Hubert van Humbeeck

Amerikaanse politieke kringen hebben een mooie uitdrukking ter beschikking voor wat wij doorgaans een beetje onbeholpen ‘waarnemers’ noemen: conventional wisdom. Het dikwijls onuitgesproken nattevingergevoel van mensen onder elkaar die een situatie of een persoon van nabij volgen. Hoe staat het er voor? In Washington is het op dit moment ‘conventional wisdom’ dat George Walker Bush zijn eerste ambtstermijn als president van de Verenigde Staten niet bijster goed is begonnen. De politiek van Bush, schreef Henk Hofland twee weken geleden in de Nederlandse krant NRC Handelsblad, is niet conservatief maar gewoon ouderwets.

In Brussel wou het Wetstraatgefluister in de zomer van 1999 dat de bonte coalitie, die toen net was beëdigd, vooral in ethische kwesties een verschil zou betekenen. De achterliggende gedachte bij die redenering was dat de paars-groene partners – socialisten, liberalen en groenen – elkaar makkelijker zouden vinden in meer maatschappelijke onderwerpen dan op het terrein van de sociaal-economische politiek. Of dat zo is, moet eigenlijk nog altijd blijken.

Er is natuurlijk al over veel gepraat, over een breed veld van thema’s – van de drugsnota tot het homohuwelijk. Maar weinig daarvan is totnogtoe in harde teksten omgezet. De regering geeft soms de indruk dat ze wel een progressief discours voert, maar dat er in de praktijk weinig ten gronde verandert. Ze blaast regelmatig tegelijk warm en koud – doorgaans omdat vooral groen en blauw elkaar moedwillig voor de wielen rijden.

Dat een aantal onderwerpen dan toch tot de ministeriële cenakels kon doordringen, heeft zo misschien minder te maken met de coalitie als dusdanig dan wel met de samenleving zelf die is veranderd. Andere samenlevingsvormen dan die van het klassieke gezin hebben bestaansrecht verworven. Geen enkele samenlevingsvorm wordt nog als minder beschouwd dan een andere. De mensen hebben zich in hun persoonlijk leven anders georganiseerd. Vooral in de steden bestaan veel gezinnen uit één persoon. Let wel: het nieuwe gezin is ook niet altijd het resultaat van een vrije keuze, er zijn genoeg jonge vrouwen die het moeilijk hebben om met en voor hun kinderen een acceptabel bestaan op te bouwen.

Met gepaste argwaan en terughoudendheid tegenover de ontwikkelingen heeft de wetgever zich aan de levenswijze van het einde van de twintigste eeuw aangepast. Dat was ook nodig: het Belgische familierecht steunde tot voor kort nog grotendeels op de Code Napoléon uit 1804, die was afgestemd op een klassenmaatschappij die niet meer bestond. Napoleon ging uit van een maatschappij waarin de man het voor het zeggen had, met dien verstande dat vrouw en kinderen binnen het huwelijk tegen de grillen van het leven werden beschermd. Dat is overigens de reden waarom het burgerlijk huwelijk bij ons nog altijd aan het kerkelijke moet vooraf gaan: mensen durfden anders vroeger weleens vergeten om na de pastoor nog bij de burgemeester langs te gaan, zodat hun kinderen voor de wet eigenlijk niet bestonden.

Veel van de wettelijke verschillen tussen de verschillende vormen van samenleven zijn ondertussen langzaam weggewerkt. Er is gesleuteld aan het statuut van kinderen die niet uit een huwelijk zijn geboren. Uit de echt scheiden werd gemakkelijker en veel minder duur. Ook voor mensen die niet getrouwd zijn, bestaat er zoiets als een onderhoudsplicht en een recht op nalatenschap. Precies omdat de wet de geesten stilaan is bijgebeend, jaagt de idee van een homohuwelijk ook geen schokgolf meer door het land. Alleen, en dat heeft de overheid wellicht nog niet goed berekend, een huwelijk geeft ook recht op wederzijds pensioen. Want veel is veranderd, maar nog niet alles.

Die nieuwe samenleving maakt het voor kardinaal Danneels ook vrijwel onmogelijk om zijn dispuut met de balsturige priester Rudy Borremans te winnen – al heeft hij in principe misschien overschot van gelijk. Een verstandig man als Godfried Danneels weet dat het er uiteindelijk niet om gaat of iemand als Borremans de regels van de instelling wil volgen, maar wel dat de kerk als gevolg van de celibaatsverplichting en het verbod van vrouwen om priester te worden in het hartland Europa meer en meer voet aan de grond verliest. Zo wordt ze straks een kerk zonder voorgangers, zonder priesters en dat kan ze niet overleven.

De meeste problemen die vandaag aan de orde zijn, wist de Duitse kanselier Gerhard Schröder onlangs, hebben op de een of andere manier met de familie te maken. Hij is niet de enige politicus van de Derde Weg die de aloude hoeksteen van de samenleving koestert als een wapen in de strijd tegen de ontbinding van het sociale weefsel. Het aanschijn van de familie is veranderd, maar ze betekent daarom niet minder. De hoeksteen is gezandstraald. Nu nog wat mortel om hem weer vast te zetten.

Hubert van Humbeeck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content