Herman Portocarero
Herman Portocarero EU-ambassadeur in Cuba voor België

Mijn generatie heeft geschiedenis gekend met een vertraagde start.

Onze ouders en grootouders hadden als schuldigen, slachtoffers of toeschouwers twee wereldoorlogen in hun laden zitten – en de verhalen die daaruit voortsproten. Ik was bijna veertig toen de Muur viel en de USSR implodeerde. Tussen de verhalen die ik als kind aanhoorde, en de start van onze eigen geschiedenis, lagen tientallen jaren van gestolde stellingen en inertie. En dan plots dat enorme inhaalmanoeuvre: één knal, en de geest was uit de fles. Maar wat volgde, was géén champagne.

Ik mocht hier en daar getuige zijn.

Eind 1988 in New York, toen Gorbatsjov de eenzijdige terugtrekking van het Warschaupact uit Centraal-Europa aankondigde. De man was zichtbaar bezeten door zijn zending, en baadde in een aura van historische energie. Hij maakte geschiedenis, inderdaad. Maar anders dan hij vermoedde.

In augustus 1990 was ik toevallig in Gibraltar toen de eerste eenheden van de Amerikaanse vloot – enorm, grijs en dreigend – de Middellandse Zee binnenvoeren voor de eerste Golfoorlog.

De Balkanoorlogen in 1991 leken voor niet-ingewijden te beginnen als speelgoedconflicten. Maar een bejaarde collega, ex-ambassadeur in Belgrado, beschreef mij bij het begin van dat jaar, profetisch, de komende gruwel van deur-tot-deur-gevechten in Sarajevo. Als ik dat wist, waarom viel het dan niet te voorkomen?

Dat imperia opgebouwd onder dwang, eenmaal uiteengespat, eindigen in etnische moordpartijen, leerde ik ook uit mijn Afrika-ervaringen in de jaren ’70 en ’80.

In februari 1993 zag ik van op het dak van mijn gebouw in downtown Manhattan de rookpluim van de eerste aanslag op het WTC. En met de zelfverzekerdheid van de ware New Yorker lachte ik later om de mislukking van de aanval: solid as a rock! Zoals zoveel stadsgenoten had ik moeten begrijpen dat anderen andere conclusies trokken, en hun plannen aanpasten. Later werd de beruchte dag 9/11 voor mij één lange telefonische speurtocht naar mijn New Yorkse zoon, die op het fatale moment op de subway van Brooklyn naar Manhattan hoorde te zitten – en bleek zich te hebben verslapen. Een jaar en een dag verder zag en hoorde ik de Amerikaanse president George W. Bush de oorlog in Irak als een voldongen feit voorstellen.

Ik liep terug naar mijn flat aan 36th street, en zapte door het televisielandschap. De cynische Chinese wens – ‘Leef in interessante tijden!’ – werd ons zeker gegund: laattijdig, maar met des te meer knallen en ondraaglijke beelden.

Zoals iedereen word ik vaak overweldigd door een gevoel van onmacht. Maar we kunnen getuigen. En ook onze laden worden nu met verhalen gevuld.

INFO : De auteur is schrijver en diplomaat.

Herman Portocarero

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content