‘Ik hoop maar dat de ommekeer in dit land er niet zal komen op de manier die wijlen Hugo Schiltz me ooit heeft voorgehouden. Volgens hem zou het pas lukken bij een zware economische crisis. Die krijgen we in 2011, maar een verantwoordelijke politicus kan zolang niet wachten’, zegt N-VA-voorzitter Bart De Wever.

Nee, Bart De Wever wil niet speculeren over manieren om een federale regering weer op de sporen te krijgen, of over een formule om de onderhandelingen over een nieuwe staatshervorming opnieuw op gang te trekken. En nee, het deert hem niet dat koning Albert II na het ontslag van premier Yves Leterme (CD&V) niet naar zijn visie heeft gevraagd over hoe het verder moet met het bestuur van dit land. ‘De eerste en enige keer dat hij me vorig jaar heeft uitgenodigd, heb ik ongezouten mijn mening gezegd. Blijkbaar heeft Laken toen besloten dat ze die niet nog eens wilden horen. Maar dat stoort me allerminst’, aldus De Wever.

In een 11 julitoespraak in Dendermonde pleitte u voor een plan B. U had well en ander plan in gedachten dan het uitstelscenario waarmee premier Leterme op de valreep probeerde door te gaan?

DE WEVER: In Dendermonde heb ik vooral een diepgravende analyse gemaakt van de redenen waarom een zesde staatshervorming er maar niet komt, en waarom de Belgische pacificatiedemocratie niet meer werkt. In het licht daarvan heb ik gezegd dat alle Vlaamse partijen samen beter zouden nadenken over de toekomst van Vlaanderen en over wat we nog samen met de Franstaligen willen doen. Over de inhoud van zo’n plan B heb ik niets gezegd. En dat doe ik ook nu niet, want sinds het ontslag van de regering zijn we beland in een situatie van work in progress, zonder te weten waar dit ons naartoe leidt.

Het voorstel van Leterme over een conferentie, met een twintigtal leden en een deelname van de Vlaamse, Waalse en Brusselse ministers-presidenten, hebben de Franstaligen zelf onmiddellijk van elke geloofwaardigheid ontdaan. Hun triomfalisme was te groot. Daardoor was het binnen de kortste keren duidelijk dat het om een operatie-frigo ging. In het verleden hebben we nog van die praatbarakken gehad. Die werden prompt gesloten wanneer de echte beslissingen genomen moesten worden.

Leed het voorstel van Leterme ook niet te veel onder de improvisatie?

DE WEVER: Door in het zicht van de strikte deadline van 15 juli tegen beter weten in te blijven werken aan een communautair akkoord, is de knop naar een ander scenario te laat omgedraaid. Het gaf ook niet de indruk dat het allemaal goed doorgedacht en doorgepraat was.

Uw kritiek was niet mals. U vond het te gek voor woorden dat Leterme in juni 2007 de Vlaamse regering verlaten heeft om op federaal vlak een nieuwe staatshervorming te realiseren, en dat hij nu zijn opvolger Kris Peeters (CD&V) zou inschakelen om die ambitie waar te maken.

DE WEVER: Ik blijf bij dat oordeel. Het verandert trouwens niets aan de oefening om twee grootheden te verzoenen die bijna onverzoenlijk zijn. Ten eerste dicteren de Belgische spelregels dat een meerderheid nooit beslist. Ons consensusmodel heeft in het verleden op communautair, levensbeschouwelijk en sociaaleconomisch vlak verdiensten gehad. Het heeft gefunctioneerd omdat er voldoende overlapping was in de elitaire consensus, en omdat groepen bereid waren compromissen te sluiten. Maar intussen is het Belgische raderwerk zodanig ontrafeld dat dit model niet meer werkt. De referentiekaders zijn zelfs zo verschillend geworden dat men elkaar niet meer begrijpt. De splitsing van B-H-V, bijvoorbeeld, is voor de Vlamingen een toepassing van de grondwet en voor de Franstaligen een schending van hun mensenrechten.

Ten tweede komen er ten laatste in juni 2009 opnieuw verkiezingen, en is iedereen in de eigen publieke opinie opgesloten. De Franstalige partijen willen op communautair vlak met 0 op 10 naar hun kiezers. Maar zo houden ze ook de Vlaamse partijen bij een 0 op 10, en dat kan onmogelijk. De collectieve wil van de Vlaamse democratie ligt al bijna tien jaar vast in duidelijke resoluties over de gezondheidszorg, de werkgelegenheid, de fiscaliteit enzovoort. Na acht jaar immobilisme onder de regeringen-Verhofstadt moeten die keuzes nu eindelijk in de praktijk worden omgezet als we antwoorden willen geven op uitdagingen zoals de vergrijzing en de globalisering.

Het Belgische model werkt dus niet meer. Maar aanvaarden dat het niet werkt, kan evenmin. Om die contradictie binnen een legaal kader op te heffen biedt een slordige en snelle evacuatie van de onderhandelingen in elk geval geen uitweg. Er is een formule nodig die waarborgt dat er akkoorden tot stand kunnen komen, en dat prangende kwesties zoals B-H-V opgelost worden.

CD&V zegt dat het initiatief nu van de Franstaligen moet komen. Maar waarom zouden zij een stap zetten, terwijl ze al dertien maanden op de rem hebben gestaan?

DE WEVER: Dat is uiteraard de grote paradox aan hun kant. Enerzijds belijden de Franstaligen altijd en overal hun liefde voor het land. Anderzijds doen ze geen enkele inspanning om de Vlamingen tegemoet te treden. Ze hebben het Belgische pacificatiemodel omgebouwd tot een dictatuur van de minderheid.

Als ze lang genoeg nee blijven zeggen, weten ze ook goed dat de publieke opinie in Vlaanderen het stilaan beu zal worden. Het onbewuste deel van die opinie zal dan naar populistische partijen en politici trekken. Het bewuste deel aan de linkerzijde zal graag de optelsom met Wallonië blijven maken, omdat ze daar politiek het meeste belang bij hebben. Een aantal Vlaamse media en ook Groen! stappen mee in het discours van de Franstaligen dat Leterme onbekwaam is, en dat de Vlaamse partijen aan de onderhandelingstafel losers en prutsers zijn. Maar dat kan ook niet anders in een land met spelregels die het scoren beletten.

Bij de Franstaligen ligt de N-VA zwaar onder vuur. Maar ook volgens Open VLD-voorzitter Bart Somers zou u best wat minder provoceren.

DE WEVER: Over welke provocaties heeft hij het dan eigenlijk? De N-VA en het FDF gelijkschakelen is ook al zo’n enormiteit van hem. De meest onverzoenlijke partijen in Vlaanderen zijn het Vlaams Belang en Lijst Dedecker. Als de Franstaligen met hen aan tafel willen gaan zitten, mogen ze dat gerust eens proberen. Ik begrijp dat ze de N-VA willen verbannen naar de vergeetput van Vlaamse partijen waarmee ze niet hoeven te spreken. Tegelijk is dit een partijpolitiek spel. Een gewonde CD&V aanvallen via de N-VA is niet moeilijk. Het is wel ontgoochelend als ook de Open VLD daaraan begint mee te doen, zeker omdat in de voorbije weken op een open en vertrouwelijke manier is samengewerkt tussen het Vlaamse kartel en de Vlaamse liberalen. Voor die houding van Somers heb ik slechts één woord: platbroekerij.

CD&V sluit niet uit dat Leterme na de raadplegingen van de koning opnieuw terugkeert als premier. Is dat ook uw mening?

DE WEVER: Wat wilt u dat ik zeg? Leterme heeft gedurende een jaar het beste van zichzelf gegeven en is er bijna letterlijk onderdoor gegaan. En nu we vaststellen dat het gewoonweg niet gaat, zou de N-VA moeten klaarstaan om op de pianist te schieten en zijn terugkeer ondenkbaar achten? Dat zou compleet strijdig zijn met onze stelling dat er in dit land sprake is van een fundamenteel probleem en dat dit geen kwestie van personen of persoonlijkheden is.

Ik zeg niet dat er sinds juni 2007 geen methodefouten werden gemaakt, maar dat is proceskritiek. Daar doe ik niet aan mee. Wie in dit land eerste minister wil worden, kan blijkbaar alleen nog volstaan met het beheer van het status-quo. Maar iedereen die het denkt beter te kunnen, nodig ik alvast uit om het eens te proberen.

De N-VA heeft het uitstelscenario van Leterme af-gewezen. Maar door het ontslag van zijn regering zijn de onderhandelingen hoe dan ook geëvacueerd en is er geen staatshervorming en ook geen splitsing van B-H-V.

DE WEVER: De inschatting vorig weekend was dat er geen vooruitgang meer kon worden geboekt. Daarom hopen we dat het ontslag van Leterme voor een schokeffect zorgt, en dat het verwachtingspatroon van de Franstaligen wordt doorbroken dat een Vlaamse politicus onder geen beding nog de Wetstraat 16 verlaat als hij daar eenmaal zit. Met het Vlaams kartel is die tijd voorbij. Leterme heeft met zijn ontslag de klok stilgezet. En dat is goed.

Op de keper beschouwd hebben we daarmee op dit ogenblik nog niets bereikt, tenzij dan dat in Vlaanderen de mensen steeds meer doordrongen zijn van het besef van het democratisch deficit en de blokkeringen in dit land. Op middellange termijn ben ik daarom niet pessimistisch.

Het kan slechts veranderen als de Franstaligen een nieuwe staatshervorming niet langer beschouwen als een egoïstisch en racistisch project van Vlaamse radicalen, maar als een logische volgende stap in de evolutie van het land om met genoeg zelfvertrouwen eigen sociaaleconomische bevoegdheden en verantwoordelijkheden op te nemen. Alleen hoop ik niet dat dit zal gebeuren op de manier die wijlen Hugo Schiltz me ooit heeft voorgehouden. Hij zei dat het pas zou lukken bij een zware economische crisis, met ook een grote collectieve verarming van de bevolking. En die zit er in dit krakkemikkige land dus wel aan te komen na 2011, wanneer de vergrijzing echt doorwerkt en de internationale concurrentie steeds harder voor onze bedrijven wordt. Een verantwoordelijke politicus kan zolang toch niet wachten.

DOOR PATRICK MARTENS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content