hoewel ik erg van dorpen hou en in een dorp woon.’

Die gemengde gevoelens ten opzichte van het dorp vindt Simons ook in De Leenane Trilogie terug: ‘De schoonheid van een dorp is de poëzie van het geweld. Ik vind een dorp veel gewelddadiger dan de stad bijvoorbeeld. Dat wordt ook letterlijk in The Lonesome West gezegd: vechten is lekker. En dat begrijpt de pastoor in het stuk maar niet. Dat eeuwige gevecht tussen natuur en cultuur komt constant naar boven in de trilogie. Cultuur is maar een heel dun laagje.’

BOERENSTUKKEN

Met Theatergroep Hollandia, die sinds het begin van dit jaar met Het Zuidelijk Toneel gefuseerd is tot Zuidelijk Toneel Hollandia, heeft Simons de afgelopen vijftien jaar herhaaldelijk naar het thema van het dorp en platteland gegrepen. ‘Boerenstukken’, noemt hij die ensceneringen nu. Met de eigentijdse plattelandsdrama’s van de Duitsers Herbert Achternbusch en Franz Xavier Kroetz ging Simons’ groep de boer op: de stukken werden op locatie gespeeld. Theatergroep Hollandia was lange tijd de ongekroonde keizer van de locatieprojecten en ook nu, bij Zuidelijk Toneel Hollandia, wil Simons daarmee doorgaan.

Het dorp in De Leenane Trilogie is voor Simons veeleer een mythische plek dan een naturalistisch erf. Een van de redenen waarom hij voor de zaal en niet voor een locatie opteerde: ‘Ik wil wel ’s zien hoe dat nou werkt op de bühne. De actie in de trilogie blijft heel rauw. Wanneer de twee broers (Wim Opbrouck en Fedja van Huêt) uit The Lonesome West met elkaar op de vuist gaan, heeft dat iets heel dierlijks en primairs. Ik durf De Leenane Trilogie dan ook rustig anti-esthetisch theater te noemen.’

Hoe heeft hij de verschillende toneelstukken samengebracht en in elkaar gepast?

Simons: ‘Je zou kunnen beslissen om de drie stukken gewoon achter elkaar te spelen, maar wij hebben ze – weliswaar in grote porties – in stukken gesneden. We beginnen met A Skull in Connemara, waarin een doodgraver centraal staat. Hij schijnt zijn vrouw vermoord te hebben, maar zelf heeft hij altijd beweerd dat ze tijdens een auto-ongeluk door de voorruit gegaan is. Rond die man cirkelen de plaatselijke politieagent, die wil bewijzen dat de man zijn vrouw wel degelijk vermoord heeft, en diens jongere broer die het toch wel spannend vindt dat hij een vermeende moordenaar ontmoet.’

‘Daarna volgt The Lonesome West. Daarin heb je die twee broers en komt er ook een moord ter sprake. En we eindigen met de moeder en dochter uit The Beauty Queen of Leenane. Dat is natuurlijk ook een gruwelijk verhaal, hoe die moeder met vet wordt overgoten en sterft aan het eind. Maar misschien nog erger is hoe de moeder het leven van haar dochter terroriseert. In dit stuk krijg je soms de indruk dat mensen het ook wel lekker vinden om in terreur te leven. Wat trekt een mens daarin? Waar komt die destructieve neiging vandaan? En die hang naar geweld? Ik ben mordicus tegen geweld, maar ik wil het publiek dit wel onder de neus wrijven: kijk er maar ’s naar! Kijk hoe de mensen in dit stuk met geweld omspringen! Die moeder en die dochter, dat is echt ellendig hoor. Toch worden de twee broers gespeeld als Laurel & Hardy. Dat is soms een beetje angstaanjagend, maar je moet er ook om lachen.’

EIGEN TAAL

De dialogen van Martin McDonagh vindt Simons het einde. ‘Dat kunnen de Engelsen als geen ander. Zoveel goeie grappen! Taalgrappen, pestgrappen… alle soorten grappen passeren de revue.’ Peter Verhelst heeft de tekst vertaald. De jongste jaren is de Vlaamse schrijver opvallend actief in het theater. Regisseurs als Ivo Van Hove en Luk Perceval vroegen hem om een vertaling van een klassieker (respectievelijk Romeo en Julia en Oresteia), maar telkens ontstond daaruit een nieuwe en eigen tekst.

Tegen die gewoonte in heeft Peter Verhelst de drie stukken van McDonagh vertaald en niet bewerkt. Simons: ‘Peter heeft geen fundamentele ingrepen gedaan. Hij heeft een vertaling gemaakt die tussen het Nederlands en het Vlaams in ligt. Dat sluit mooi aan bij de gemengde cast waarin zowel Nederlandse als Vlaamse acteurs zitten. Voor de Nederlandse acteurs klinken sommige woorden erg Vlaams, hun Vlaamse collega’s vinden sommige woorden dan weer erg Nederlands. Naar mijn idee heeft Peter een heel mooie, eigen taal weten te ontwikkelen.’

De coproductie met Het Toneelhuis lag eigenlijk voor de hand. Het Antwerpse stadstheater bezat namelijk de opvoeringsrechten van de hele trilogie, maar had alleen nog maar (twee seizoenen geleden) The Beauty Queen of Leenane gespeeld. En omdat Johan Simons dat stuk ook wilde regisseren, was de samenwerking snel beklonken: ‘Ik had me geen coproductie kunnen voorstellen met Toneelgroep Amsterdam bijvoorbeeld. Maar wel met de Vlamingen. Die begrijpen wat het betekent om in een dorp te wonen.’

Toneelgroep Hollandia opereerde vanuit het Noord-Hollandse Zaandam, Zuidelijk Toneel Hollandia heeft in Eindhoven zijn stek. Kiest Simons bewust voor de periferie? Hij knikt: ‘Ik hou heel erg van pionieren, van helemaal opnieuw beginnen. En dat moeten we zeker hier in Eindhoven, waar het publiek de voorstellingen van Hollandia niet kent.’

De Leenane Trilogie gaat op 3 mei in première in de Bourlaschouwburg in Antwerpen. Daar is de productie ook nog te zien op 4 en 5 mei, en van 29 mei tot 2 juni. Van 7 tot 27 mei gaat ze op tournee door Vlaanderen.

Inlichtingen: tel. 03-224 88 00.

Paul Verduyckt

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content