De aanslag op een sjiitisch heiligdom brengt Irak aan de rand van een burgeroorlog.

Sinds de val van het regime van Saddam Hoessein bijna drie jaar geleden proberen soennitische opstandelingen om in Irak een regelrechte burgeroorlog te ontketenen. Dat lijkt de enige manier waarop ze hun vroegere macht kunnen terugwinnen. Saddam vervolgde de sjiitische meerderheid van de bevolking en de Koerden in het noorden van het land op een vaak genadeloze manier.

Dat maakt het samenleven vandaag niet gemakkelijker. De sjiieten willen eindelijk zeggenschap. De Koerden willen verder zonder veel inmenging hun provincies besturen, zoals ze dat al sinds het einde van de eerste Golfoorlog doen. De soennieten vrezen dat ze tussen de sjiieten en de Koerden worden fijngemalen. Terwijl de Amerikaanse bezetter van zijn kant van het hele probleem af wil en zo snel mogelijk een regering van nationale eenheid tot stand wil zien komen.

Behalve tegen de bezettende troepenmacht richtte de opstand zich tot nog toe vooral tegen sjiitische politiemensen en soldaten. Bij elk sjiitisch religieus feest is het bang afwachten of er een aanslag zal worden gepleegd. Maar de bom die vorige week de Al-Askarimoskee in de stad Samarra aan stukken blies, raakte de sjiieten in het diepst van hun geloof. Een dag later al waren tientallen soennitische moskeeën verwoest en meer dan honderd soennieten bij wraakoefeningen vermoord. En de storm van geweld is nog niet uitgeraasd.

De scheiding der geesten tussen sjiieten en soennieten gaat terug op een conflict over de opvolging van de profeet Mohammed in de 7e eeuw. Na de heiligdommen in Najaf en Kerbala stond in Samarra de belangrijkste sjiitische bedevaartplaats in Irak. Onder de nu half ingestorte gouden koepel van de Al-Askarimoskee liggen de tiende en de elfde imam van de sjiieten begraven, afstammelingen van de profeet aan het einde van de 9e eeuw. De twaalfde imam, Mohammed Al-Mahdi, verdween in een grot onder de moskee en zal volgens de overlevering op de dag van het laatste oordeel terugkeren. Hij zal dan het leger van de rechtvaardigen aanvoeren, het kwaad verslaan en een volmaakte maatschappij tot stand brengen.

POLITIEK EN GEWELD

De Al-Askarimoskee heeft daarom te maken met het wezen zelf van het sjiitische geloof. De anders zo gematigde religieuze leider ayatollah Ali Al-Sistani liet weten dat als de regering de gelovigen niet kan beschermen die dat recht dan maar zelf in handen moeten nemen. De radicale mollah Moqtada Al-Sadr vraagt niet liever dan daar snel aan te beginnen.

Dat is allemaal geen goed nieuws voor de Amerikaanse bezetter die nog altijd hoopt dat de aangewezen premier, de sjiiet Ibrahim Al-Jafaari, meer dan twee maanden na de verkiezingen eindelijk werk maakt van de vorming van een regering van nationale eenheid. Dat wil zeggen: mét vertegenwoordigers van de soennitische gemeenschap. De aanslag op de Al-Askarimoskee versterkt de indruk van veel radicale sjiieten, die oprecht geloven dat de aanwezigheid van de Amerikanen de zaken alleen moeilijker maakt. De leider van de Hoge Raad voor de Islamitische Revolutie in Irak (SCIRI), Abdul Aziz al-Hakim, beschuldigde er de Amerikaanse ambassadeur zelfs van dat die groen licht gaf voor de aanslag in Samarra.

SCIRI is een belangrijk en soms storend deel van de sjiitische politieke alliantie die de verkiezingen in december won. De Amerikanen dringen er al geruime tijd bij de sjiitische leiders op aan om de dienstdoende minister van Binnenlandse Zaken te ontslaan. Die maakt deel uit van SCIRI en wordt ervan beschuldigd onder zijn politiemensen doodseskaders te hebben gevormd die soennieten vermoorden. Ook vorige week liep het gerucht dat de wraakoefeningen na de aanslag op de Al-Askarimoskee werden uitgevoerd door mannen in auto’s van het ministerie van Binnenlandse Zaken.

Hun bemoeienis wordt de Amerikanen niet in dank afgenomen. Tegelijk is ook duidelijk dat de politiek van Washington om te proberen een wig te drijven tussen de soennitische politici die van goede wil zijn en de opstandelingen, nog niet veel resultaat heeft opgeleverd. Verzoening staat in Irak nog niet op de agenda. Eigenlijk willen ze gewoon allemaal zelf baas zijn.

HUBERT VAN HUMBEECK

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content