Om het verwijt te ontlopen dat ik nooit Shakespeare zou geciteerd hebben, hierbij : ?Al mocht de roos motbal heten, toch zou ze even zoet geuren?.

Ook bij mij zijn waterbuizen bevroren. Kunnen we de schuld hiervan op iemand anders rug schuiven ? Ja en neen. De vorige huiseigenaar is eensdeels verantwoordelijk voor dit ongemak en wel omdat hij op esthetische gronden de buizen in de muur liet verbergen. Anderzijds is er de loodgieter, voor wie ?Befehl ist Befehl? was. Iets wat mij zeer verwonderde, want toen ik de man leerde kennen, was hij een goedwillig dwarshoofd geworden, iemand die al lachend of zwetsend toch zijn zin doordrijft. Wanneer hij de soldeerbout niet hanteerde, dronk hij wel eens een glas te veel, reed door het rode verkeerslicht, stopte niet na herhaalde signalen van de politie, moest voor de rechter verschijnen en kreeg er nog een boete bovenop voor smaad aan het hof. Hij had een speurend oog voor mooie vrouwen en mocht van zijn echtgenote haar altijd versgeschuurd huis niet met schoenen aan betreden, niet te laat voor de maaltijden verschijnen of zijn pet op een stoel gooien.

De man was ons enigszins opgedrongen door de huisbaas die er loodgieterstalenten in zag. Hij had de stiel geleerd in het tijdperk van de loden buizen, materiaal dat zich plooit naar de luimen van de mens. Hij had van dit gewillige metaal nooit afstand kunnen doen. Daardoor ontdekken wij tot op vandaag de meest gewaagde krommingen, kronkelingen en vlechtwerk onder de plankenvloeren en onder afwasbakken. Terloops weze gezegd dat zijn voornaam Callist was, naar de paus en martelaar die de catacombe terzijde van de Appische weg deed uitbreiden en een van de weinigen is die niet als onbestaand onder de hamer ging na een Vaticaans concilie.

DE KOMST VAN CALLIST zag ik steeds met hoop en vreze tegemoet, want een loodgieter die wil verschijnen in tijden van grote nood is een uitzondering. De keerzijde was dat hij zich de Belgische gewoonte had aangemeten verantwoordelijkheid van zich af te werpen.

De voordeur openend werd ik aangesproken met : ?Wat is ’t deze keer, jong ?? Ik liet de aanspraak over mij heen gaan gezien het enorme leeftijdsverschil tussen ons.

?Een lekkende kraan.?

?Een lekkende kraan ??

?Ja, een lekkende kraan.?

Dit soort dialogen die de moderne toneelschrijvers veel gebruiken als het hun aan inspiratie mangelt, doen zich echter elke dag voor en zijn er deels verantwoordelijk voor dat het leven pijlsnel voorbij schijnt te vliegen.

Geconfronteerd met het lekkend fenomeen schoof hij de pet achteruit en krabde de schedel.

?Ja, verdomme, ze lekt,? zei hij. ?Zou het ’t leer niet zijn ??

?Wat !? riep ik uit, ?leer in een kraan ??

?Of zou ze versleten zijn ??

?Misschien, misschien niet,? zei ik.

?Hewel, wat doen we nu ?? vroeg hij.

?Ik laat me kappen als ik het weet,? antwoordde ik.

Zo verstreken de uren naar rata van toen 400 frank per 60 minuten, doch laten we hier met het doen en laten van Callist breken. De episode ligt lang achter ons, enkel de gevolgen van zijn handwerk doen zich nu nog gevoelen, want de welverborgen leidingen in de muur zijn dichtgevroren. Groot ongemak. Een vaatwasmachine zonder water is geen rooie frank waard en kan hoogstens dienst doen als bergplaats voor vuile vaat die men met geen tang wil aanvatten.

IK BRACHT EEN ONRUSTIGE nacht door met visoenen van stapels vuile borden, ongewassen kleergoed en ijskoude tochten naar publieke toiletten, tenzij wij een hotel betrokken tot een loodgieter ons te hulp kon komen, wat naar schatting tot een maand na het intreden van de dooi kon duren.

Twee weten meer dan één, dacht ik, wat niet bewezen is, anders zou ons staatje met zijn duizenden koppen tellende denktank als een geslepen mes op het ijs lopen. Desalniettemin belde ik mijn vriend Guido op die open staat voor experimenten. Na zijn medeleven te hebben betuigd zei hij : ?Maar je hebt toch een paar overbruggingen gehad, dat heeft toch ook met verstopte buizen te maken, hoe gaat men daar te werk ??

?Eerst kijkt men met een katheter,? zei ik.

?Je spreekt het magische woord,? riep hij. ?Als de bliksem naar een doe-het-zelfzaak om plastic slangetjes en een trechter. Ik ijl naar de operatiekamer met een stijve nylondraad om peilingen uit te voeren.?

Een uur later stonden we bij de kraan waaronder alle onheil verborgen zat. Ze werd losgeschroefd en, gewapend met de nagelnieuwe trechter, plastic slang en kokend water, gingen we de ijsprop te lijf. Ik goot, Guido hield het instrument vast.

?Collega,? zei hij, ?je giet kokend water op mijn handen, vergeet niet dat het hier om reddende handen gaat.?

?Niemand is volmaakt,? antwoordde ik, ?en vergeet niet dat hier de patiënt telt en niet wij.?

Kortom wij voerden een aflevering op van een ziekenhuis-soapserie en dit wekte niet zo’n onaangename gevoelens op. Men wordt meegesleept in het spel. Zeker toen we met behulp van de nylondraadsonde vooruitgang boekten, tot en nu moeten we overschakelen naar een ander soort van films dat 50 jaar geleden mode was, namelijk het epos van de petroleumwinning. Ik zie ze nog voor me, Gary Cooper, Edward G. Robinson en zoveel celluloïdehelden als ze bij hun boorputten staan, klaar om de strijd op te geven, als er tot ieders blijdschap zich een onderaards gerommel voordoet en het zwarte goud hoog opspuit.

En zo verging het ook ons, het was wel slechts water dat duur moet betaald worden, maar nietaltemin voelden wij ons toch ook een beetje pionier. Adieu vuile vaat, hotelkamer en openbaar toilet, een hartoperatie heeft soms verstrekkende gevolgen en levert tevens het bewijs dat de happy ending niet uit de wereld is.

Gommaar Timmermans

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content